‘De president heeft persoonlijk contact met de Ultras, dat zegt genoeg'
Hij woont sinds elf jaar in Berlijn en bezoekt al twintig jaar alle thuiswedstrijden van 1. FC Union Berlin. Vraag Bas Timmers wat de stuntclub uit de Duitse hoofdstad met hem doet, en zijn ogen beginnen meteen te twinkelen. Komend weekend is hij er opnieuw bij, als Union in een rechtstreeks duel met SC Freiburg strijdt om het eerste Champions League-ticket in de clubgeschiedenis. Voetbalzone sprak Timmers in het kader van de documentaire 'Succes is niet alles' over de magie van die Eisernen.
Door Mart Oude Nijeweeme
Bas, hoe verklaar jij het huidige succes van de club?
"Enerzijds komt het succes door de heldere doelen die de president (Dirk Zingler, red.) heeft gesteld. Het stadion renoveren, promoveren en bij de twintig beste clubs van Duitsland willen horen. Dat waren zijn doelen. Een hele duidelijke visie. Aan de andere kant heeft hij het geluk dat hij een perfect stel heeft met Urs Fischer (trainer, red.) en Oliver Ruhnert (technisch manager, red.). Fischer is heel bescheiden en deemoedig, waardoor hij heel goed bij de club past. Ruhnert heeft een gouden handje en haalt er met beperkte middelen meer dan het maximale uit."
Bekijk de VZ-doc 'Succes is niet alles' over Union Berlin:
Het succes lijkt geen einde te kennen. Wat is nou het verschil met, pak 'm beet, dertig jaar geleden?
"Dat is moeilijk te zeggen, omdat ik toen nog niet zo diep in de club zat. Maar toen ik in 2003 voor het eerst de club bezocht, was het stadion onoverdekt met bijna leme tribunes. Het was onprofessioneel en de club zat financieel in zwaar weer. Daarna kwam president Zingler. Hij heeft opgeruimd en voor structuur gezorgd. Zijn doel was: de Alten Försterei renoveren en bij de beste twintig clubs van Duitsland behoren. Dat is wat stap voor stap gebeurd is."
Zie je bij de fans ook een kentering?
"Nauwelijks. De meeste mensen gaan nog steeds voor Union en voor het voetbal, maar vooral om hun vrienden te zien, bier te drinken en braadworst te eten. Voor mij persoonlijk maakt het niet heel veel uit of ze in de 1. Bundesliga of 2. Bundesliga spelen. Ik zie geen keerzijde van het succes. Dan zou het eerst weer slechter moeten gaan om dat te kunnen beoordelen. Ik vermoed alleen dat het voor de supporters niet uitmaakt."
Maakt het succes je ook niet angstig?
"De negatieve kanten van het succes zie ik nog niet. Zeker niet zolang het huidige management er zit. Zij zitten er al twintig jaar en zorgen ervoor dat het niet te snel en niet te langzaam gaat. Misschien als er spelers komen die minder binding hebben met de club. We weten dat we eendagsvliegen gaan krijgen, maar dat is hoe het gaat in het voetbal. Ik weet ook dat de club niet zal veranderen omdat er nu successen zijn."
Zijn ze er intern niet bang voor dat de identiteit van de club verloren gaat nu jullie op de rand staan van Champions League-voetbal?
"Als je de president vraagt wat de identiteit is, zal hij waarschijnlijk zeggen: ‘Bier, bratwurst en de beleving van een thuiswedstrijd in de Alten Försterei.’ Dat geeft wel aan dat er niet veel zal veranderen de komende jaren. Die elementen zullen altijd blijven."
Ook als jullie volgend jaar in de Champions League gaan spelen en alles commerciëler wordt?
"Toen we ons voor de Conference League kwalificeerden, vonden mensen het belachelijk. Men was bang dat het niet goed zou gaan. Maar dat ging het wel. Vervolgens kwalificeerden we ons voor de Europa League. Dat was leuk, want daardoor mochten we in ons eigen stadion spelen. Maar die commercialisering, moesten we dat wel willen? Ook dat ging goed. De wedstrijden tegen Ajax staan voor eeuwig in de clubgeschiedenis. Waarom geen Champions League aan de Alten Försterei? Er worden geen deuntjes afgespeeld na doelpunten, die bullshit doen we niet aan mee. Oke, misschien hangen er wat sterretjes in het stadion. Maar waarom niet? We weten dat het iets eenmaligs is en dat we ervan moeten genieten."
Hoe heb jij die wedstrijden tegen Ajax beleefd?
"Voor een geboren en getogen Ajax-supporter was dat best lastig. Ik woon inmiddels elf jaar in Berlijn en kom iedere thuiswedstrijd bij Union, dus ik was wel echt voor Union. Drie jaar geleden lachten we om het idee om tegen Ajax te spelen. In november zag ik dat we Ajax konden loten en had ik al een slecht voorgevoel. Dat bleek te kloppen. Ik heb ervan genoten, een prachtige herinnering."
Hoe pijnlijk was het dat jullie uitgerekend de Europese wedstrijden tegen Feyenoord in het stadion van Hertha moesten spelen?
"Er was geen alternatief, dus er was geen discussie. Ons eigen stadion was geen optie vanwege het aantal staanplaatsen. Het lastige was dat het middenin een pandemie was. Het Olympiastadion is heel groot en heel ongezellig met een capaciteit van 74.000. Dat werd tegen Feyenoord ook nog eens beperkt tot 30.000. Een ongezellige belevenis dus, maar het was niet anders. Als we het stadion over twee jaar gaan verbouwen gaan we een heel seizoen in het Oylmpiastadion spelen."
Hoe zijn de verhoudingen in Berlijn tussen Union en Hertha?
"Dat is een hele bijzonder. Vroeger was er een soort fanvriendschap, ten tijden van de koude oorlog. Tegenwoordig is het voor de jonge generatie vooral rivaliteit. Ik vind die rivaliteit heel erg geconstrueerd. Ik heb niks met en tegen Hertha. Ik vermoed dat dat vooral de zucht is naar dat je een rivaal moet hebben. Het liefst een lokale. Bij de oudere generatie speelt dat helemaal niet."
"De afgelopen vijf jaar zijn de verhoudingen compleet op z’n kop gezet. Toen we in de 2. Bundesliga stadsderby’s speelden, vonden we het bijzonder, maarwisten we dat het iets unieks was. Wij waren in de veronderstelling dat Hertha niet lang op het tweede niveau zou spelen. De 1. Bundesliga zouden wij nooit halen, dachten we toen. Inmiddels hebben we acht derby’s gehad op het hoogste niveau en de meest recente allemaal gewonnen. Ik denk dat we meer leden hebben en qua begroting zitten we op hetzelfde niveau."
Is door jullie succes de rivaliteit toegenomen?
"Deels, omdat Hertha ons vier jaar geleden niet serieus nam toen wij promoveerden. Zij waanden zich superieur. Dat blijkt nu toch niet zo te zijn. Aan de andere kant heeft Hertha heel veel interne problemen, wat zorgt voor frustraties bij de fans."
Kun je voorbeelden geven waaruit blijkt dat Union echt een familieclub is?
"Iedereen kent elkaar. Zingler heeft persoonlijk contact met de leden van de Ultras. Ik ken ook alle mensen die om mij heen staan in het stadion. Een ander mooi voorbeeld is de tunnel in de hoek van het stadion waar heel veel gedenkstenen liggen voor supporters die overleden zijn. Daar ligt een vriend van ons die twee jaar geleden overleden is aan een ernstige ziekte. We hebben voor hem een steen gekocht en opgehangen en gaan na de wedstrijd langs om die steen aan te raken, wat denk ik heel goed illustreert wat voor familiaire aangelegenheid Union is of kan zijn."
De fans hebben de club ook meerdere keren uit de brand geholpen.
"Dat klopt. Maar dat is niet altijd zo geweest. De eerste keer dat dat gebeurde was in 1999, toen een fanmars werd georganiseerd nadat de club failliet was verklaard. Supporters zijn toen van het Alexanderplatz naar de Brandenburger Tor en de Siegessäule gelopen om publiciteit te genereren. Op die manier is geld ingezameld en is de club gered. Dat fenomeen is geïntensiveerd bij de renovatie van het stadion in 2009. 3000 fans hebben toen 140.000 uur aan eigen werk in de club gestoken. Dat is het beste voorbeeld waarbij club en fans naar elkaar zijn toegegroeid. Er was geen geld. De Alten Försterei zou geen licentie krijgen voor de 3. Liga omdat het te verouderd was. Er moest iets gebeuren. Zingler stelde daarop voor om de fans te vragen. Vervolgens is er een massale actie gestart waarbij duizenden fans hebben geholpen om het stadion te renoveren."
"Een ander mooi voorbeeld is de bloeddonatie. Een paar honderd mensen hebben bloed gedoneerd en de tien euro die daar tegenover stond is rechtstreeks naar de club gegaan. Maar er was toen heel veel geld nodig. De paar duizend euro die dat heeft opgeleverd heeft niet veel uitgehaald. Het heeft wel bijgedragen aan de publiciteit. Uiteindelijk was het een marketingactie van de president om ervoor te zorgen dat er reuring werd gegeven aan de financiële situatie van de club."
Waar eindigt dit?
"Als je mij dat een paar jaar geleden had gevraagd, had ik gezegd dat de Bundesliga al heel mooi zou zijn. Europees voetbal was ondenkbaar. Dat hebben we bereikt. Ik vermoed dat de Champions League een eenmalige ervaring is, mochten we dat halen. Ik hoop vooral dat we ooit een keer kampioen worden en de club niet extreem verandert, zoals alle andere clubs."
Bas Timmers is bezig aan een boek over het verleden, heden en de toekomst van 1. FC Union Berlin, dat komende zomer onder de vlag van Staantribune op de markt verschijnt.