‘De zaakwaarnemer van Ibrahim Sangaré verdient een groot compliment’
Het was de afgelopen weken moeilijk ontkomen aan Ibrahim Sangaré. De middenvelder van PSV ondergaat een verrassende metamorfose en begint een steeds belangrijkere rol in te nemen in het aanvalsspel van de Eindhovenaren. Zijn fraaie openingstreffer in de wedstrijd tegen Sparta Rotterdam (2-1) deed vele wenkbrauwen fronsen en in de nasleep daarvan verscheen zijn naam in ieder praatprogramma. Ook in de Europa League-wedstrijd tegen Sturm Graz (1-4) en de interland tegen Malawi (0-3) nam de Ivoriaan een treffer voor zijn rekening. Maar presteert Sangaré dit seizoen daadwerkelijk beter dan vorig seizoen? Voetbalzone dook in de cijfers van statistiekenbureau Opta.
Door Mart Oude Nijeweeme
Het optreden tegen Sparta kwam Sangaré op bijzonder lovende woorden te staan van zijn trainer Roger Schmidt. "Ik denk dat hij een topspeler is voor de Eredivisie, een van de beste spelers van de competitie", sprak Schmidt na afloop van het met 2-1 gewonnen duel met Sparta. "Ik vind dat hij hier enorm onderschat is. In balbezit doet hij het goed en vindt hij altijd oplossingen. Bovendien is hij belangrijk met de kleine dingen, denk aan zijn loopacties. Dat is heel belangrijk voor ons. Zonder bal is hij ook erg goed. En hij durft verantwoordelijkheid te pakken op de juiste momenten. Nu begint hij zelfs te scoren."
Twee doelpunten tot dusver dit seizoen is inderdaad een mooi moyenne voor een controlerende middenvelder. Ter vergelijking: vorig seizoen wist Sangaré in 39 officiële wedstrijden slechts één keer het net te vinden. In dat opzicht heeft hij zijn doelpuntenproductie nu dus al verdubbeld, terwijl pas een kwart van het seizoen gespeeld is. Ook bij Toulouse kwam hij in vier jaar tijd maar tot twee doelpunten. De discussie over de aanvallende bemoeizucht van Sangaré kwam met name op gang na de wedstrijden tegen Sturm Graz en Sparta. Kijkend naar de statistieken lijkt die discussie terecht. Sangaré was tegen Sparta namelijk niet alleen verantwoordelijk voor de openingstreffer, hij gaf bovendien van alle spelers op het veld de meeste passes (74) op de helft van de tegenstander en ondernam de meeste doelpogingen (3).
Ook in het Europa League-duel met Sturm Graz was het Sangaré die de meeste passes verstuurde op de helft van de tegenstander (32). Bovendien scoorde de middenvelder het best op het gebied van passnauwkeurigheid (90,8 procent). Het spel van Sangaré was lange tijd voer voor discussie, mede door zijn onzorgvuldigheid. Neem het moment tegen Willem II, toen hij een kwartier voor tijd de bal verspeelde aan Ché Nunnely en de aanvaller van de Tilburgers door een blunder van doelman Joël Drommel de winnende kon maken. Desondanks maakte Sangaré tegen Willem II wel een ijzersterke indruk. Zo verstuurde hij de meeste succesvolle passes van alle spelers op het veld. Neem daarbij dat hij de ballen steeds vaker vooruit speelt en je kunt niet anders concluderen dan dat de middenvelder bezig is om zichzelf te profileren binnen het elftal van Schmidt.
"Zulke spelers moeten iedereen overtuigen, maar ik denk dat hij nu wel veel waardering krijgt voor zijn prestaties", zei Schmidt na de wedstrijd tegen Sparta over Sangaré. "Iedereen weet nu ook wel dat hij een cruciale speler voor ons is. Hij is altijd al belangrijk geweest, heel belangrijk zelfs." In verdedigend opzicht heeft Schmidt zeker een punt. Sangaré is na Adam Maher de speler met de meeste balveroveringen in de Eredivisie dit seizoen. Waar de middenvelder van FC Utrecht 10,7 keer de bal verovert per wedstrijd, doet Sangaré dat 10,4 keer. Ook wat betreft het aantal gewonnen duels behoort Sangaré tot de beste spelers van de Eredivisie. De middenvelder wint 10,8 duels per wedstrijd. Er is in de Eredivisie slechts één speler die op dat gebied betere cijfers overlegt. Iñigo Córdoba van Go Ahead Eagles kwam dit seizoen namelijk gemiddeld 10,9 keer als winnaar uit de strijd tijdens een onderling duel.
Volgens Huub Stevens is het Sangaré niet aan te rekenen dat hij de bal zo nu en dan inlevert bij de tegenstander. Sterker nog: Stevens legt de schuld bij zijn ploeggenoten. "Ik heb in het begin ook gezegd dat hij veel te veel ballen inlevert", erkende de voormalig trainer van PSV zondag bij Goedemorgen Oranje op ESPN. "Maar als je verder kijkt, vind ik niet dat dat aan Sangaré ligt. Ik vind dat Mario Götze niet speelt zoals hij zou moeten spelen. En daar is ook Eran Zahavi een beetje de dupe van. Götze haalt de ballen veel te vaak op in de zone van Sangaré. Als Götze dieper speelt en zorgt dat hij altijd in de buurt van Zahavi is, kan Sangaré Zahavi aanspelen en Götze onder de bal komen. Sangaré heeft wel iemand nodig waar hij de bal aan kwijt kan. Hij verovert de ballen vaak in een zone waar het druk is, dan moet hij gesteund worden."
Ook Marciano Vink benadrukt dat de mensen om Sangaré heen een belangrijk aandeel hebben in zijn ontwikkeling. "Iedereen kon zien dat de combinatie met Pablo Rosario niet werkte", vertelde Vink bij Goedemorgen Oranje. "Dat waren twee dezelfde spelers met daar twee blokken van twee spelers voor. Er waren niet heel veel opties, zoals Huub terecht zegt. Maar hij wordt ook beter. Zijn zaakwaarnemer verdient een compliment dat hij hem niet naar Engeland maar naar Nederland heeft gebracht, waardoor hij drie stappen voorwaarts zet in balbezit. Straks heb je een complete speler die je voor een mooi bedrag aan een Engelse club kan verkopen. Die actie tegen Sparta verraadt dat hij veel beter is dan wij dachten, dat is echt briljant gedaan."
De nieuwe manier van spelen lijkt zijn vruchten dus af te werpen voor Sangaré. Waar hij vorig jaar nog een blok vormde met Rosario, grijpt Schmidt dit seizoen vaak terug op een 4-3-3-formatie, met Marco van Ginkel en Götze als overige middenvelders. Een ander belangrijk verschil is het hart van de defensie. Waar Sangaré vorig jaar in zijn rug moest leunen op Jordan Teze en Olivier Boscagli, heeft laatstgenoemde nu de ervaren Ramalho naast zich staan. Ook de ontwikkeling van Armando Obispo, die dit seizoen in vijf van de acht Eredivisieduels aan de aftrap verscheen bij PSV, mag daarbij niet onbenoemd worden gelaten. Schmidt lijkt er goed aan te hebben gedaan gedaan om af te stappen van het idee om altijd maar met twee balfapakkers te moeten spelen op het middenveld. Tegen mindere tegenstanders houdt Sangaré zich in zijn eentje over het algemeen makkelijk staande.
Schmidt heeft nooit onder stoelen of banken geschoven Sangaré een cruciale speler binnen zijn elftal te vinden. De Ivoriaan heeft om die reden ook nooit hoeven te vrezen voor zijn basisplaats. Zelfs met de komst van Davy Pröpper is hij onomstreden. Een blik op de cijfers geeft Schmidt daarin gelijk. PSV presteert met Sangaré nou eenmaal beter dan zonder Sangaré. Wanneer PSV aantreedt met de Ivoriaan maken de Eindhovenaren meer goals, worden er meer schoten geproduceerd, krijgt de ploeg minder schoten tegen en wordt vaker de bal veroverd.
Kijkend naar de aanvallende cijfers van Sangaré scoort hij op bijna alle aspecten beter dan vorig seizoen. De middenvelder heeft meer balcontacten, verstuurt vaker een pass voorwaarts, haalt een hogere passnauwkeurigheid en zorgt ervoor dat PSV meer kansen én schoten creëert. Wel verspeelt hij iets vaker de bal. In het seizoen 2020/21 leed Sangaré 14,0 keer balverlies per negentig minuten in alle competities. Dit seizoen ligt dat met 14,5 iets hoger. Dat verschil is echter verwaarloosbaar door het feit dat de Ivoriaan dit seizoen meer balcontacten (90,6 vorig seizoen, 93,9 dit seizoen) heeft. Procentueel gezien is er qua balverlies dus geen verschil. Ter vergelijking: dit seizoen hebben Davy Pröpper en Marco van Ginkel toevalligerwijs allebei 70,5 balcontacten per negentig minuten, ruim 23 minder dan Sangaré. Van Ginkel verliest gemiddeld 12,8 keer de bal, Pröpper 16,4 keer.
"Ik denk dat iedereen Sangaré in zijn elftal wil hebben", vertelde Willem van Hanegem onlangs bij ESPN in gesprek met Hans Kraay junior. "Het is gewoon een hele goede en bruikbare speler. Ik denk dat hij alleen nog maar beter en beter gaat worden. Als je op hele goede spelers gaat letten, kom je ook tot de conclusie dat ze vrij regelmatig een bal verspelen. Dat kan toch? Dat zit er in opgesloten. Hij heeft de pech dat het altijd druk is als hij een bal afpakt en dan net geen medespeler kan bereiken."
De statistieken die in het nadeel spreken van Sangaré zijn het aantal tegengoals en het aantal intercepties. PSV krijgt met Sangaré binnen de lijnen namelijk gemiddeld 1,2 tegentreffers in alle competities, terwijl dat aantal zonder Sangaré op 0,8 ligt. Ook het aantal intercepties, 12,2 met Sangaré tegenover 13,6 zonder Sangaré, spreken niet in het voordeel van de verdedigend ingestelde middenvelder. Pas wanneer de van Toulouse overgekomen balafpakker er niet met onnodig balverlies voor zorgt dat een tegenstander een gevaarlijke aanval kan opzetten, mag hij met recht tot een van de beste spelers van de Eredivisie worden gerekend.