De ‘Totti van Telstar’: schipperen tussen de Keuken Kampioen Divisie en Ajax
Iedere ploeg in de Keuken Kampioen Divisie heeft zijn eigen routiniers, de ervaren mannen die het elftal op sleeptouw nemen. In de rubriek Routiniers licht Voetbalzone, de officiële mediapartner van de Keuken Kampioen Divisie, een van deze ervaren spelers uit. Met deze keer aandacht voor Frank Korpershoek, de aanvoerder en clubicoon van Telstar die bezig is aan zijn veertiende seizoen in Velsen-Zuid.
Door Chris Meijer
Net nadat het gesprek met Frank Korpershoek begonnen is, schuifelt een groep jongeren onder leiding van een enthousiaste gids de businessruimte van het Rabobank IJmond Stadion binnen. “Sorry dat we even inbreken, maar ik vind het wel prettig. Mogen we straks even gebruik van je maken? Dit is Frank Korpershoek, onze aanvoerder. Iedereen hier is uitgenodigd voor de wedstrijd van komende vrijdag, wil jij nog wat tegen ze zeggen?”, vraagt de vrouw aan Korpershoek. De 34-jarige verdediger annex middenvelder begint te lachen en antwoordt: “We zitten nu even in een mindere fase na een goede start, dus we kunnen de steun goed gebruiken.” De vrouw knikt: “Ze hebben vanmorgen een mooie cursus gehad over voeding, dus dat past mooi bij jou. Jij begeleidt toch ook de spelers?” Korpershoek schudt het hoofd: “Nee, maar ik ben 34 en een van de fitste spelers in de selectie. Dat is voornamelijk te danken aan mijn voeding. Daar kan ik heel veel over vertellen, maar dan zitten we hier vanavond nog.” Er volgt een voorzichtige lach vanuit de groep. “Nou, die heb je er gratis bij”, zegt Korpershoek met een glimlach, terwijl hij zich weer omdraait.
Korpershoek mag met zijn 34 jaar misschien de oudste speler van de Keuken Kampioen Divisie (‘Ik werd er laatst op gewezen door mijn vriendin, ja’) zijn, maar van afbouwen is absoluut nog geen sprake. Integendeel, want hij miste dit seizoen nog geen enkele wedstrijd bij Telstar. Het is het resultaat van een keerpunt dat zich halverwege zijn carrière voordeed, toen hij voor de zoveelste keer geopereerd moest worden aan zijn knie. Een doktersadvies, dat Korpershoek wees op de eventuele gevolgen op latere leeftijd, opende zijn ogen. De liefde voor het voetbal overwon definitief de twijfels over zijn fitheid. “Toen dacht ik: ik heb er zolang over gedaan om dit te bereiken en heb zelf altijd de regie gehad, dus ik ga het niet laten afhangen van externe factoren. Ik wilde nog een keer alles op alles zetten om fit te worden en ben ook op mijn voeding gaan letten, ik ben daar een studie over gaan volgen. Alle zaken die ik rond het voetbal kon beïnvloeden, ben ik gaan beïnvloeden. Een gevolg was dat ik daar ijzersterk uitkwam en sindsdien nauwelijks meer een wedstrijd gemist heb, terwijl ik in de jaren daarvoor constant liep te sukkelen. Ik raakte zes of zeven kilo kwijt, mijn vetpercentage is omlaag gegaan en ik kreeg meer energie buiten het voetbal. Daar ben ik blij mee, want er zijn een aantal hele mooie jaren uit voortgevloeid.”
Het betekent dat Korpershoek momenteel bezig is aan zijn veertiende seizoen in dienst van Telstar. De Witte Leeuwen haalden hem in 2006 weg bij de amateurs van DWV, waar hij een jaar eerder terecht was gekomen na in de jeugd en het eerste elftal van de Koninklijke HFC te hebben gespeeld. “Vanaf de eerste dag heb ik een goed gevoel bij Telstar gehad en dat is eigenlijk alleen maar gegroeid. Ik wilde gewoon voetballen, het ging me niet om het geld. Dat was bij andere clubs echt wel beter.” Hij speelde zich redelijk snel in het elftal van Telstar, dat er destijds nog behoorlijk anders voorstond. “Ik weet niet precies waar we nu bovenop zitten, maar volgens mij pikken we net een stukje van de oude tribune mee”, zegt Korpershoek, terwijl hij naar de vloer van de tweede verdieping van de hoofdtribune van het Rabobank IJmond Stadion wijst. Hij knikt vervolgens richting de voorkant van het stadion. “Hierachter stond een krot, dat was een soort businessruimte. Daarnaast waren twee kleedkamers, met ieder twee douches. Je moest altijd afwachten hoe warm dat was. De trainers zaten in op elkaar gestapelde containers. Daar kan je je momenteel niks meer bij voorstellen. Ik heb deze tribune ontwikkeld zien worden en ik denk dat het heel belangrijk was, want het heeft de club de mogelijkheid gegeven om buiten het voetbal dingen te kunnen organiseren. Ik heb veel zien gebeuren en ik hoop nog meer te mogen meemaken, want ze zijn ook nog bezig met plannen om het stadion helemaal dicht te maken. Het wordt spannend of ik dat nog ga redden.”
In de ruim dertien jaar die Korpershoek tot dusver voor Telstar speelde, beleefde hij hoogte- en dieptepunten. Hij speelde met de club uit Velsen-Zuid drie keer in de nacompetitie om promotie, maar maakte ook de periode mee dat het voortbestaan van de club in het gedrang was. “Er is een periode geweest dat het heel slecht ging met de club. Er was een samenwerking nodig met AZ, we kregen spelers en trainers van hen. We trainden bij amateurclub Stormvogels, er was niks mogelijk. We stonden hier op gegeven moment met vijf spelers op het veld. Ik sta wat dat betreft nergens meer van te kijken. Dat waren de jaren waarin ik dacht: is dit het betaald voetbal waar ik altijd voor ging? Het moment dat ik daar echt over ging nadenken, ging het alweer beter met de club”, bekent Korpershoek. Hij stelt dat het unieke karakter van Telstar de club altijd op de been gehouden heeft. Korpershoek ziet echter wel een andere zijde aan het stempel van cultclub, dat Telstar meer dan eens op zich gedrukt heeft gekregen.
“Wil een betaaldvoetbalorganisatie, waarin spelers en staf ambitieus zijn, gezien worden als een cultclub? Dat kan ook een negatief stempel drukken, dat alles maar goed en leuk is. We hebben een tijd gehad dat er sprake was van blauw kunstgras, dat soort dingen. Je wilt ook serieus genomen worden. Voor spelers is dat best wel apart, want we willen het graag hebben over wedstrijden winnen en zo goed mogelijk voor de dag komen. Daar ging het niet altijd over in de mindere periodes, maar daar is nu niks meer van te merken. Het feit dat Andries Jonker hier komt, geeft wel aan dat de club vol ambities zit. Anders gaat hij hier niet aan de slag. Het predicaat cultclub is absoluut niet slecht, maar ik noem het liever uniek.” Ondanks dat de naar eigen zeggen avontuurlijke Korpershoek meer dan eens de mogelijkheid kreeg om Telstar achter zich te laten, bleef hij de Witte Leeuwen, praktisch altijd met een kortlopend contract, tot dusver zijn gehele profloopbaan trouw.
“Natuurlijk had ik dertien jaar geleden niet gedacht dat ik hier zolang zou zitten. Ik heb altijd de ambitie gehad om een stap omhoog te maken, maar het is er om heel veel verschillende redenen niet van gekomen. Blessures, privézaken, dat ik net geen goed gevoel had, mijn trainerscarrière. Ik heb ook weleens over een buitenlands avontuur nagedacht, met een club gesproken zelfs”, bekent Korpershoek. Als hij de vraag krijgt of hij vrede heeft met zijn actieve carrière, klinkt hij direct stellig. “Ja, absoluut. Ik weet niet of dit uiteindelijk mijn plafond was. Op basis van mijn carrière wel, maar misschien zat er wel meer in. Of minder, ik weet niet. Voor een jongen die op zijn twintigste nog bij de amateurs zat, is het geen schande dat hij straks 350 wedstrijden in het betaald voetbal achter zijn naam heeft staan. Telstar is voor mij wel een groot deel van mijn leven geworden. Tot dusver heb ik hier geweldige jaren gehad, mijn vriendin leren kennen die hier om de hoek woonde, mijn opleiding en cursussen kunnen doen, vrienden gemaakt en mijn familie is dichtbij. Uiteindelijk is dat heel veel waard gebleken en wie weet wat er in de toekomst nog in mijn trainerscarrière gaat gebeuren.”
Korpershoek timmerde de afgelopen jaren namelijk behoorlijk aan de weg als trainer. Gedurende zijn dienstverband bij Telstar haalde hij geleidelijk verschillende trainersdiploma's. Hij trainde diverse jeugdelftallen van amateurclubs Stormvogels Telstar, VSV en de Koninklijke HFC, tot een jaar geleden Ajax aan de telefoon hing. “Ik vond het altijd al leuk om trainingen bij Ajax en AZ te kijken, ik was er al fanatiek mee bezig om te kijken hoe anderen het deden. Ik heb vrienden die bij Ajax en AZ werken, dus daardoor werd ik af en toe uitgenodigd. Bij de Koninklijke HFC heb ik altijd goede resultaten behaald en blijkbaar is vanuit daar het balletje gaan rollen. In december of januari werd ik gebeld door Ajax, of ik wilde praten over wat er mogelijk was. Ze wisten dat ik speler zou blijven en uiteindelijk zijn we eruit gekomen, waar ik alle partijen heel dankbaar voor ben.” Daardoor is Korpershoek sinds dit seizoen werkzaam als skill- en assistent-trainer binnen de jeugdopleiding van Ajax. “Ze denken dan aan een trukendoos-trainer, maar zo is het helemaal niet. Alles valt te trainen, je kan het zo gek niet bedenken.”
“Ik ben er heel trots op dat ik vanuit Koninklijke HFC de kans heb gekregen om bij Ajax te werken, want volgens mij zitten er nog heel wat stappen tussen. Je gaat in een keer naar Champions League-niveau. Ook bij de jeugd. Er zijn mensen die me ontzettend goed kunnen helpen in mijn ontwikkeling, met heel veel ervaring. Alleen al John Heitinga en Ronald de Boer. Daarnaast is het vrij uniek dat ik deze kans al krijg terwijl ik nog aan het voetballen ben, ergens gaat het heel goed. Ik heb er ook keihard voor gewerkt, verschrikkelijk veel uren in gestoken. Het voetballeven is niet eeuwig en ik moet me ook daarnaast ontwikkelen, maar daar ben ik al een jaar of vijftien mee bezig”, gaat Korpershoek verder. Door de kans bij Ajax heeft hij zijn bedrijf SpoCoVo, dat sport, coaching en voeding samenbrengt, voorlopig op een lager pitje gezet. Hij haalt een quote van PSV-directeur Toon Gerbrands aan om dat uit te leggen. “Hij zei dat uitspraken vaak niet langer dan drie jaar meegaan, dat vind ik wel een mooie quote. Ik geloof nog steeds heilig in dat bedrijf, maar mijn ambities zijn op het moment een beetje verschoven richting het trainersvak.”
Met het grootste plezier wisselt Korpershoek in zijn werkweek zodoende het Rabobank IJmond Stadion af met De Toekomst. “Qua organisatie zijn de clubs uiteraard verschillend, maar daar merk je niks van als de bal op het veld ligt.” Zijn contract bij Telstar loopt aan het einde van het seizoen af, maar voorlopig is hij daar nog niet mee bezig. “Stel me die vraag nog een keer in mei. Het gaat elk jaar met wat bedenktijd gepaard, ook omdat je naast het voetbal mooie kansen krijgt. Dat maakt de keuze niet makkelijker”, glimlacht Korpershoek. Met 348 officiële wedstrijden in de hoofdmacht nadert de ‘Francesco Totti van Telstar’ het clubrecord, dat momenteel met 372 optredens op naam staat van Fred Bischot. “Je bent met dat record bezig, omdat anderen ermee bezig zijn. Het wordt elke week ergens opgerakeld. Ik wist niet precies op hoeveel wedstrijden ik stond, ik hoor het af en toe en dan ben ik het weer kwijt na een paar wedstrijden. Het is geen doel, nooit geweest ook. Maar het is wel leuk als het gehaald wordt, omdat ik trots ben dat ik zoveel wedstrijden heb gespeeld voor de club. Zeker omdat het tegenwoordig niet zo vaak meer voorkomt. Ik besef wel dat ik een uitzondering ben in het huidige voetballandschap, er zijn weinig spelers die hun gehele profloopbaan bij één club spelen. Francesco Totti deed dat ook, ja.”
“Als ik heel veel geld had willen verdienen, had ik wat anders moeten doen. Er wordt heel veel geld verdiend in het voetbal, maar niet in deze omgeving. Dan moet je het voetbal heel leuk vinden om het te blijven doen. Ik vind het nog het mooiste wat er is en zolang ik kan blijven doorgaan, wil ik zo lang mogelijk op dat groene matje blijven staan. Als trainer heb ik daarna wel de ambitie om in het buitenland te werken. Ik ben ervan overtuigd dat het op korte termijn gaat gebeuren ook. En ik probeer zoveel bagage in mijn rugzakje te duwen, om dat uiteindelijk tot stand te brengen.” Als het gesprek op zijn einde loopt, knikt Korpershoek even. “Zo, drie kwartier geluld”, lacht hij. “Ik ga nu door naar Ajax, lekker een wedstrijd spelen met die jongens.”