De slapende reus die als promovendus de Bundesliga won
In de rubriek Vergane glorie onderzoekt Voetbalzone de redenen achter verschillende gevallen clubs. Voor deze editie keren we terug naar onze oosterburen, waar meerdere clubs de titel van ‘gevallen club’ dragen. FC Kaiserslautern maakt zijn opwachting. Lees hier hoe de club eind jaren negentig ontpopte tot de grootste stuntploeg van Europa, maar van de hemel in de hel stortte.
In het seizoen 2015/16 presteert Leicester City het schier onmogelijke. De club verbaast vriend en vijand en grijpt het Engelse landskampioenschap. Het is exact een jaar nadat the Foxes in het Stadium of Light van Sunderland op heldhaftige wijze handhaving veiligstellen. Leicester staat na 28 wedstrijden stijf onderaan en moet een gat van zeven punten dichten met datzelfde Sunderland. De club is dan al 140 dagen de hekkensluiter in de Premier League. Vanaf speelronde 29 gaat de knop echter om en ontstaat er een absoluut krankzinnige ontsnapping.
In april wint Leicester vier van de vijf wedstrijden en in mei blijft de club zelfs in vier wedstrijden ongeslagen. Daardoor eindigt het elftal onder leiding van Nigel Pearson op de veertiende plek. Het seizoen erop zou nog krankzinniger zijn. Aan de hand van de drie talismannen Jamie Vardy, Riyad Mahrez en N’Golo Kanté laat Leicester de traditionele top zes beven en wint het de Premier League.
Als een schrijver dit scenario voorlegt bij een uitgever bestaat de kans dat hij wordt afgewezen omdat het script te maf is. Toch ligt er nog een ongeloofwaardiger precedent in de naam van Kaiserslautern. Onder succescoach Otto Rehhagel worden die Roten Teufel in het seizoen 1997/98 landskampioen als promovendus. Tegenwoordig speelt de club echter eerder de rol van een slapende reus, of een duivel zonder drietand.
Fritz Walter
Kaiserslautern is absoluut geen onbekende in het Duitse voetbal. De club uit K-Town - de stad staat bekend om de grote Amerikaanse militaire gemeenschap en Amerikanen kunnen de naam Kaiserslautern moeilijk uitspreken - wordt op 2 juni 1900 opgericht, en in de 123 jaar dat de roemruchte club bestaat, heeft het zeker zijn sporen nagelaten. In totaal hebben de West-Duitsers 44 seizoenen op het hoogste niveau gespeeld. (1963-1996, 1997-2006 en 2010-12)
Een van de grootste successen boekt de club in het tijdperk voor de oprichting van de Bundesliga. In 1951 en 1953 grijpt Kaiserslautern de Oberliga dankzij de gebroeders Fritz en Ottmar Walter. Beiden hebben een enorme staat van dienst verworven bij de club uit Rijnland-Palts. Fritz heeft echter de meeste naamsbekendheid. In totaal komt hij 428 wedstrijden uit voor Kaiserslautern en toont hij zich bijzonder effectief met 372 doelpunten. Daarnaast leidt hij als aanvoerder West-Duitsland naar de eerste wereldtitel. In de finale winnen de Duitsers van de gezworen favoriet Hongarije (3-2).
In 1985 wordt het kolossale stadion van Kaiserslautern in ere omgedoopt tot Fritz-Walter-Stadion. De thuishaven heeft een capaciteit van bijna 50.000 toeschouwers en torent iets boven de stad uit dankzij zijn positie op de Betzenberg. Het was bovendien een van de speellocaties op het WK van 2006.
Founding father
In 1963/64 is Kaiserslautern één van de zestien clubs die aanwezig zijn bij de intrede van de Bundesliga, wat de club een zogeheten founding father maakt. Een heel glansrijke rol heeft de club nog niet direct. Het bekleedt met name de rol van een grijze middenmoter met af en toe een uitschieter naar boven, bijvoorbeeld de vijfde plaats in 1967, maar ook af en toe vechtend tegen degradatie. Kaiserslautern weet zich echter lange tijd staande te houden.
In 1972 bereikt Kaiserslautern opnieuw de finale van de DFB-Pokal, maar in het Niedersachsenstadion in Hannover wordt geen spaan heel gelaten van die Roten Teufel. Schalke 04 droogt het elftal met 5-0 af. Wel kwalificeert de club zich voor het eerst in de historie voor Europees voetbal.
Aan de eerste poging in de UEFA Cup lijkt al snel een einde te komen voor het goed en wel begonnen is, want de eerste wedstrijd tegen Stoke City wordt met 3-1 verloren. Ware het niet dat de Engelsen zich in de terugwedstrijd lelijk verslikken en op de Betzenberg met 4-0 ten onder gaan. Vervolgens worden nog twee hordes genomen tegen CUF Barreiro (4-1) en FC Ararat Yerevan (2-2, 5-4 na strafschoppen), voordat de club een pandoering krijgt van landgenoot Borussia Mönchengladbach (7-1).
In de volgende jaren draait de ploeg stabiel mee in de subtop van de Bundesliga. Zeker de thuisbasis vormt in die tijd een vesting waar tegenstanders met weinig plezier naar afreizen. Dat weet Bayern München na 20 oktober 1973 ook. De club uit Beieren, met onder anderen Franz Beckenbauer, Gerd Müller en Uli Hoeness in de gelederen, staat in de 57ste minuut op een comfortabele 1-4 voorsprong, maar zou niet als winnaar van het veld stappen.
Het onverstoorbare Kaiserslautern weet, gesteund door de trouwe supporters op de Westkurve, in de 73ste minuut de 4-4 te maken, maar daarmee is de honger nog niet gestild. Bayern blijkt aangeschoten wild en krijgt nog drie treffers om de oren in het laatste kwartier: 7-4.
Tussen 1979/80 en 1983/84 weet Kaiserslautern zich vijf keer achter elkaar te kwalificeren voor de UEFA Cup, met wisselend succes. Een van de absolute hoogtepunten volgt op 17 maart 1982, wanneer de ploeg aantreedt tegen Real Madrid. De Madrilenen hebben in de heenwedstrijd in het Santiago Bernabéu hun plicht gedaan door met 3-1 te winnen, maar wachten een hels karwei op de gevreesde Betzenberg.
In het westen van Duitsland wordt Real Madrid compleet platgewalst. In de eerste helft staat er al snel een 2-0 tussenstand op het scorebord en lopen de Spanjaarden tegen twee rode kaarten aan. In de tweede helft blijft Kaiserslautern stormen en na negentig minuten staat er een 5-0 stand op het scorebord. Real Madrid eindigt de wedstrijd zelfs met acht man.
Na een mindere periode in de tweede helft van de jaren tachtig, waarin het regelmatig in het rechterrijtje eindigt, zijn de eerste seizoenen in de jaren negentig uiterst succesvol. In het seizoen 1989/90 zet de club voor het eerst een DFB-Pokal op zijn naam.
Nadat de club achtereenvolgens Bayer Leverkusen II, rivaal FSV Mainz 05, FC Köln, Fortuna Düsseldorf en Kickers Offenbach verslaat, wacht in de finale Werder Bremen. Met die club heeft Kaiserslautern nog een appeltje te schillen gezien de eerdere, verloren bekerfinale in 1961. Een wervelend Kaiserslautern staat na 45 minuten op een 3-0 voorsprong in het Olympiastadion dankzij twee goals van Bruno Labbadia en een treffer van Stefan Kuntz. In de tweede helft komt Bremen wel terug tot 3-2, maar verder dan dat komt het niet.
Het winnen van eremetaal smaakt naar meer en in het volgende seizoen bereikt FCK de heilige graal in het Duitse voetbal. Kaiserslautern stoot regerend kampioen Bayern van de troon en wint voor het eerst in de clubhistorie de Bundesliga. Onder aanvoering van Kuntz, die Duits voetballer van het jaar wordt, eindigt de club drie punten boven der Rekordmeister.
Kaiserslautern kan de prestatie als regerend kampioen niet evenaren en eindigt in het seizoen daarop vijfde. In de jaren daarna kabbelt Kaiserslautern rustig voort, tot het seizoen 1995/96. Dat jaar blijkt een rollercoaster van jewelste voor de supporters.
In de zomer van 1995 verlaten veel sterkhouders van Kaiserslautern het nest, waaronder Kuntz en de Zwitser Ciriaco Sforza. Het vertrek wordt louter opgevangen met gedegradeerde spelers van Bundesliga- en 2. Bundesliga-clubs. De aanwinsten renderen niet zo goed als hun voorgangers en het verval is merkbaar. Daar kan ook een record-transfersom van 4,2 miljoen Duitse mark, omgerekend 2,15 miljoen euro, voor de Braziliaan Arílson én een trainerswissel weinig aan veranderen en zo wordt de situatie steeds hachelijker.
Door een kleine opleving aan het eind van de competitie, waarin Kaiserslautern acht punten pakt in vier wedstrijden, kan op de laatste speeldag handhaving worden veiliggesteld, maar daarvoor moet het wel winnen van directe concurrent Bayer Leverkusen. FCK neemt hierin wel de leiding, maar die Werkself maken uiteindelijk 1-1. Een stand die funest blijkt voor de thuisploeg.
Aan 33 onafgebroken seizoenen in de Bundesliga komt een wrang einde. Tot de degradatie is Kaiserslautern één van de vier overgebleven clubs die nog nooit het hoogste niveau heeft verlaten. Eintracht Frankfurt daalt samen met Kaiserslautern af in hetzelfde seizoen, FC Köln een jaar later en dinosaurus Hamburger SV blijft tot 2018 onafgebroken spelen in de Bundesliga. Maar Kaiserslautern kan niet te lang treuren, want er staat nog een toetje op het programma. Een troostprijs. Amper een week na de degradatie naar de 2. Bundesliga staat de finale van de DFB-Pokal op het programma.
Kaiserslautern bereikt de finale door achtereenvolgens SC Fortuna Köln, SG Wattenscheid, Schalke, FC Homburg en Leverkusen te verslaan. In de finale wacht vervolgens Karlsruher SC. In het Olympiastadion zijn die Roten Teufel door een goal van Martin Wagner met 0-1 te sterk. Ook een rode kaart voor Kaiserslautern-verdediger Andreas Brehme een kwartier voor tijd brengt daar geen verandering meer in.
Otto Rehhagel is de uitverkoren trainer die Kaiserslautern promotie moet leveren. Rehhagel heeft in Duitsland dan een redelijke staat van dienst opgebouwd bij Werder Bremen en Bayern, maar moet het veld ruimen bij laatstgenoemde. Bij Kaiserslautern, waar hij tussen 1965 en 1972 onder contract stond als veldspeler, zorgt hij direct voor nieuw elan. Met een voorsprong van tien punten op de nummer twee promoveert de club weer terug naar de Bundesliga. In de Europacup voor bekerwinnaars is het avontuur snel afgelopen. In de eerste ronde wordt het team door Rode Ster Belgrado verslagen: 4-1.
Voorafgaand aan het seizoen 1997/98 zijn de verwachtingen uiteenlopend. De een ziet Kaiserslautern als een dark horse voor een plaats in de top vier van de competitie, de ander moet het nog maar even zien met de promovendus. De mensen die een lastig seizoen verwachten worden al snel de mond gesnoerd. Op speeldag één wint Kaiserslautern in het Olympiastadion met 0-1 van Bayern, nota bene de ploeg waar Rehhagel twee seizoenen geleden moest vertrekken, ondanks het behalen van de finale van de UEFA Cup.
Als een stoomwals vermorzelt Rehhagels elftal de teams in de Bundesliga. Wat opvalt zijn de sprankelende aanvallen en de tomeloze inzet van het team. Zes wedstrijden worden dat seizoen diep in blessuretijd gewonnen. Op speeldag vier verovert Kaiserslautern de koppositie en die laat het tot het einde van de competitie niet meer los. Op de voorlaatste speeldag wint Kaiserslautern in eigen huis met 4-0 van VfL Wolfsburg en is de tweede landstitel een feit. Nog altijd is het de enige club in Duitsland die het heeft gepresteerd om als promovendus het kampioenschap te veroveren. In totaal wint Kaiserslautern in die jaargang negentien keer, speelt het elf keer gelijk en wordt er vier keer verloren. Dat levert een puntentotaal van 68 op, nummer twee Bayern stokt op 66.
In het seizoen daarna blijft Kaiserslautern prima renderen, maar een tweede landstitel op rij zit er dan niet in. De club moet genoegen nemen met de vijfde plaats, die Kaiserslautern UEFA Cup-kwalificatie oplevert. In de Champions League kent Kaiserslautern een prima campagne. Bij zijn debuut in het miljoenenbal weet de club in een poule met Benfica, PSV en HJK Helsinki als nummer één door te stoten. In de kwartfinale moet de club zijn meerdere erkennen in Bayern (6-0 over twee wedstrijden).
Met Rehhagel aan het roer wordt weer een jaargang afgesloten met een vijfde plek. Met onder meer Miroslav Klose, Youri Djorkaeff, Mario Basler en Roman Weidenfeller kwalificeert de club zich opnieuw voor de UEFA Cup. Het seizoen eindigt in mineur, wanneer Kaiserslautern-verdediger Thomas Lechner komt te overlijden na een motorongeluk.
Ook begint het team scheuren te vertonen. Er zijn conflicten binnen het team, ruzies en een heuse lastercampagne jegens Rehhagel, alvorens hij na acht wedstrijden in het volgende seizoen zijn biezen pakt. De chemie is uitgewerkt en op het moment van vertrek staat Kaiserslautern op de vijftiende plek. De vervanger van Rehhagel, Brehme, klimt nog wel met het elftal naar plaats acht en er wordt een memorabele UEFA Cup-campagne neergezet.
Kaiserslautern verslaat Bohemians Dublin, Iraklis Thessaloniki, Rangers, Slavia Praag en PSV, waardoor de halve finale van het prestigieuze toernooi wordt bereikt. In de halve finale is Deportivo Alavés echter duidelijk de betere (9-2).
Langzame ondergang
Op het veld wordt het één en ander verbloemd, maar achter de schermen is er flinke onrust bij de club. Dit is met name te wijten aan de grote transfersommen die worden betaald aan spelers met internationale ervaring, maar die stuk voor stuk miskopen blijken te zijn. Djorkaeff en Basler zijn enkele symbolische voorbeelden. Eerstgenoemde wordt na een aantal seizoenen verbannen naar de reservebank omdat hij weigert Duits te leren. Basler is een geweldige voetballer, maar kampt met een drank- en rookprobleem.
Ook is het stadion van Kaiserslautern verkozen tot accommodatie voor het WK 2006. Het Fritz-Walter-Stadion heeft een uitbreiding nodig en in totaal loopt de totale kostprijs op naar zeventig miljoen euro.
Daarnaast krijgt Kaiserslautern het op sportief vlak lastiger. Al is dat in het seizoen 2001/02 nog niet direct van kracht. Die Roten Teufel winnen dan zelfs de eerste zeven wedstrijden van het seizoen. Dat de club uiteindelijk maar op een zevende plaats eindigt, is enigszins teleurstellend te noemen.
Vanaf 2002/03 begint het sportief gezien ook steeds meer tegen te vallen. De vereniging staat financieel aan de rand van de afgrond en in de competitie bivakkeren die Roten Teufel in de degradatiezone. Oefenmeester Brehme krijgt de zak en voormalig PSV’er Eric Gerets is diens opvolger. Na een sensationele tweede seizoenshelft wordt lijfsbehoud afgedwongen en eindigt het elftal nog op de veertiende plek.
Het Duitse licentiesysteem is streng en eist van clubs financiële eerlijkheid en dat is iets wat Kaiserslautern weinig kan garanderen. De poging om te concurreren met FC Hollywood, oftewel Bayern, is moedig, maar brengt de club nu in een grote malaise. Een drietal bestuurders wordt weggestuurd, terwijl de nieuwe hervormingsgezinde directeur René Jäggi een hels karwei te wachten staat.
Het stadion, dat nog goedbedoeld een verkiezing krijgt als speelaccommodatie voor het WK in 2006, begint ook als een blok aan het been te hangen en dus verkoopt Jäggi het iconische stadion en jeugdcomplex aan de gemeente.
Sportief begint de club steeds meer de gevolgen te voelen van het financiële wanbeleid en in het seizoen 2003/04 moet Kaiserslautern zelfs met een puntenaftrek van drie punten aan het seizoen beginnen. Nadat de ploeg nog twee jaar stand weet te houden in de Bundesliga, valt in het seizoen 2005/06 voor de tweede keer in de clubhistorie het doek.
Ondanks de degradatie laten de fans van Kaiserslautern zich van hun beste kant zien door en masse seizoenkaarten te verlengen. De supporters krijgen het vertrouwen echter niet terugbetaald, want Kaiserslautern eindigt zesde. Een seizoen later, in de jaargang 2007/08, staat Kaiserslautern op de voorlaatste speeldag zelfs nog in de degradatiezone, maar wordt een nieuwe afdaling afgewend.
Twee seizoenen later keert de club weer terug naar de Bundesliga. Het seizoen van de rentree verloopt soepel en Kaiserslautern eindigt op een zevende plaats, mede dankzij zeventien assists van spelmaker Christian Tiffert en overwinningen op Bayern (2-0) en Schalke (5-0). FCK raakt vlak na de winterstop verzeild in een crisis, waarin het acht wedstrijden niet wint, maar in de laatste negen wedstrijden van het seizoen worden in totaal 21 punten gepakt.
Het tweede seizoen is een stuk lastiger, zoals dat vaak gaat bij promovendi. Er zit zelfs een periode van zestien wedstrijden tussen waarin de club niet één zege boekt. Dat kost trainer Marco Kurz de kop, maar ook zijn vervanger Krassimir Balokov kan het tij niet keren. Kaiserslautern degradeert daardoor twee speelrondes voor het einde van de competitie, ondanks een zege op Hertha BSC (2-1).
Kaiserslautern keert sindsdien niet meer terug op het hoogste niveau. De club strijdt in de eerste jaren na de degradatie wel steevast om promotie, maar loopt dit ook steevast mis. Vanaf het seizoen 2015/16 begint het verval op het veld ook in de 2. Bundesliga gestalte aan te nemen. De ploeg bivakkeert vanaf die jaargang altijd in het rechterrijtje van de competitie. Kaiserslautern en de ene na de andere trainer moeten het bekopen.
Na een 3-2 nederlaag tegen Arminia Bielefeld degradeert de ploeg in het seizoen 2017/18 naar de 3. Liga. Een nieuw dieptepunt in een decennium vol dieptepunten. Daarmee stopt het leed van Kaiserslautern nog niet. Promoveren lukt de club pas na vier seizoenen weer en op 15 juni 2020 dient de viervoudig Bundesliga-winnaar een faillissementaanvraag in bij de Duitse voetbalbond. Op 7 december van datzelfde jaar wordt de aanvraag ingetrokken.
Kaiserslautern speelt op het derde niveau tegen de mindere goden zoals SV Meppen, SG Sonnenhof Grossaspach en VfB Lübeck, maar de supporters zullen vooral dankbaar zijn dat ze nog een club kunnen bezoeken. Na vier slepende jaren op het derde niveau promoveren die Roten Teufel op 24 mei 2022 terug naar de 2. Bundesliga. In de play-offs verslaat ze Dynamo Dresden (2-0).
Tegenwoordig
Vorig seizoen maakte Kaiserslautern dus weer zijn rentree op het tweede profniveau in Duitsland. Het mikpunt was lijfsbehoud en dat wordt vrij gemakkelijk afgedwongen. In de eerste helft van het seizoen was zelfs een nieuwe promotiedroom nog in leven, daar de club de vierde plaats in beslag nam. De tweede seizoenshelft is zwakker, maar de magische grens van veertig punten, die normaliter genoeg is voor lijfsbehoud, wordt al snel bereikt en overschreden. Kaiserslautern eindigt als negende.
In het huidige seizoen heeft Kaiserslautern het lastig en bivakkeert het in de degradatiezone. De jaargang begint nog enigszins voortvarend, de ploeg blijft zelfs zeven wedstrijden achter elkaar zonder verlies, maar vanaf oktober komt de klad erin. Trainer Dirk Schuster wordt na speelronde veertien de laan uit gestuurd, waarna Dimitrios Grammozis wordt aangesteld. Zijn verblijf in K-Town blijft beperkt tot slechts 73 dagen en inmiddels is de ploeg aan zijn derde trainer bezig, in de persoon van Friedhelm Fenkel.
De kans is aanwezig dat er een replica van het seizoen 1995/96 plaatsvindt. Toen werd de DFB-Pokal gewonnen en degradeerde de ploeg. Nu staat Kaiserslautern op plaats zeventien in de 2. Bundesliga en in de finale van de beker. Kaiserslautern heeft achtereenvolgens Rot-Weiss Koblenz, Bundesliga-club FC Köln, FC Nürnberg, Hertha en de sensationele stuntploeg FC Saarbrücken verslagen. In de finale wacht een loodzware klus tegen kersvers landskampioen Bayer Leverkusen.
Met Ragnar Ache heeft Kaiserslautern één oude bekende in de gelederen. De 25-jarige Duitser heeft een verleden bij Sparta Rotterdam en is op het moment clubtopscorer. Hij scoorde dit seizoen al 16 keer in 22 wedstrijden. Misschien dat de oud-Spartaan zich tot held kan kronen tegen Jeremie Frimpong en consorten.