‘De wijze waarop ik in de media ben neergezet, na de kopstoot, is niet leuk’
Een maand geleden liep het na afloop van de wedstrijd Paris Saint-Germain-Bastia uit de klauwen in de catacomben. Na het eindsignaal liep Bastia-aanvaller Brandao vlug de catacomben in en ging hij verhaal halen bij Thiago Motta over een akkefietje tijdens de wedstrijd. Brandao deelde Motta daarbij een kopstoot uit en brak diens neus.
Motta’s zaakwaarnemer sprak van een laffe hinderlaag, Nasser Al-Khelaïfi vond dat Brandao voor het leven geschorst moest worden en Bastia deelde officieel mee dat het geen represailles zou nemen tegen zijn aanvaller, omdat zowel hij als Motta fout zat. De Franse tuchtcommissie schorste Brandao voor vier weken.
Nu komt Motta voor het eerst aan het woord over wat zich afspeelde. Hij heeft vooral moeite met de manier waarop de Franse media over hem hebben gepraat en geschreven. “De wijze waarop ik in de media ben neergezet, na die kopstoot, is niet leuk. Ik ben agressief, maar alleen in het veld omdat daar mijn taak het afpakken van de bal is. Ik moet agressief zijn, want mijn tegenstander is dat ook”, zegt Motta tegen L’Équipe.
“Maar ik heb daarbij nooit de intentie een andere speler te verwonden”, legt de middenvelder uit. Een kopstoot zoals die van Brandao, een maand geleden, had hij naar eigen zeggen nog nooit meegemaakt. “Ik heb ook niets misdaan in die wedstrijd zelf en accepteer niet dat het wordt uitgelegd dat ik provoceerde, dat doe ik niet. Dat deed ik ook bij Genoa en Internazionale niet. Er waren gebaren, woorden, maar aan het einde was er niets meer aan de hand.”