De Spaanse competitie is sterker dan de Engelse
De Engelse Premier League wordt door velen gezien als de sterkste competitie ter wereld. Het is de competitie waar het meeste geld in omgaat, het meest naar wordt gekeken en waar volgens velen ook de beste spelers rondlopen. Velen vinden het ook de meest aantrekkelijke competitie die er is. Maken deze zaken de Premier League ook kwalitatief de sterkste?
Over smaak valt niet te twisten. Het is daarom dan ook zinloos om te discussiëren over welke competitie het meest aantrekkelijk is. Dat is een kwestie van voorkeur. Vergelijkbaar met de verschillen tussen Barcelona en Real Madrid. De een houdt meer van het snelle en directe spel van Real Madrid terwijl de andere meer kan genieten van het eeuwige rond tikken van Barcelona. Mijn voorkeur gaat uit naar de Spaanse competitie. Dat is deels aan mijn vader te danken. Ik kijk van drie sportverenigingen alle wedstrijden. Dit zijn Feyenoord, Barcelona en the Brooklyn Nets. Op het oog wellicht niet zo heel vreemd maar als je in ogenschouw neemt dat ik in 1982 ben geboren, dan vertelt het een ander verhaal. Ik heb met alle drie de teams namelijk enorm magere jaren meegemaakt. Iedereen die de Nederlandse competitie volgt, hoef ik niet uit te leggen dat Feyenoord fan zijn vaak frustrerend is en zelfs soms pijn doet.
Dankzij Vince Carter ben ik een Nets fan maar toen hij naar the Nets kwam hadden ze net twee keer in de finale gestaan (en verloren) maar sinds zijn komst ging het slechter en slechter en pas sinds de verhuizing naar Brooklyn staat er weer een team dat serieus mee kan doen. Als geboren Rotterdammer is het natuurlijk niet vreemd dat ik voor Feyenoord ben en hoewel het wellicht niet het meest voor de hand ligt dat ik een Nets fan ben, is het misschien wel het vreemdst dat ik voor Barcelona ben.
Toen ik jonger was speelde er namelijk een hele hoop Ajacieden voor de Spaanse grootmacht. Ik denk dat er in die tijd bijna geen Rotterdammer te vinden was die echt een Barcelona-supporter was, maar toch was ik het. Mijn vader was ook fan van de Catalaanse club tot ze het lef hadden om Johan Cruijff te ontslaan en sindsdien was hij voor Real Madrid, Deportivo en eigenlijk elke club die tegen Barcelona speelde. Hij kon het ontslag van Cruijff niet verkroppen. Maar ik genoot ervan, samen met mijn vader naar de wedstrijden in de Spaanse competitie te kijken.
Het Valencia van spelers als Mendieta, Ayala, Baraja en Angulo. Athletic de Bilbao met spelers als Joseba Etxeberria en Julen Guerrero. Het Deportivo van Bebeto en natuurlijk the Dream Team van Barcelona. Ik genoot met volle teugen van het technische spel van de Spaanse competitie en dat heeft mij altijd al meer aangesproken dan de Engelse competitie. De grote meerderheid vindt echter dat de Engelse competitie vele malen sterker is. Zeker na de suprematie van Real en Barcelona de afgelopen jaren. Toch schetsen de cijfers een ander beeld.
Een veel gemaakte opmerking hier op Voetbalzone is dat Barcelona niet superieur zou zijn in Engeland en dat ze veel moeite zouden hebben met teams als Stoke City. Een heel vreemde stelling als je in ogenschouw neemt dat Barcelona Manchester United tot twee keer toe heeft weggespeeld in de CL-finale en dergelijke opmerkingen zul je van sportjournalisten zelden tot nooit horen.
Dat die kampioensrace in Spanje al lange tijd maar tussen twee teams gaat is waar. Dat er in Engeland standaard vier en dit seizoen zelfs zes teams om het kampioenschap spelen lijkt zo, maar het is toch echt anders. Arsenal is wanneer er om de prijzen gespeeld wordt nergens meer te bekennen en over Liverpool en Tottenham wil ik al helemaal niet beginnen. In Engeland spelen drie teams echt om de prijzen en dat zijn de twee clubs uit Manchester en Chelsea. Omdat United en Chelsea nooit in de Spaanse competitie zullen spelen en Real en Barcelona nooit in de Engelse is er maar een podium om te kunnen zien hoe de teams zich tot elkaar verhouden: Europees voetbal. En wat laten die onderlinge confrontaties zien?
Als we kijken naar het UEFA-coefficient op clubniveau van het huidige seizoen zien we in de top tien vier Spaanse teams en drie Engelse. Als we per land gaan bekijken, staat Spanje boven Engeland. Als we kijken naar de afgelopen tien jaar (twaalf seizoenen) dan staat Spanje zeven keer bovenaan en Engeland vijf keer. Reken je dus het huidige seizoen mee dan is Spanje acht keer de sterkste en Engeland vijf keer in de competities met de enige directe confrontaties tussen Spaanse en Engelse teams (CL en Europa League).
Als we vervolgens kijken naar de kampioenen van de afgelopen tien jaar dan heeft Spanje drie verschillende kampioenen gehad en Engeland vier. In Spanje werd in die periode Barcelona zes keer kampioen en United werd ook zes keer kampioen. Op dat gebied zijn beide competities dus praktisch even saai. Ondanks deze feiten en cijfers wordt er veel geroepen dat de Spaanse competitie niets meer voorstelt.
Als je dus de enige meetbare statistieken erbij neemt dan kun je niet anders dan tot de conclusie komen dat de Spaanse competitie sterker is dan de Engelse. Voetbal is echter veel meer dan statistieken en dat is maar goed ook. Ieder heeft zo zijn voorkeur. Ik geniet van Robin van Persie en gun hem elk kampioenschap (op de CL na) dat hij maar winnen kan. Stiekem gun ik Atlético een kampioenschap en ik hoop dat Valencia, Deportivo en Villarreal weer de grootmachten van weleer worden.
Het feit dat de Engelsen hun competitie zoveel sterker vinden dan de Spaanse is in mijn ogen misplaatste arrogantie. Ik kan het daarom niet laten om stiekem blij te zijn wanneer een Engelse club vroegtijdig wordt uitgeschakeld in Europa. Toen mijn vader nog leefde, genoot hij van teams als Arsenal en Deportivo. Mocht door een wonder deze twee teams kampioen worden, dan kijk ik naar boven wetende dat mijn vader lacht.