‘De VAR is een aparte job, niet iets wat een scheidsrechter er even bij doet'
In de eerste anderhalve week van het WK ging het veelvuldig over de Video Assistant Referee (VAR), die op het toernooi in Rusland zijn debuut maakt op een eindtoernooi. Enerzijds greep de videoscheidsrechter tot dusver een aantal keer succesvol in, maar aan de andere kant bleven een aantal overduidelijke overtredingen ondanks de aanwezigheid van de extra ogen onbestraft. Voormalig topscheidsrechters Dick Jol en Mario van der Ende zijn enthousiast over de aanwezigheid van de VAR, maar plaatsen hun vraagtekens bij de uitvoering ervan.
Door Chris Meijer
Tijdens de wedstrijd tussen Servië en Zwitserland belt Jol terug. “Zie je, dit is nou wat ik bedoel”, zegt de oud-scheidsrechter, doelend op de situatie waarbij Aleksandar Mitrovic door twee Zwitserse verdedigers naar de grond gewerkt werd. Tot ontsteltenis van de spits en het televisiekijkend publiek gaf de scheidsrechter een vrije trap aan Zwitserland, terwijl de VAR klaarblijkelijk ook niet ingreep. Het incident is een van de nodige missers van de videoscheidsrechter op het WK tot dusver, want ook andere worstelpartijen, smerige tackles en overtredingen binnen het strafschopgebied bleven ongestraft ondanks de aanwezigheid van de technisch hulp. “Natuurlijk zitten er goede momenten tussen, maar daar is het ook voor bedoeld.”
“Het is fifty-fifty qua succes, bij vlagen pakt het goed uit. Het moet 95/5 zijn, of zelfs honderd procent. Met de VAR schijnt nu de ene dag de zon en de andere dag zeikt het van de regen”, vervolgt Jol, die negen jaar lang internationale wedstrijden floot en in 2001 de Champions League-finale tussen Bayern München en Valencia onder zijn leiding had. De videoscheidsrechter greep in de eerste weken van het WK overigens ook verschillende keren op succesvolle wijze in en de oud-arbiter benadrukt dat hij graag gebruik had gemaakt van de technische hulpmiddelen gedurende zijn loopbaan. “Als iets het wedstrijd- of scoreverloop kan beïnvloeden, word je nog gered door deze middelen. Maar ze zijn er nu nog niet klaar voor. Ik heb het idee dat het WK een soort oefenmoment voor ze is. Harry Kane werd in de eerste wedstrijd van Engeland tegen Tunesië helemaal uitgekleed in het strafschopgebied. Dat is geen geval van interpretatie, dat zie je toch gewoon? Je zit met zijn vieren en ze hebben allemaal acht momenten die anders zijn. Ze kunnen terugspoelen, dus zo moeilijk kan het niet zijn. Je hebt het in de nacompetitie gezien, waar Sparta tegen FC Emmen ondanks de aanwezigheid van de VAR twee strafschoppen werd onthouden. Ik vind dat Allard Lindhout en Dennis Higler naar Sparta moeten gaan om hun falen toe te geven.”
Björn Kuipers draaide in de wedstrijd tussen Brazilië en Costa Rica (2-0) een aan de Brazilianen gegeven strafschop terug na inmenging van de videoscheidsrechter. “Hij was zeker van zijn zaak, maar zat blijkbaar toch fout. Neymar neemt gewoon de boel in de zeik. Blijkbaar heeft Kuipers niet genoeg voetbalervaring, want er zit ook een stukje voetbalfeeling bij. Je moet het meegemaakt of zelf gedaan hebben, maar dat heeft hij dus kennelijk niet. Dan een penalty geven en terugtrekken, is dodelijk. Dit zijn gewoon dingen die de eindscore van je wedstrijd bepalen”, zegt de Hagenaar over Kuipers, die op lovende commentaren kon rekenen. “Ik vond hem niet sterk, te lang wachten. Het irriteerde mij dat Kuipers zo laat Neymar een gele kaart gaf voor praten. Zo iemand moet je even de mond snoeren, dan zeg je: hier, pang. Dan doet-ie niks meer. En de volgende keer dat hij het doet, kan hij lekker gaan klaverjassen binnen, dag. Dat Kuipers wordt gecorrigeerd door de VAR na die strafschop is niet prettig, maar daar sta je voor. Als je daar niet tegen kan, moet je er niet gaan staan.”
In 2016 keurde de FIFA het gebruik van de VAR goed, waarna er in de Verenigde Staten voor het eerst mee getest werd. De interland tussen Frankrijk en Italië in hetzelfde jaar was de eerste internationale wedstrijd met een videoscheidsrechter. Vervolgens was de VAR ook van de partij op de Confederations Cup en het WK Onder-20 in 2017, terwijl het hulpmiddel afgelopen seizoen in onder meer de Bundesliga, de Serie A, de FA Cup en de KNVB Beker gebruikt werd. In maart besloot de FIFA dat de VAR ook tijdens het WK in Rusland gebruikt zou worden. De videoscheidsrechter mag ingrijpen bij vier spelsituaties: doelpunten, penalty's, directe rode kaarten en het bestraffen van de verkeerde persoon. De VAR kan bij de hoofdscheidsrechter, die op het veld staat, een herziening van zijn beslissing aanbevelen, terwijl de leidsman dit zelf ook kan aanvragen.
“Het is heel simpel: ik ben een voorstander van het gebruik van technische hulpmiddelen in het voetbal. Mits het op de juiste wijze gebruikt wordt. Ik heb het idee dat het tijdens dit WK nog lang niet optimaal gebruikt wordt. Dat heeft vooral te maken met de kwaliteit van de mensen die achter de knoppen zitten of op het veld staan”, concludeert Mario van der Ende in gesprek met Voetbalzone. In zijn column in AD/Haagsche Courant trok de voormalig arbiter de rol van de VAR tijdens het WK in twijfel, wat volgens hem voornamelijk te maken heeft met kwaliteit. “Ze kunnen wel zeggen: Het blijft mensenwerk. Maar ik zeg dan: zet de juiste en beste mensen erop. Ik denk dat er te weinig geoefend is. Danny Makkelie zit er nu, maar hoe vaak heeft hij achter die monitoren gezeten? Ik vind het gewoon een aparte job en niet iets wat een scheidsrechter er even bij doet. De manier van waarnemen is heel anders, want je moet letten op een detail in plaats van het grote plaatje. Het is een heel ander vak.”
Van der Ende wijst ook op het tweeluik tussen Sparta Rotterdam en FC Emmen in de nacompetitie, waarin de Rotterdammers in beide wedstrijd een strafschop onthouden werd, ondanks de aanwezigheid van de VAR. “Daar zaten mensen die in de Eredivisie mogen fluiten, maar die dus achter een monitor niet zien wat heel Nederland kan zien. Mensen kunnen die dingen missen door op andere dingen te focussen of het anders te interpreteren. Vroeger had je zo'n reclame van de Landmacht, met geschikt of ongeschikt. Dan kan je hier wel een kruisje bij ongeschikt zetten”, stelt de oud-scheidsrechter, die op de WK's van 1994 en 1998 en het EK van 1996 actief was. Van der Ende stelt dat de kwaliteit van de scheidsrechters op het WK over het algemeen te laag ligt. “De selectieprocedure is gewoon een hele politieke keuze en daar moeten ze eens vanaf. De scheidsrechters komen uit allemaal verschillende landen, omdat ze iedereen tevreden willen houden. Dat is te gek voor woorden, want ze kiezen nu voor kwantiteit en niet voor kwaliteit.”
“Je blijft discussie houden, zolang je niet met de beste mensen werkt. Het blijft mensenwerk, dus er blijven fouten gemaakt worden. Maar als je meer kwaliteit hebt, kun je de kans op fouten minimaliseren en het systeem optimaliseren”, vervolgt Van der Ende. “Voor mijn part komen er vier mensen uit Liechtenstein of vier mensen uit Mozambique, als dat de beste mensen zijn is het prima. Bepaalde scheidsrechters uit kleinere competities hadden zich ook beter kunnen ontwikkelen als ze in betere competities waren neergezet. Daar snap ik ook niks van. Engeland heeft een van de grootste competities van Europa, maar die leveren geen WK-scheidsrechter. Dan zou ik even achter mijn oren krabben. Ze kopen de beste spelers, maar niet de beste scheidsrechters. Ik verbaas me er over dat er nog steeds geen transfers plaatsvinden op arbitraal gebied.”
Naast het verbeteren van de selectieprocedure en de kwaliteit stelt Van der Ende voor om een aanvraagmoment voor beide teams in te voeren, waarmee er één moment aangevraagd kan worden bij de VAR. “Dat zou een geweldige toevoeging zijn om het spel nog eerlijker te maken. Het geeft de ploegen ook het gevoel dat als zij het moment zelf kunnen aanvragen er in ieder geval naar gekeken wordt. Nu is er sprake van willekeur in sommige situaties. Het is in deze vorm een geweldig vangnet. Er zijn een aantal prachtige voorbeelden dat het werkt, met het geven van strafschoppen. Het lijstje met twijfelgevallen, is alleen veel langer. We kunnen vanaf 1969 mensen op de maan neerzetten, maar we gaan pas in 2018 kijken of een balletje over de doellijn is. We lopen al heel lang achter op andere sporten, waar dit al langer toegepast wordt. Het kan niet beter, het moet beter.”