De verraden Romein
30 Mei 1994, Castellabate Italië.
Een man staart over de prachtige zonovergoten Amalfitaanse kust, zijn hemd is ongeknoopt en zijn donkere haren ongekamd. Hij lijkt druk na te denken, onbereikbaar staat Agostino Di Bartolomei met de handen in de zakken in de brandende zon. Een grimas verschijnt op zijn gelaat als hij denkt aan wat er exact tien jaar geleden gebeurd is. Een traan dwarrelt traag over zijn wang wanneer hij Bruno Conti en Francesco Graziani hun penalty's wederom ziet missen, hij buigt het hoofd en slaakt een diepe zucht van gelatenheid.
Di Bartolomei kende een moeilijke jeugd. Er was in de jaren 50-60 niet veel om je als jonge jongen aan op te trekken in Tor Marancia, een grijze arme volkswijk in zuidelijk Rome. Dagdagelijks maakte hij de straten onveilig door overal te lopen voetballen en zo de armoede en problemen te ontvluchten. De bal was zijn beste vriend en tevens enigste lichtpunt in de droevige wijk waarin hij opgroeide.
Al gauw bleek Agostino, of “Ago” voor de vrienden, over een rauw talent te beschikken. Hij vervoegde de jeugdelftallen van "zijn" A.S. Roma en maakte al op zijn achttiende zijn debuut in de Serie A. Na een succesvolle uitleenbeurt aan Serie B club Vicenza keerde hij terug en ontwikkelde Ago zich stormachtig als buffer en dirigent van Roma. In een elftal dat sterren als de Braziliaan Falcão, de Oostenrijker Herbert Prohaska en de slimme Carlo Ancelotti bevatte grossierde Ago met zijn kenmerkende lange passes en schoten op doel. Hij was het koppelstuk tussen de verdediging en de aanvallers, ofwel fungeerde hij als libero. Als dirigent, kapitein en leider van een groots elftal dat vele prijzen won, waaronder de Scudetto in 82'-83' en twee Coppa Italia, schitterde “Il Consigliere” als de anonieme ster die hij was. Met het nummer tien op de rug en Roma in zijn rood gele hart was hij een voorbeeld en talisman voor iedereen in het elftal.
Na het winnen van de eerste Scudetto sinds 1941 stond Rome in brand, echter had Agostino een zo mogelijk nog grotere droom, het winnen van de Europacup 1. Na een foutloos parcours werden I Giallorossi bijna uitgeschakeld in de halve finale. Dundee United, de toenmalig Schots kampioen, strafte de lakse mentaliteit van de wolven uit Rome af door thuis 2-0 te winnen. Ago, met al de kalmte die hij steeds behield, spoorde zijn troepen aan tot een overrompeling. Hij drukte met zachte hand zijn ploeggenoten op het hart dat ze hun honger moesten terugvinden. Zijn gewichtigheid en afgedwongen respect in de groep waren doorslaggevend. De sterren werden weer wolven en aten de arme Schotten onder Ago's leiding op, 3-0. Heel Italië en vooral Rome maakte zich op voor wat een legendarische finale moest worden. Het grote Liverpool F.C. dat giganten als Kenny Dalglish, Ian Rush, Graeme Souness en Alan Hansen rondlopen had moest het kind van de rekening worden. Geen sinecure maar heel Rome geloofde in een goede afloop.
Ago haalt diep adem en vult zijn longen met de zuivere zeelucht die hem omringt. Hij haalt zijn handen uit de zakken en leunt op de balustrade van zijn villa. De ogen sluiten zich en de beelden verschijnen automatisch, alsof ze op zijn oogleden gebrand zijn. 30 mei 1984 dringt zich aan Ago op, hij wil er niet aan denken maar doet het toch.
In het eigen kolkende Stadio Olimpico moest en zou Roma haar honger stillen, de historische straten van Rome kleurden geel en rood. Maar liefst zeven uur voor aanvang van de wedstrijd gingen de toegangspoorten van het Olimpico al open voor de drummende geel rode zee. Onophoudelijk zongen de tifosi de longen uit het lijf, Rome moest haast wel hoorbaar zijn tot in Liverpool en verder. Al gauw zag het tot de nok gevulde Olimpico hun team op achterstand komen door toedoen van Phil Neal, die een verloren gerolde bal simpel binnen kon tikken. Roma vocht terug en Ago strooide als libero met geniale passes, hij gaf leiding aan zijn pak wolven van achter de defensie en het resultaat werd de gelijkmaker vlak voor rust. Roberto Pruzzo kopte beheerst over doelman Bruce Grobbelaar en tekende zo ook meteen voor de eindstand. Beheerst door de schrik om te verliezen speelde beide elftallen behoudend de wedstrijd en verlengingen uit, penalty's moesten dus soelaas brengen over wie de meest prestigieuze Europese prijs voor clubs in de prijzenkast zetten mocht.
Roma begon nochtans goed aan de reeks penalty's. Steve Nicol van The Reds schepte onbeholpen het leer over de dwarsligger. Dankzij de daaropvolgende knal van Di Bartolomei, die de bal onder de dwarsligger joeg, stond A.S. meteen op voorsprong. Nadat Neal de bordjes terug gelijk bracht faalde Conti echter door de immense druk. Het ging tot 3-2 vooraleer Graziani miste en zo ongewild de kans aan Alan Kennedy schonk om Liverpool de cup te bezorgen, Kennedy miste niet. Rome was in rouw, Di Bartolomei was ontroostbaar.
Alsof het nog niet erg genoeg was zat Roma hierna in financiële problemen en uitgerekend hij werd verkocht aan A.C. Milan om de clubkas te spijzen. Begrijpen kon hij het niet, zijn grote liefde had hem verraden. Hij wou zijn hele carrière bij zijn geliefde Roma doorbrengen maar het mocht niet zijn. Na zijn afscheid van het voetbal sleet Ago zijn dagen hopend op een telefoontje van Roma om een functie bij de club in te vullen, maar die telefoon kwam niet. Zijn eigen voetbalschool ging failliet en de gekrenkte Romein sukkelde in een zware depressie.
Hij buigt het hoofd, een traan valt op het terras onder zijn voeten. Het doet hem nog steeds te veel pijn. Ago staat recht en de zon gaat langzaam onder. Een donkere schaduw werpt zich op zijn gezicht. De wind waait door zijn zwarte haren. Voor de laatste maal ademt hij diep in en zet zijn Smith & Wesson tegen zijn fiere borst, de ogen sluiten. Een luide knal, een donkerrood terras, en Ago die niet meer was.
Riposa in pace Agostino Di Bartolomei. Moge Rome je nooit vergeten.