De nieuwe Puskás
Hongarije. Het land dat bekendstaat om de Donau, haar prachtige, toeristische steden, maar vooral om de problemen binnen de politiek en criminaliteit in het land. Het land bracht al vele sterren voort, op allerlei verschillende gebieden. Kunst, architectuur, sport, op elk gebied wist en weet Hongarije nog altijd te imponeren. Ik beperk me tot het voetbal. Dat Hongarije hiermee imponeerde is enorm lang geleden. Alleen Ferenc Puskás wist als enige Hongaarse speler de wereld te betoveren. Na jaren zonder enig aanzien en betekenis in Europa lijkt er in 1979 een nieuwe topper te zijn geboren. Zijn naam luidt: Zoltán Gera. Ondanks dat de carrière niet is geworden wat het had kunnen worden, is Gera een absolute volksheld bij de Hongaren. Waarom zal ik later uitleggen.
Gera groeit op in Pécs, de op vier na grootste stad van Hongarije, in een relatief welvarend gezin. In zijn jeugdjaren staat de politiek, het communisme, centraal, maar het kan de jonge Gera allemaal niet zoveel schelen. In 1989 verdwijnt het IJzeren Gordijn en het communisme. Hongarije maakt zich op voor het leiden van een parlementaire democratie. Gera kan nu eindelijk zonder problemen bij de plaatselijke vereniging gaan voetballen. Gera begint als centrale verdediger. Hij is als twaalfjarige een kleine 1 meter 70 lang en heeft zijn fysiek enorm mee. Hongaren zijn net zo veeleisend wat betreft centrale verdedigers als Nederlanders. Een centrale verdediger moet behalve zijn tegenstander uitschakelen ook een bovengemiddelde inspeelpass bezitten en opbouwend vermogen hebben. Na diverse trainingen en wedstrijden wordt voor iedereen binnen het team duidelijkheid gevormd over zowel de mens als de voetballer Gera. Hij speelt tegenstanders uit alsof ze er niet staan, weet makkelijk te scoren en wordt daarom aanvaller. Verder bezit hij een sterke persoonlijkheid, hij coacht zijn medespelers en zorgt samen met coach Krisztian dat het team een eenheid vormt. Krisztian is er heilig van overtuigd: hij heeft een goudmijn in handen.
Krisztian heeft gelijk. Op 25-jarige leeftijd komt de droom van Gera uit. Hij kan na Pécsi MFC en de topclub Ferencváros verhuizen naar de, in zijn ogen, sterkste competitie van Europa: de Engelse Premier League. West Bromwich Albion meldt zich bij Ferencváros en weet Gera na moeizame onderhandelingen te strikken. De verrichtingen van Gera worden in heel Hongarije gevolgd. Het is immers lang geleden dat er geloof is geweest in een doorbraak van een Hongaarse speler binnen Europa. Zou dit dan de nieuwe Puskás worden? Iemand die Hongarije ook op voetbalgebied op de kaart kan zetten. Het lijkt een onmogelijke opgave gezien zijn relatief late leeftijd, maar de Hongaarse bevolking koestert hoop. Na vier jaar West Bromwich Albion volgt er een nieuw avontuur bij Fulham, waarmee hij de Europa League finale tegen Atletico Madrid bereikt en op een haar na verliest. 120 minuten is er gebikkeld om de prijs binnen te slepen, maar het mag niet baten. Gera kijkt huilend op het gras naar de feestende Atlético-spelers, terugdenkend aan zijn gemiste kans vlak voor tijd. Denkend aan hoe hij met name zijn thuisvolk teleurstelt, het thuisvolk dat in Hongarije reikhalzend uitkeek naar dit duel. Stoppen op je hoogtepunt, de Europa League-finale spelen, dat is de gedachte die dagenlang rondspookt door zijn hoofd. Met behulp van familie en vrienden weet hij zich op te richten en hij keert terug naar West Bromwich, waar hij meer op de bank zit dan speelt. Eeuwig zonde dat de carrière van deze technisch begaafde speler zo gelopen is. Nu is een carrière niet bijzonder slecht met prachtige prijzen. Zo won Gera twee keer de Hongaarse landstitel, één keer de Hongaarse beker en hij is tot twee keer toe tot ‘Hongaars speler van het jaar’ uitgeroepen.
Het Hongaarse volk is een heel trots volk. Vele mensen willen terug naar het extreem nationalistische tijdperk dat tegenwoordig onmogelijk is gemaakt. De Hongaren verheerlijken alles wat ‘hun’ mensen doen, in hun daden. Het is belangrijk om er goed op te staan voor de rest van de wereld, om meer toeristen en aandacht te trekken van buitenlanders. Zoals gezegd, op het gebied van cultuur en dergelijke staat Hongarije er fantastisch op. Nu nog op sportief gebied, waar de wereld veroveren op voetbalgebied de grootste prioriteit is. De wereld veroveren, iets wat de Hongaarse nationale ploeg deed in de jaren ’30 en, zoals gezegd, Puskás in de jaren 60 in het magische wit van Real Madrid. Wat een druk moet er op Zoltán Gera hebben gelegen. Een druk die ik, ook in deze tekst, niet omschrijven kan.
Twee dingen zijn in ieder geval zeker: ten eerste, de Hongaarse nationale ploeg gaat, ondanks uitstekende voetballers als Roland Juhász, Balázs Dzsudzsák en natuurlijk Zoltán Gera, voorlopig geen hoge ogen gooien. Hongarije heeft zich, in een groep met Nederland en Roemenië als voornaamste concurrenten, niet weten te plaatsen voor het WK in Brazilië. Dat Hongarije zich op korte termijn gaat plaatsen voor een ander toernooi lijkt uitgesloten. De sterspelers van het team raken langzaam op leeftijd en het is nog maar afwachten hoe de Hongaarse talenten zich, in de zwakke nationale competitie, gaan ontwikkelen. Het tweede wat zeker is, is dat Gera er op het eerstvolgende toernooi waaraan Hongarije participeert zal ontbreken.
Menig Hongaar lijkt voorlopig te onderschatten hoe groot de impact zal zijn bij het stoppen van Gera, de sterkhouder van het toch al zo zwakke team. De jonge jongens klampten en klampen zich nog altijd aan de vedette vast, wisselen gedachtes uit en kunnen op hem bouwen. Ik zie zo gauw geen andere speler die dat zou kunnen. Geen een speler is zó mentaal sterk en geloofwaardig tegelijk als Zoltán Gera. Geen speler is zó populair bij het Hongaarse publiek als hij, en dat dankzij deze eigenschappen. Man, wat een gemis gaat dit worden voor het Hongaarse voetbal. Zelfs nu ook hij niet de nieuwe Puskás is.