De Visser laakt PSV en Ajax: ‘De hoofdprijs voor Maher en V/d Hoorn’
Piet de Visser merkt dat de Nederlandse topclubs te weinig naar het buitenland kijken, om hun selecties sterker te maken. In het verleden bracht de topscout meermaals spelers uit Zuid-Amerika onder bij PSV, maar heden ten dage zijn Santiago Arias en Andrés Guardado de enige ‘tropische’ pionnen in Eindhoven. En dat, terwijl er in de ogen van De Visser toch meer dan voldoende talenten rondlopen op de andere continenten.
In het verleden haalde PSV dankzij De Visser en diens netwerk onder meer Heurelho Gomes, Alex en Jefferson Farfán binnen. Na een breuk met toenmalig directeur Jan Reker richtte De Visser zich puur en alleen nog op Chelsea, vanwege zijn goede band met Roman Abramovich. Hij vindt dat de Nederlandse clubs veel te weinig scouten in Noord-, Midden- en Zuid-Amerika en begrijpt niet wat het probleem is.
“Porto en Benfica zijn op deze manier rijk geworden; ze halen jonge talenten, weten precies wat er in Ghana en Colombia rondloopt. Chelsea heeft de laatste jaren meer dan honderd miljoen euro verdiend. Ajax, PSV en Feyenoord kunnen dit ook. De nieuwe Farfán en Gomes lopen nog gewoon vrij rond, alleen moet je dan wel scouts de goede kant op sturen”, legt De Visser uit in een interview met Voetbal International.
“In Nederland willen we niet te veel geld uitgeven. Toch betaalt PSV de hoofdprijs voor Adam Maher en Ajax voor Mike van der Hoorn. Geloof me, in plaats van Van der Hoorn had ik uit Colombia een speler kunnen halen die zes, zeven keer zo goed was. En nog goedkoper ook. Clubs zijn eigenwijs, ze laten een geweldige kans liggen”, aldus de tachtigjarige De Visser.