De Sloveense kampioen die bijna degradeerde door Italiaans wanbeleid
In de schaduw van voetbaltempels, miljardenballen en megalomane overnames leven er clubs in de marge. Waar de liefhebber nog het hof gemaakt wordt met historie, karakter en oprechte romantiek. Voor de rubriek Cultclubs leest Voetbalzone voor uit de sprookjesboeken van de voetbalbibliotheek. In deze editie: ND Gorica, de Sloveense club die eens de nationale beker won door negentien spelers van één club te huren.
Door Kevin van Buuren
Het is feest in Gorica, waar een voetbaltragedie ongedaan is gemaakt. Na een dramatisch jaar degradeerde de plaatselijke Nogometno drustvo in 2021 voor de tweede keer in de historie, maar aan het eind van het seizoen 2021/22 staat ND Gorica bovenaan de ranglijst van het tweede niveau van Slovenië. Terug naar de top. Eenzelfde scenario deed zich twee jaar eerder voor, toen de club direct de degradatie van 2019 tenietdeed. Het zijn barre tijden; even wennen voor de fans die ooit drie landstitels op rij vierden. Zij moesten de strijd aangaan met NK Maribor en, wanneer het terug zou keren uit de krochten van faillissement, Olimpija Ljubljana uit de hoofdstad. Het liep echter anders dan gehoopt.
Een historische stad
De stad is al langer het equivalent van een nieuw licht, eerder op historisch vlak dan op voetbalgebied. Het kent zelfs haar eigen scheppingsverhaal. Als Eva gecreëerd uit een rib, niet van Adam, maar van het Italiaanse stadje Gorizia, gelegen in de gelijknamige gemeente. Voor de Eerste Wereldoorlog behoorde de stad tot het gebied van Donaumonarchie Oostenrijk-Hongarije, waarna het in 1920 werd toegewezen aan Italië. Toen dat land na WOII in 1947 de Vrede van Parijs tekende en de grenzen tussen Italië en bondgenoot Joegoslavië opnieuw verdeeld werden, viel het valleideel van Gorizia binnen de grens van laatstgenoemde. Joegoslavië besloot om de verloren stad op eigen grond na te bouwen en in 1948 was Nova Gorica klaar, zoals de volledige naam van de stad luidt: Nieuw Gorizia.
Sinds de onafhankelijkheid van Slovenië in 1991 behoort de stad tot dat land, grenzend aan Italië. Gorica, vrij vertaald als ‘heuvel’, is een dubbelstad. De grens tussen Italië en Gorizia-Nova Gorica ligt over het stationsplein, waarvan het treinstation in Slovenië ligt. Sinds Slovenië in 2004 toetrad tot de Europese Unie en grenscontroles verdwenen, groeiden Gorizia, Nova Gorica en de minuscule gemeente Sempeter-Vrtojba naar elkaar toe als één saamhorige zone. En de voetbalclub? Die werd enkele kilometers verder in het aanliggende dorpje Sempeter pri Gorici tegelijk opgebouwd met de nieuwe stad: FD Gorica.
Een nieuwe Sloveense held
Die club verhuist in 1963 officieel naar de ontwikkelde infrastructuur in spiegelstad Nova-Gorica, na een fusie met NK Branik Solkan uit de regio. Daar werkt het zich langzaam op naar de eerste Joegoslavische competitie, voordat Slovenië in 1991 een eigen Liga begint: de PrvaLiga. Als HIT Gorica maakt de plaatselijke vereniging in de lichtblauw-witte tenues al snel faam, het doorbreekt de hegemonie van Olimpija. De club uit de hoofdstad wint sinds het bestaan van de PrvaLiga iedere titel, van 1992 tot en met 1995. Maar het seizoen daarop gaat de hoofdprijs naar Gorica. Enkele maanden later wint het in een directe strijd met de rivaal ook de nationale Supercup.
Weer een jaargang later volgt er een compleet nieuwe heerschappij. NK Maribor neemt de landstitel over van Gorica, en blijft die prolongeren tot en met het jaar 2003: zeven opeenvolgende kampioenschappen. Uiteindelijk herhaalt de geschiedenis zich echter en breekt Gorica de cyclus. Ditmaal niet eenmalig, de club wordt in 2004, 2005 én 2006 tot beste van het land gekroond, terwijl het daarvoor nog als achtste eindigde. Tijdens de succesjaren van Maribor weet de club ook al tweemaal de beker te winnen, in 2000/01 en het jaar daarna, maar van een monopoly op de titel durfde niemand te dromen. De club komt nog te kort om de groepsfases van Europese toernooien te bereiken, maar in eigen land behoort het tot de sterksten.
Grensverleggende samenwerking
Die status vertoont na enige tijd echter scheuren. Na afwisselende tweede en derde plekken eindigt Gorica in 2011 weer als vijfde, evenals het seizoen daarop. Dat lijkt een prima subtopplek, maar in een competitie met tien clubs behoor je al snel tot de middenmoot. Wanneer Gorica in 2013 zelfs op de zesde plek eindigt, zoekt de club naar oplossingen. Vanuit Italië reikt een mogelijkheid zich aan. Niet net over de landsgrens, in Udine, waar eigenaar Giampaolo Pozzo naast Udinese ook het Spaanse Granada en het Engelse Watford bezit. Parma Calcio wil net als haar Italiaanse collega voordeel halen uit een buitenlandse samenwerking. Het komt terecht bij Gorica, dat op enkele meters na toch al bijna Italiaans was.
De eigenaar van Parma is Tommaso Ghirardi. Hij koopt de club in 2007, nadat het drie jaar eerder onvermogend werd verklaard na het plotselinge faillissement van voedselmultinational Parmalat. Daarmee verlost hij de club van de financiële administratie, waartoe het tot dan toe verplicht werd. De tweevoudig Europacup II-winnaar staat op dat moment te boek als een gevallen topclub, dat zelfs voor het eerst in achttien jaar degradeert na het seizoen 2008/2009. Bij Gorica moeten talentvolle spelers rijpen, om Parma sneller terug te laten keren naar de Italiaanse top.
Hoewel een eerste blik misleid, wordt de samenwerking geen onverdeeld succes. Voordat het seizoen 2013/14 begint, leent Parma al negentien spelers uit aan Gorica. Met de Italianen aan hun zijde wordt de club prima vierde, daarbij wint het de Sloveense beker; de eerste prijs sinds de landstitel van 2006. Parma eindigt zesde in de serie A; de hoogste notering sinds negen seizoenen. Maar omdat het zich niet kwalificeert voor Europees voetbal, raakt de crisisclub opnieuw in financiële problemen. Spelers worden massaal teruggehaald uit Slovenië, waardoor Gorica paniekbeleid moet voeren, in 2015 op de negende plek eindigt en ternauwernood degradatie ontloopt. Met Parma gaat het niet beter: die club eindigt in datzelfde jaar negentiende en wordt opnieuw failliet verklaard, waarna het teruggezet wordt naar de Serie D.
Vanaf dat moment kunnen de 3000 toeschouwers in het kleine Sporni Park Nova Gorica weer genieten van zelfopgeleide spelers. Na de Parmezaanse calcio-catastrofe besluit de club opnieuw zelf beleid te voeren en met eigen spelers oude tijden proberen te herleven. Na de dramatische negende plek wordt het weer ouderwets vierde en tweede. Maar daarna volgen toch weer moeilijke tijden, met de eerdergenoemde degradaties tot gevolg. Desondanks hopen de fans van ND Gorica ooit weer de voormalige successen van de club te herleven.