voetbalzone

'De Xherdan Shaqiri van Waalwijk’: 'Ik heb mijn hart verloren aan FC Twente'

Chris Meijer18 mrt 2019, 21:43
Laatst bijgewerkt: 18 mrt 2019, 21:43
Advertentie

WAALWIJK - Toen Dylan Seys zich afgelopen zomer in Waalwijk meldde voor het begin van de voorbereiding op het nieuwe seizoen, had hij in fysiek opzicht weinig meer weg van een topsporter. De 22-jarige aanvaller genoot met volle teugen van zijn vakantie in Spanje, keerde zes kilo te zwaar terug bij RKC en moest in de eerste weken zelfs apart trainen, omdat hij in conditioneel opzicht niet kon meekomen met zijn ploeggenoten. De ‘Xherdan Shaqiri van het Mandemakers Stadion’ liet zich niet uit het veld slaan, knokte zich razendsnel terug in de basiself en is nu de smaakmaker in het elftal van de Waalwijkers.

Door Chris Meijer

Voor Seys vormde de vakantie in Marbella en Ibiza de afsluiting van een loodzware periode. In het voorjaar moest hij afscheid nemen van zijn moeder, die na een slepend ziekbed overleed. Seys had de vakantie, waarin hij niet bepaald op zijn voeding lette, nodig om zijn gedachten te kunnen verzetten. “Mijn moeder en mijn vader zijn mijn leven en een deel van die band is ineens weg. Er komt een bepaalde leegte vanbinnen en daar had ik het heel moeilijk mee. Op vakantie heb ik geprobeerd om te genieten, wat eigenlijk in februari of maart al had moeten gebeuren. In de eerste periode had ik niet het gevoel dat het voetbal een uitlaatklep was, ondanks dat ik heel veel steun kreeg van RKC en de supporters”, geeft Seys te kennen in gesprek met Voetbalzone. Ondanks dat hij fors te zwaar terugkeerde, bracht RKC begrip op voor zijn situatie. “Iedereen doet het op zijn eigen manier en dit was voor mij een leermoment. Dit gaat niet meer gebeuren in de toekomst, dat weet ik ook wel. Maar dit was mijn uitlaatklep, iets dat moest gebeuren. Ik had het gewoon echt nodig.”

voetbalzone

Toen Seys terugkwam in Waalwijk, besefte hij direct dat er een knop om moest. “Ik wist dat als ik hogerop wilde komen, ik er iets voor over moest hebben. Daardoor heb ik tot nu toe iedere dag tegen mezelf gezegd: dit moet en kan beter.” RKC stelde afgelopen zomer met Fred Grim pas relatief laat een trainer voor dit seizoen aan, nadat de eerste trainingen nog waren geleid door assistent Erwin van Breugel. Toen de 53-jarige oefenmeester aantrad, haalde hij Seys vrijwel direct weer bij de selectie. “In de aanloop naar het seizoen heb ik heel veel vertrouwen gekregen en als je dat krijgt, wil je dat ook terugbetalen. Als ik vertrouwen krijg van een coach, dan weet ik dat ik beter presteer en wat kan brengen voor het team. Zo iemand had ik wel nodig in deze fase. Streng en kritisch, hij zegt het als er iets gezegd moet worden. Vorig seizoen was ik nog weleens een beetje eigenwijs, liet ik hier en daar steken vallen en gooide er een beetje met de pet naar. Fred neemt geen blad voor de mond, op een correcte wijze. Ik voel me dit seizoen fitter en sterker, er staat een andere Seys. Sinds ik de knop heb omgeschakeld, vind ik dat ik gedisciplineerder op de club kom en er voor mezelf alles probeer uit te halen.”

Celtic
Seys redde zichzelf zo uit het voorlopig absolute dieptepunt van zijn loopbaan, die juist nog zo veelbelovend begonnen was. Hij kwam op achtjarige leeftijd in de jeugdopleiding van Club Brugge terecht, stond lange tijd te boek als een groot talent bij de Belgische topclub en trok al vroeg de aandacht van Celtic en Lille. De Schotse topclub volgde de toen vijftienjarige Seys maandenlang en deed hem zelfs een aanbieding. “Ik weet het nog heel goed, we zaten in de lounge van Club Brugge met mijn ouders aan tafel met een afvaardiging van Celtic. Zij vertelden dat ze me goed konden gebruiken. Het was echt concreet. Tot mijn makelaar in vijf minuten ineens een belletje kreeg van de clubleiding van Club Brugge. Toen kon ik ineens een profcontract tekenen bij Club Brugge. Als er een bepaalde druk ligt en er echt iets concreet is, dan kan het snel gaan. Ik schrok er toen ook een beetje van dat Club Brugge er nog tussenkwam, maar het was tegelijkertijd ook een bevestiging dat ze potentie in mij zagen.” Ondanks dat Club Brugge met zijn eerste profcontract het vertrouwen in Seys uitsprak, bleef een kans in de hoofdmacht in de jaren daarna uit.

voetbalzone

Slechts één keer behoorde de aanvaller tot de wedstrijdselectie: in seizoen 2015/16 zat hij negentig minuten op de reservebank tijdens het uitduel met Royal Excel Mouscron. “Ik vind het alleen jammer dat ze mij nooit een eerlijke kans gegeven hebben. Daardoor heb ik niet kunnen tonen wat ik in mijn mars had. Ik trainde met het eerste, reisde mee naar Champions League-wedstrijden en daarmee kwam al een droom uit. Dan ben je er zo dichtbij... Ik wist ook wel dat ik nog een jonkie was en moest bijleren, maar ik had het gevoel dat ik er klaar voor was”, legt Seys uit. Club Brugge verhuurde hem twee keer: aan het Israëlische Hapoel Acre en later aan FC Twente. Namens de Tukkers kwam hij tot zeventien optredens in de Eredivisie, waarin hij goed was voor één doelpunt en twee assists. “Ik heb echt mijn hart verloren aan FC Twente, door hoe ze mij gesteund hebben op alle vlakken. Het is een club die in de Eredivisie moet spelen en blijven, met fenomenale supporters. Ik moest er in het begin wel aan wennen hoe er in Nederland gevoetbald wordt. Ik merkte direct dat het spel me ligt, er liggen veel ruimtes aan de buitenkant en je komt veel aan de bal. Ik ben iemand die iets uit het niets kan creëren, dus het is dan heerlijk om veel aan de bal te zijn. Bovendien wordt er minder naar lengte gekeken. Ik werd er soms op afgerekend dat ik te klein (Seys is 1,68 meter, red.) was. Als je goed bent, ben je goed en dat heeft in mijn ogen niks met lengte te maken. Kijk maar naar Lionel Messi, dat is een voorbeeld. 1,70 meter. Je hoeft niet groot te zijn om goed te zijn.”

In Nederland constateerde Seys al snel dat er over het algemeen meer kansen liggen voor jonge spelers. “Kijk maar naar Frenkie de Jong en Matthijs de Ligt”, zo haalt hij als voorbeeld aan. “In België halen ze over het algemeen veel spelers uit het buitenland. Misschien dat ik bij een Nederlandse topclub wel eerder een kans gekregen had. Als ik op dit moment naar Club Brugge kijk, denk ik dat ik nu mijn kansen wel had gekregen. Deze coach (Ivan Leko, red.) geeft veel kansen aan jongere spelers. Ik kijk vaak naar Club Brugge, omdat ik nog de nodige vrienden heb die daar spelen.” In de zomer van 2017 liet Seys zijn jeugdliefde, uiteindelijk zonder een wedstrijd in de hoofdmacht te hebben gespeeld, achter zich. Ondanks dat de Belgische club de optie in zijn contact had gelicht, lieten ze hem later transfervrij gaan. RKC hengelde hem transfervrij binnen en in zijn eerste seizoen in het Mandemakers Stadion was hij in dertig wedstrijden goed voor acht doelpunten en zeven assists. “Het is niet zo dat mijn keuze al per se op Nederland was gevallen. Ik sprak met verschillende clubs, maar dat was het allemaal net niet. Bij RKC had ik zoiets van: als ik hier twee jaar mijn best doe, valt dat vanzelf op in Europa. Ik moest een stap terugzetten om er twee vooruit te maken.”

De cijfers van Seys in dit seizoen.

Shaqiri
Na de moeilijke periode van afgelopen jaar heeft de dribbelaar, die vanwege zijn postuur geregeld vergeleken wordt met Xherdan Shaqiri van Liverpool (‘Dikke kuiten, klein, een beetje geblokt. Hij kan wel iets beter ballen dan ik’), zijn cijfers van vorig seizoen al overtroffen. Tot dusver verzorgde Seys 11 doelpunten en 9 assists in 30 wedstrijden. “Als je de statistieken bekijkt, kan je niet ontkennen dat ik mijn stempel al heb weten te drukken. Toch ben ik van mening dat het nog beter kan. Ik heb nog een aantal punten waar ik aan moet werken, maar dat heeft iedereen”, zo klinkt het zelfbewust. “Het voelt wel als een bevestiging dat het nu is gaan lopen nadat ik afgelopen zomer de knop heb omgezet. Ik moest terugbikkelen, voetbal is mijn alles en mijn leven. Nouja, oké. Family first, weet je? Maar ik doe er alles aan om een stap hogerop te kunnen maken en ik vind dat het nu prima loopt. Die moeilijke periode vormt een motivatie. Ik wilde er niet in blijven hangen, omdat mijn ouders er alles aan gedaan hebben om mijn jongensdroom uit te laten komen.”

Die droom stopt niet in het Mandemakers Stadion, zo geeft Seys eerlijk toe. Zijn contract in Waalwijk loopt komende zomer af, al heeft de club nog een optie om hem een jaar langer aan zich te binden. “Ik merk dat er steeds meer erkenning is, daar put ik ook motivatie uit. Ik wil volgend jaar eigenlijk een stap hogerop maken, naar de Eredivisie bijvoorbeeld. Vanaf daar wil ik bouwen aan een volgende stap. Ik wil niet direct een te grote stap maken, waardoor ik ergens niet aan spelen toekom en binnen twee jaar weer opnieuw moet beginnen. Voorlopig ben ik nog bij RKC, hier wil ik het seizoen goed afsluiten met het halen van de play-offs en daarna zien we wel wat er gaat gebeuren”, stelt hij. Is een terugkeer bij jeugdliefde Club Brugge dan de ultieme droom? “Oef, dat vind ik een goede vraag. Club Brugge is een grote club, dus er zou wel een droom uitkomen als ik daar terechtkom. Maar de kans is heel klein dat ze spelers terughalen, dus ik reken er niet op. Daarom probeer ik me te focussen op andere teams. Ik merk wel dat er weer een stijgende lijn in mijn carrière zit, ja.”