‘De top vijf van Nederland is sterker dan hier, maar als je daaronder kijkt...’
Nederlandse profvoetballers zijn in alle uithoeken van de wereld te vinden, van de spotlights van de grote Europese competities tot de meer avontuurlijke dienstverbanden op andere continenten. In de rubriek Over de Grens spreekt Voetbalzone wekelijks met een speler die buiten de landsgrenzen actief is. Met deze keer aandacht voor Menno Koch, die bij KAS Eupen in België bezig is aan zijn eerste avontuur in het buitenland.
Door Thijs Verhaar
Met een autorit van een kleine anderhalf uur kan de bij PSV opgegroeide Koch bij zijn ouderlijk huis in Heeze zijn. Nog sneller zelfs als hij ’s avonds reist en na 19.00 uur het gaspedaal tot 130 kilometer per uur mag intrappen. “Door de coronamaatregelen ben ik de afgelopen tijd niet veel in Nederland geweest, maar je bent er inderdaad zo”, grinnikt de verdediger als hij hoort dat diverse deelnemers aan deze rubriek helemaal in Australië of Zuid-Amerika actief zijn. “Dan klinkt België maar een beetje saai, haha. Toch voelt het hier voor mij wel echt als het buitenland. Alles is en werkt toch net even anders dan je gewend bent. Ik woon in het Duitstalige gedeelte, waar het echt een mengelmoes van talen en culturen is.”
De 26-jarige Koch treft ook op de club alleen bij het eerste elftal al achttien verschillende nationaliteiten. De technische staf is Spaans, er zijn spelers uit Japan, Argentinië, Brazilië, Venezuela, Duitsland, Spanje, België en diverse Afrikaanse naties. “We hebben dus veel Franstaligen in de selectie, maar zij spreken op twee na allemaal wel redelijk Engels. Dat is de voertaal op de club, al hoor ik ook Spaans, Frans, Duits, Portugees en Vlaams”, vertelt Koch, die zichzelf redelijk verstaanbaar kan maken in het Duits en tot de uitbraak van het coronavirus ook bezig was met Franse les. “Misschien dat ik dat later nog eens oppak, want het is toch makkelijk als je met iedereen kunt spreken binnen de club. Nu wordt alles indien nodig netjes voor iedereen vertaald. Het is dus zeker geen obstakel voor me, al die verschillende talen en culturen.”
De sociaal aangelegde Koch voelt zich prima op zijn gemak bij de Belgische middenmoter en geeft aan ook op voetballend gebied veel bij te leren. “Het gaat er hier zoals bekend veel fysieker aan toe. In Nederland zijn de spitsen tactisch en technisch wat vaardiger, terwijl hier elk team gokt op snelle aanvallers of een echte krachtpatser in de spits. Daar moet je je tegen wapenen.” Het grootste verschil met Nederland is volgens Koch echter dat ieder team in de Eredivisie mogelijkheden krijgt. “In bijna elke wedstrijd zie je meerdere kansen voor beide teams, zo open is het. Zelfs toen ik met NAC tegen PSV of Ajax speelde, kregen we regelmatig goede mogelijkheden om te scoren.” In België ervaart de 1.95 meter lange centrumverdediger dat anders. “Hier gooien heel veel ploegen de boel achterin dicht en loeren ze op dat ene kansje. En die is dan nog vaak raak ook, omdat iedereen weet dat mogelijkheden schaars zijn.”
Koch plaatst daarbij wel de kanttekening dat er dit seizoen in België iets meer treffers vallen dan gebruikelijk, maar dat verklaart hij door de vele wisselingen in de selecties. Eupen heeft zelf het hele seizoen nog niet twee wedstrijden achter elkaar in dezelfde formatie kunnen spelen vanwege blessures en vooral door absenties vanwege corona. De verdediger meent dat daardoor bij alle ploegen bepaalde automatismen verdwijnen, waardoor er iets meer scoringsmogelijkheden komen. “Toch zijn het nog lang niet zoveel kansen als in Nederland en als verdediger probeer ik natuurlijk om de spits in bedwang te houden. Ik ben de afgelopen anderhalf jaar ook iets flinker geworden en speel veel geconcentreerder. Daar heb ik hier hard aan kunnen werken en het is ook gewoon nodig om je mannetje te kunnen staan.”
Hoewel hij de Belgische competitie dus als meer uitdagend beschouwt, is het voor hem geen uitgemaakte zaak dat het niveau beter is dan in de Eredivisie. “Zeker de Nederlandse top vijf is gewoon sterker dan de topclubs van hier. Maar als je verder naar onderen gaat, zouden de Belgische clubs wel betere resultaten neerzetten”, verwacht Koch. “Als je de nummer 1 tegen de nummer 1 laat spelen en de nummer 2 tegen de nummer 2 en zo verder, zou misschien wel het hele rechterrijtje van België van de onderste negen in de Eredivisie winnen. Niet omdat ze kwalitatief beter zijn, maar omdat ze veel effectiever met hun kansen omgaan. In Nederland wil iedereen mooi voetbal spelen en hier vinden clubs het prima om negentig minuten lang te verdedigen, elke bal direct naar de spits te spelen en te hopen dat die ene kans erin gaat. Dan winnen ze met 1-0 en gaan ze tevreden naar huis. In Nederland zijn we daar niet zo goed in, dus denk ik dat België over de hele breedte meer wedstrijden zou winnen.”
Of Koch bij zo’n hypothetische onderlinge wedstrijd bij Eupen in de basis zou staan, is echter maar de vraag. Hij schommelt al sinds zijn komst tussen bank en basis. “Gelukkig kan ik wel zeggen dat ik bijna altijd wel mag invallen als ik er niet vanaf het begin in sta, maar het gaat een beetje op en af”, beaamt de verdediger. “We hebben hier een mix van jongens die vroeger op hoog niveau hebben gespeeld en jonge talenten. Iedereen is erg aan elkaar gewaagd, dus is de vorm van de week of zelfs van de dag bepalend. Het is aan mij om het de trainer steeds zo moeilijk mogelijk te maken en het megadrukke schema biedt nu kansen om hem te overtuigen”, meent Koch. Eupen had in december last van een massale corona-uitbraak, waardoor de club nu in moordend tempo wedstrijden af moet werken om alles in te halen.
“Die uitbraak kwam voor ons op een heel ongelukkig moment omdat we net in een goede flow zaten. We wonnen achter elkaar van de nummer 2 en 3, waardoor we opklommen naar de zevende of achtste plek. Nu staan we een stuk lager omdat we na de winterstop een aantal wedstrijden verloren doordat jongens nog net niet helemaal fit waren”, aldus Koch. Hij geeft aan dat zijn ploeg mikt op een plekje bij de beste tien en legt de lat zelf nog iets hoger. “De play-offs zijn dit jaar weer eens op de schop gegaan en nu wordt er een kampioenspoule gemaakt van de acht beste clubs. Daarin worden alle Europese tickets verdeeld, dus het zou zeker mooi zijn als we daarom mogen strijden. We hebben de kwaliteiten om aan te haken, maar alles staat zo dicht bij elkaar dat je met een paar verliesbeurten op rij ook naar beneden moet kijken.”
Koch verwacht door het surplus aan kwaliteit niet dat zijn ploeg in de problemen komt, zoals hem dat wel gebeurde bij NAC Breda. Met die ploeg degradeerde hij in seizoen 2018/19 uit de Eredivisie, waarna hij als captain het zinkende schip verliet. “Daar heb ik het heel moeilijk mee gehad. Ik weet niet of schuldgevoel het goede woord is, maar ik voelde me wel verantwoordelijk om NAC terug naar de Eredivisie te brengen. Ik wilde eerst ook helemaal niet weg, maar besloot door alle onrust op bestuurlijk niveau toch maar naar de aanbieding van Eupen te kijken”, memoreert de verdediger. “Het was zo’n chaos. Dan ging die weer weg en dan kwam er weer een ander, die het ook weer snel voor gezien hield. Dat maakte het in mijn optiek heel moeilijk om op sportief niveau te presteren. Achteraf bleek ook wel dat ik de juiste keuze had gemaakt toen de trainer binnen een paar maanden op straat kwam te staan, maar moeilijk was het wel.”
Het kostte Koch vooral moeite om de fanatieke achterban van NAC teleur te moeten stellen. “Dat zijn echt toppers. Het maakt niet uit of je onderaan of bovenaan staat: altijd scharen zij zich achter de ploeg en dat maakt NAC voor mij nog steeds een van de mooiste clubs van Nederland.” Koch kan zich ook nauwelijks nare reacties herinneren toen hij de ploeg voor zijn gevoel in de steek liet. “Er zullen vast wel mensen zijn die er een mening over hadden, maar dat begrijp ik ook wel. Toch heb ik weinig negatieve reacties gehoord. Waarschijnlijk omdat heel veel jongens afscheid namen en omdat iedereen het gevoel had dat de club een nieuwe start nodig had. Ook scheelt het misschien wel dat ik niet alle reacties lees in de media en niet heel actief ben op sociale media. Het is me dus reuze meegevallen. De mensen die ik sprak hebben me zelfs netjes bedankt, ondanks dat het niet zo is gelopen als ik had gewild. Wel koester ik het dat ik captain mocht zijn en die ervaring neem ik nu ook weer met me mee.”
Of hij in de toekomst ooit terug zou keren bij NAC of zijn andere oud-clubs FC Utrecht en PSV, durft hij niet te voorspellen. “Ik heb hier nog een contract voor anderhalf jaar en kijk nooit ver in de toekomst.” Koch redeneert dat één en één altijd twee oplevert, dus als hij goed speelt, komen de kansen vanzelf. “Mocht ik aan het einde van mijn contract weg willen of weg moeten, zie ik wel weer wat er op mijn pad komt. Voorlopig heb ik het uitstekend naar mijn zin in België, ondanks alle beperkingen.” De 26-jarige Koch is vlak voor het uitbreken van de coronacrisis verhuisd en kan zijn spaarzame vrije tijd dus vullen met klussen. “Door het drukke schema zit ik nu heel veel in hotels of op de club, maar thuis verveel ik me ook nooit. Mijn vriendin en ik wandelen veel. We kunnen hier direct het bos in. We zitten echt heel mooi qua natuur. Natuurlijk mis je die gezelligheid met vrienden en familie, maar ik heb verder niets te klagen hoor. Ik zit hier goed.”