‘De nieuwe generatie in Nederland kan baat hebben bij zo’n prestatiecoach’
CLUJ-NAPOCA - Damjan Djokovic is 27 jaar, maar heeft al een heel voetballeven achter de rug. De middenvelder speelde in de jeugd van Haaglandia, ADO Den Haag, Excelsior en Sparta Rotterdam en kwam vervolgens in Slowakije, Kroatië, Italië, Roemenië, Frankrijk en Duitsland terecht, om afgelopen zomer na drie seizoenen terug te keren bij CFR Cluj. Met die club doet Djokovic mee om de titel in de Liga 1. Tijd daarom voor een interview met een polyglot met een fluwelen linker.
Door Gijs Freriks
ADO Den Haag
Djokovic werd geboren in Zagreb, maar groeide op in Den Haag. Hij sloot zich op zijn achtste aan bij de jeugdopleiding van de plaatselijke trots, maar weer acht jaar later vertrok hij naar Excelsior. Toch was Djokovic bijna alsnog in het Cars Jeans Stadion te bewonderen geweest, want vorig jaar zomer was hij in onderhandeling met de huidige nummer negen van de Eredivisie. “Ik had goed contact met trainer Zeljko Petrovic en was bereid om voor ADO te spelen, voor het salaris dat ik voor ogen had. Ze lieten mij daarop weten dat dat mogelijk was. Door de financiële situatie was het uiteindelijk tóch niet mogelijk, ze hadden heel wat problemen. Maar ik had graag getekend bij ADO. Het was toch een mogelijkheid om in ‘mijn’ stad te voetballen en om mij tentoon te stellen aan het Nederlandse publiek en om dichter bij mijn vrienden en familie te zijn.”
Djokovic kwam met Cesena uit in de Serie A, speelde met GFC Ajaccio in de Ligue 1 en loopt aardig wat jaartjes mee in de voetballerij, maar toch geniet hij relatief weinig bekendheid onder het Nederlandse publiek. “Maar daar ben ik ook niet mee bezig, ik koop er niets voor. Toen ik twintig was, wist ik dat mijn carrière alle kanten op kon. Ik heb er bewust voor gekozen om te vechten om een eigen carrière op te bouwen. Waar het ook was in Europa: ik wilde gewoon het maximale uit mezelf halen. En nu zit ik hier, bij Cluj”, aldus Djokovic, die ook nog de kleuren verdedigde van HNK Rijeka, Spezia, Greuther Fürth, Bologna, Livorno, Monza, HNK Gorica en Spartak Trnava. Bij Cluj staat hij nog tot medio 2020 onder contract.
Je speelde in 2013/14 op huurbasis voor CFR Cluj. In hoeverre is de club sindsdien veranderd?
“Het voetbal in het Oostblok, en ook in Roemenië en Bulgarije, staat erom bekend dat een club de ene keer heel hoog kan staan en de andere keer zomaar in elkaar kan donderen. De eerste keer dat ik bij Cluj zat, vocht de club na een uiterst succesvol jaar in de Champions League voor haar voortbestaan en de club is nu keihard aan het terugkomen. De resultaten zijn best goed, zeker als je ziet dat er twintig nieuwe spelers zijn en er een nieuwe trainer en directie zitten. Daarnaast wordt er een nieuw trainingscomplex gebouwd. Cluj heeft grote plannen voor de toekomst.”
{/embed}
Wat zijn die plannen?
“Cluj heeft de laatste tien jaar goede resultaten geboekt in Roemenië en Europa. Ze hebben een redelijke naam in Europa en willen in principe terugkeren op dat niveau, terugkeren naar de eerste plaats van de competitie. Ik ben er ingestapt nu dat hele proces in gang is gezet. De nieuwe eigenaar heeft alle schulden weggewerkt. Ik geloof wel een miljoen of tien. Daarnaast laat hij dus een nieuw complex bouwen en heeft hij de selectie en technische staf vernieuwd.”
Toen je in 2014 bij Cluj vertrok, had je nog niet al je salaris ontvangen. Heeft dat je nog doen twijfelen om terug te keren?
“Natuurlijk, maar ik ben wat dat betreft ook wel gecompenseerd nu. Dat was voor mij ook een van de redenen om terug te keren. Bovendien is de club heel correct naar mij toe geweest. Het probleem zat namelijk niet bij de club, maar bij de eigenaar. Die is er in 2014 gewoon vandoor gegaan. De huidige directie had daar dus niets mee te maken en is heel correct geweest. Ik kan dus alleen maar positief zijn over het nieuwe beleid. De doorslag gaf een telefoongesprek met de huidige trainer, een legende uit het Roemeense voetbal, Dan Petrescu."
In hoeverre is het niveau van de Liga 1 veranderd?
“In Roemenië staat er ieder jaar wel een nieuwe concurrent op voor de titel. Wij zijn dat nu zelf, hebben een behoorlijk goede selectie. Daarnaast heeft Universitatea Craiova de weg omhoog ingezet en is Steaua Boekarest, of FCSB zoals ze dat nu noemen, altijd sterk. Het land is een paar jaar geleden (2007, red.) ook toegetreden tot de Europese Unie en dat zie je ook wel in het voetbal terug. De infrastructuur is beter, er loopt meer talent rond, nationale jeugdelftallen presteren beter, enzovoort. Er wordt vaak laatdunkend gedaan over de competitie, maar dat komt vooral door de dingen die zich buiten het veld afspelen. In Roemenië is het ‘taaiemannenvoetbal’. Dat ligt mij wel, want ik ben een vechter, iemand die zijn hele carrière lang bereid is om op karakter te winnen. Dus dat komt goed van pas.”
Je speelde in Nederland voor ADO, Excelsior en Sparta. Hoe kijk je daarop terug?
“Nederland staat altijd al bekend om de top jeugdopleiding en ik heb daar veel geleerd, heb er goede jeugdjaren gehad. Ik heb met de A1 van Sparta het kampioenschap mee mogen maken en bewaar er mooie herinneringen aan, maar jammer genoeg brak ik mijn enkel toen ik tweedejaars A-junior was. Ik was geen toptalent en dus ook niet de prioriteit van de club, maar wist wel dat ik goed genoeg was om prof te worden. Na die blessure is het mijn doel geweest om mijn persoonlijke droom te verwezenlijken."
Spartak Trnava was jouw eerste buitenlandse avontuur. Hoe was dat?
“Ik bleef daar maar kort, want het beviel me niet helemaal. Het ging er ook niet correct aan toe en dan heb ik al gauw zoiets van: 'als het mij niet bevalt, ben ik er klaar mee'. Het ging al lang niet meer om wel of niet in de basis staan, het ging ook om problemen buiten het veld. Dan heeft vechten geen zin meer. Het ging erom dat mijn overschrijving niet op tijd geregeld was, ik daardoor niet kon spelen en geen salaris ontving. En zo werden er wel meer beloftes niet nagekomen. Ik kreeg het daar steeds moeilijker mee.”
Heb je ook bij andere clubs dat soort problemen meegemaakt?
“Ja, dat zie je overal wel terug. De luxe behandelingen die mensen in Nederland rondom voetballers verwachten, zit er in het buitenland lang niet altijd in. Een auto krijgen, een tankpas van de club, enzovoort. Ik krijg bij Cluj goed betaald, beter dan bij andere clubs waar ik ben geweest. Je blijft toch een broodvoetballer, je vecht voor je geld. Soms bijna letterlijk, want na een nederlaag kan het zomaar zijn dat je moet wachten op je salaris. Maar ik weet waar ik het voor doe, want ik ben zelf degene geweest die heeft besloten om in het buitenland te voetballen. Daardoor ben ik weg van familie en vrienden, maar met de contracten waar ik sindsdien voor voetbal, gaat het me uiteindelijk lukken om later op financieel gebied behoorlijk stabiel te zijn."
Hoe is het om al tien jaar verwijderd te zijn van familie en vrienden?
“Je raakt eraan gewend en weet waarom je de keuze hebt gemaakt om in het buitenland te voetballen. Ik had als doel om zoveel mogelijk geld te verdienen en om sportief de stappen te zetten die ik kón zetten. Ik ben nu tien jaar verder en heb ongeveer tweehonderd wedstrijden in het buitenland gespeeld. Familie en vrienden zijn op anderhalf uur vliegen. Daarnaast kan ik mijn familie financieel helpen en ook dat geeft grote voldoening. Bovendien: ik woon niet in een gevangenis. Cluj is een bruisende studentenstad waar voldoende te beleven is. Je leert overal weer nieuwe mensen kennen en wordt ondertussen goed betaald voor het spelletje dat je leuk vindt. Daarnaast leer ik elke keer weer een nieuwe cultuur en taal kennen, ik denk dat dat je mens zijnde verrijkt. Ik blijf hiernaast een goede binding met Nederland houden omdat ik een redelijk succesvol bedrijf heb (Trading Partner BV, red.), dat ik run met een goede vriend en partner."
Prestatiecoach
Nadat Djokovic zijn enkel brak en werd weggestuurd door Sparta, ging hij door een moeilijke periode. Joost Leenders, prestatiecoach en tevens vertrouwenspersoon van onder anderen Memphis Depay, Wout Weghorst, Oguzhan Özyakup, Richairo Zivkovic en Wesley Hoedt, hielp Djokovic er weer bovenop. “Hij is best wel belangrijk geweest in mijn carrière. Hij kreeg in de jeugd van Sparta een rol als mental coach en ik zat toen in een moeilijk moment. Ik raakte geblesseerd en lag er negen maanden uit. Joost heeft mij toen goed geholpen. Als sporter ga je vaak naar de fysiotherapeut als je pijntjes hebt, maar een sporter heeft ook iemand nodig voor het mentale gedeelte. Wat dat betreft heb ik veel aan Joost gehad.”
Kun je een voorbeeld noemen van hoe hij jou geholpen heeft?
“Ik stelde heel veel vragen in de jeugd. Als ik vond dat er ergens geen logische verklaring voor was, dan vroeg ik dat. Waarom? Waarom? Maar als het om dingen gaan die zich niet afspelen op het veld, dan heb je er geen invloed op en dan kríjg je er ook geen antwoord op. Waar Joost bij mij vaak op hamert, is om de focus te leggen op het veld. Om zo min mogelijk energie te verspillen aan randzaken. Een sporter wordt immers beoordeeld op zijn prestaties.”
Zou je anderen ook adviseren om in zee te gaan met een prestatiecoach?
“Ik denk dat de nieuwe generatie, zoals die spelers in Nederland worden genoemd, veel behoefte hebben aan zo’n coach. Er lopen veel talenten rond, maar die halen er gewoonweg te weinig uit. Ze hebben niet dezelfde honger als bijvoorbeeld een Kroatische of Servische speler. Veel talenten uit het voormalige Joegoslavië hebben niets en zullen er alles aan doen om er alles uit te halen, dat is het vuur dat ze in zich hebben. Met iemand zoals Joost zouden ze daar wat aan kunnen doen. Of ik een uitzondering ben in Roemenië omdat ik een prestatiecoach gebruik? Dat weet ik niet, daar let ik vrij weinig op. Ik weet wat goed voor mij is en in de voetballerij is het toch een beetje ieder voor zich.”
De zeven talen sprekende Djokovic (Engels, Nederlands, Duits, Servo-Kroatisch, Italiaans, Frans en Roemeens) zegt nog altijd gebruik te maken van de diensten van Leenders en ze houden contact via Skype en FaceTime. Leenders lijkt dus ook zijn inbreng te hebben gehad in de basisplaats die Djokovic nu heeft afgedwongen bij de huidige nummer twee van de Roemeense eredivisie, want van de negen officiële wedstrijden heeft hij er zeven in de basis gestaan. “Ik speel bij Cluj om de Roemeense titel. Dat, plus het feit dat de Roemeense competitie behoorlijk sterk is, is beste aantrekkelijk."
"Van hieruit maken ook veel voetballers mooie transfers. Als je goed voetbalt, sta je hier altijd in de spotlights. Maar ik verwacht verder niets. Ik heb er al een turbulente carrière opzitten en het is gewoon mijn doel om dagelijks beter te worden en om iedere keer weer het maximale te geven. Het zou mooi zijn om met Cluj Europees voetbal te halen of met een beetje geluk zelfs de Champions League. Maar of dat lukt, weet ik niet. Ik besef inmiddels wel dat een carrière niet te plannen valt”, besluit Djokovic. Met Cluj neemt Djokovic het komende zaterdag in eigen huis op tegen Sepsi OSK Sfântu Gheorghe.