voetbalzone

De Nederlandse avonturier die bij het Paris Saint-Germain van Venezuela belandde

Jordi Tomasowa20 aug 2023, 23:40
Laatst bijgewerkt: 09 aug 2024, 12:55
Advertentie

Nederlandse profvoetballers zijn in alle uithoeken van de wereld te vinden, van de spotlights van de grote Europese competities tot de meer avontuurlijke dienstverbanden op andere continenten. In de rubriek Over de Grens spreekt Voetbalzone wekelijks met een speler die buiten de landsgrenzen actief is. Met deze keer aandacht voor Stevy Okitokandjo, die onlangs Portugal na zes jaar achter zich liet voor een bijzonder en uniek avontuur in Venezuela.

Door Jordi Tomasowa

Okitokandjo is een compleet onbekende naam in de Nederlandse voetbalwereld. De 29-jarige aanvaller werd geboren in Haarlem, maar speelde nooit een wedstrijd als profvoetballer in zijn thuisland. Zijn carrière speelde zich tot afgelopen zomer af in de lagere divisies van België en Portugal. Drieënhalf jaar geleden gaf Okitokandjo al eens een fraai interview aan Voetbalzone, waarin hij vertelde over zijn reis die bol staat van de opmerkelijke verhalen, van een opgezet auto-ongeluk tot het moeten slapen in een stadion. Zijn recente transfer naar Puerto Cabello, de koploper van de Liga Venezolana, is reden genoeg om opnieuw contact op te nemen met de spits.

voetbalzone

We spreken Okitokandjo via FaceTime. De spits is in de lobby gaan zitten van het vijfsterrenhotel waar hij nu meer dan een maand verblijft. “De verbinding is niet altijd goed in mijn kamer, vandaar dat ik even hier ben gaan zitten.” De enthousiaste Okitokandjo vertelt direct honderduit, maar na enkele minuten laat de verbinding het toch even afweten wanneer plots de elektriciteit uitvalt. “Ik zeg je eerlijk: dat gebeurt hier écht niet vaak”, zegt Okitokandjo lachend, terwijl hij in een pikdonkere lobby zit. Twintig tellen later is de korte stroomstoring alweer voorbij. “Wellicht heeft het er mee te maken dat het hier nu regent, want het is nu regenseizoen. Waar was ik ook alweer gebleven? Oh ja, bij Trofense! Mijn laatste club in Portugal… Dat was ook best een apart verhaal.”

Okitokandjo streed drieënhalf jaar geleden, ten tijde van het vorige interview, met Castello Branco voor promotie naar het tweede niveau van Portugal. Covid gooide vervolgens echter roet in het eten. Via tweedeklasser Mafra belandde hij in de zomer van 2022 bij tweedeklasser Trofense. “Mijn zaakwaarnemer Igor Campedelli belde mij dat we een Zoom-meeting moesten inplannen omdat er interesse was. Bleek het om João Sacramento te gaan, de assistent-trainer van José Mourinho. Hij wilde op eigen benen staan bij een Franse tweedeklasser, Nancy, als ik me niet vergis. Hij had een wedstrijd van mij gezien en was zeer geïnteresseerd. Uiteindelijk is dat niet doorgegaan en tot deze zomer was hij assistent-trainer bij Paris Saint-Germain.

Sacramento’s zaakwaarnemer en die van mij zijn goed bevriend. Zijn zaakwaarnemer is eigenaar van Trofense en vroeg me of ik daar een jaar wilde spelen zodat ik mezelf kon doorontwikkelen. Ik dacht: oké, waarom niet? Ik krijg speelminuten en kan mezelf laten zien. Het was alleen een heel moeilijk seizoen. We kregen vier verschillende trainers, ieder met een eigen filosofie en de club was ook niet stabiel. We speelden tegen degradatie en deze zomer ben ik uiteindelijk in Venezuela beland.

Eind oktober 2022 speelde ik met Trofense een competitiewedstrijd tegen Tondela (0-0). Ik speelde degelijk en na afloop werd ik door een voormalig ploeggenoot van mij benaderd: ‘Stevy, er is iemand die graag met jou wil praten.’ Het bleek om een zaakwaarnemer te gaan die enkele spelers van Tondela in zijn klantenbestand had. Hij vroeg hoe ik tegen een eventueel Venezolaans avontuur aankeek. Ik stuurde het nummer van mijn zaakwaarnemer door, al zag ik mezelf niet direct in Venezuela spelen en mijn zaakwaarnemer Igor was ook niet meteen enthousiast. Trofense wilde mij in december niet laten gaan, dus hebben we die optie destijds ook gelijk geparkeerd.

Tegen het einde van het seizoen belde Igor mij op met de mededeling dat diezelfde agent hem had verteld dat er een ambitieuze club uit Venezuela erg geïnteresseerd in mij was. We hebben die agent langs laten komen en hij heeft ons het project van Puerto Cabello uitgelegd. Hij vertelde dat de gouverneur van de staat Carabobo de belangrijkste man bij de club is. Hij is er voorzitter en wil van Puerto Cabello de beste club van het land maken en serieus mee gaan strijden om winst van de Copa Libertadores. Hij heeft enorm veel geïnvesteerd in de club. Zo is er laatst een nieuw sportcomplex gebouwd, zelfs in Europa zie je dat niet vaak. We hebben nu een prachtige gym en mooie velden.

Na meer te weten te zijn gekomen over Puerto Cabello, raakte ik direct enthousiast. Er werd mij geschetst dat het financieel aantrekkelijk was en een overgang naar Venezuela mogelijk een springplank kan zijn voor een stap naar Mexico of de Verenigde Staten. Bij Mexico dacht ik gelijk aan Vincent Janssen, dus het leek me de moeite waard om bij de club te kijken. Ik zei: ‘Weet je wat, ik ga er gewoon heen en dan neem ik daarna een beslissing.’

Ik heb een week mogen meetrainen. Ik kwam aan op de luchthaven en moest door de favela’s naar Puerto Cabello, dus dan zie je zeker niet de mooiste gedeeltes van het land. Maar toen kwamen we na twee uur rijden aan in Valencia, de stad waar ik nu ook woon. Dat was echt prachtig. Het is hier allemaal goed georganiseerd, er zijn leuke winkels en het is hier erg netjes. Voordat ik hier tekende heb ik jongens die al bij Puerto Cabello speelden een aantal berichtjes gestuurd. Zij zeiden me: ‘Luister, ze praten veel bullshit over het land maar we zijn hier netjes, de betalingen zijn op tijd, de gouverneur houdt echt van voetbal. Bij een overwinning kan hij de kleedkamer binnenlopen en opeens een winstpremie geven.’ Tijdens mijn eerste jaren in Portugal heb ik natuurlijk veel problemen gehad met het uitbetaald krijgen van salaris. Ik ben nu 29 jaar en net getrouwd, dus het financiële plaatje moest ook wel kloppen.

Na een weekje meetrainen ben ik terug naar Portugal gevlogen en twee dagen later tekende ik het contract. Dat wilde ik wel per se in Europa doen, maar het werd allemaal netjes geregeld. Ik was echt aangenaam verrast. Puerto Cabello speelt op het hoogste niveau van Venezuela. Toen ik hier arriveerde stonden we ook bovenaan in de Liga Venezolana, maar wat ik wel vreemd vind: je speelt hier eerst een reguliere competitie en daarna nemen de vier hoogst geëindigde ploegen het tegen elkaar op in de play-offs. Iedereen begint vanaf dan alleen weer vanaf nul. De eerste twee ploegen kwalificeren zich uiteindelijk voor de groepsfase van de Copa Libertadores.

Dat is de grootste doelstelling van de voorzitter en voor mijzelf is dat een ervaring die ik heel graag wil meemaken. Het is een van de redenen waarom ik bij Puerto Cabello getekend heb. Dan speel je mogelijk tegen grote clubs als River Plate of Boca Juniors. Begin dit seizoen - toen ik nog niet bij Puerto Cabello onder contract stond - speelden we in de Copa Sudamericana, het Zuid-Amerikaanse equivalent van de Europa League. De club strandde weliswaar in de groepsfase in een poule met São Paulo, het Argentijnse Tigre en Colombiaanse Deportes Tolima, maar het is fantastisch om je met zulke clubs te kunnen meten.

voetbalzone

Ik heb in de eerste weken bij Puerto Cabello ook echt al de nodige bijzondere dingen meegemaakt. Zo speelden we een uitwedstrijd in Táchira, dat was 45 minuten vliegen, maar terug moesten we met de bus. Wat denk je? Die terugreis duurde twaalf uur. Er waren geen snelwegen, dus we moesten helemaal door de bossen en de bergen. Gelukkig hadden we een goede bus, maar het was wel een enorm lange rit. Sportief gezien gaat het mij en de club voor de wind. Ik begon tot nog toe twee keer in de basis en was in mijn eerste vijf duels goed voor twee goals en een assist. Ik moet nog wel wennen aan de hitte, want zeker onze uitduels spelen we soms op grote hoogte en dan heb je te dealen met hoge luchtvochtigheid. Het is lastig voor te stellen, maar na twee sprintjes was ik helemaal kapot. De trainer heeft mij daar ook voor gewaarschuwd. Het is warm en je speelt op droge velden, dat had ik best wel onderschat.

Noel Sanvicente is sinds begin dit kalenderjaar de trainer van Puerto Cabello. Hij is op papier de beste trainer van het land en al acht keer eerder kampioen van Venezuela geworden. De voorzitter heeft voor hem de beste spelers gehaald en de beste technische staf samengesteld. Hij is bezig om van Puerto Cabello het Paris Saint-Germain van Venezuela te maken. De trainer vraagt met zijn speelstijl echter wel veel van ons op conditioneel vlak. We moeten hoog druk zetten en bij het veroveren van de bal verwacht hij dat we gelijk de diepte zoeken. Maar hij houdt ook van controle. Hij wil alles weten, maar dan ook écht alles, haha. We vullen allerlei gegevens in op een tablet, bijvoorbeeld ook of je de dag ervoor seks hebt gehad met je vrouw.

Om een ander voorbeeld te geven: ik had laatst een leuk appartement gevonden, toen gaf de makelaar aan dat ze het door moest geven aan de trainer. Ik vroeg me af wat hij daar dan mee te maken had, maar het bleek dat hij wilde weten waar het appartement lag. Dus niet naast een nachtclub, zodat ik genoeg kan rusten en juist wel in de buurt van ploeggenoten om simpel te kunnen integreren. Puerto Cabello is blijkbaar de enige club in Venezuela die goed én op tijd salaris uitbetaalt. De spelers doen er dan ook alles aan om hier te blijven. Wat de trainer van ons vraagt, voeren we uit, of het nou moeilijk is of niet. Het gaat er hier wel iets anders aan toe dan in Europa, maar voor de concurrentie is het wel goed dat iedereen alles geeft.

Ik moet zeggen dat ik ook aangenaam verrast ben door het niveau van de Venezolaanse competitie. Er zijn heel veel technische spelers, alsof er elf Brazilianen op het veld staan. Van de keeper tot aan de spits, iedereen is technisch goed onderlegd. Alleen tactisch is het echt veel minder. Na zestig minuten zijn de ruimtes enorm. Fysiek kunnen spelers het niet meer aan door de hitte, want de intensiteit ligt vanaf minuut één heel hoog, dat houd je alleen geen hele wedstrijd vol. Ik probeer de eerste twintig minuten nooit te veel te geven, omdat ik weet dat er later nog ruimtes komen. Aangezien ik de eerste Nederlander in Venezuela ben, heb ik veel publiciteit gehad. Daardoor zie je wel dat verdedigers mij in het oog houden en fel de duels met mij willen aangaan. Ik speel nu samen in de spits met Luifer Hernández, de topscorer van de Venezolaanse competitie. Dat is wel fijn, want als verdedigers zich op mij focussen heeft hij meer vrijheid en andersom natuurlijk ook.

De sfeer in de stadions is ook bijzonder, heel Zuid-Amerikaans. Zo wordt er veel salsa gedraaid. Zelf heb ik dat nog niet eerder meegemaakt, maar het is echt heel mooi. Laatst hadden we bijvoorbeeld wel een uitwedstrijd tegen Deportivo Táchira, een van de grootste clubs in Venezuela, en het stadion zat helemaal vol met 35.000 mensen. Dat was natuurlijk mooi om mee te maken. Je ziet dat de mensen hier in Venezuela leven voor het voetbal, al is er ook wel sprake van armoede. Na de wedstrijden vragen jonge supporters niet alleen om een foto, maar ook of je wat drinken met hen wil delen. Zulke dingen raken me echt. Als ik tegenwoordig uit de kleedkamer kom neem ik daarom altijd een paar drankjes mee.

voetbalzone

Zoals ik al zei woon ik niet in Puerto Cabello zelf. Dat is een havenstad waar het enorm warm is. De hele selectie woont eigenlijk in Valencia. Het hotel waar ik de afgelopen weken verbleef is van de eigenaar van de club. Het is een vijfsterrenhotel met alles erop en eraan. In de stad zijn ook de beste restaurants, winkelcentra etcetera. In Puerto Cabello heb je dat allemaal niet. Daar trainen we dan wel weer bijna iedere dag rond half 8 ‘s ochtends. Het ligt op een uurtje rijden van Valencia. Later op de dag trainen kan niet, want dat is niet te doen met die temperaturen. Ik sta altijd rond 5 uur in de ochtend op en om half 6 vertrekken we richting Puerto Cabello. Ik ben hier nu samen met mijn vrouw, dus je kunt begrijpen dat het voor haar wel pittig is als ik ‘s avonds rond 9 uur al moet gaan slapen. Gelukkig krijgen we volgende week de sleutel van ons appartement. Dat is wel iets waar ik naar uitkijk, eindelijk je eigen ruimte en ook iets meer privacy.

Ik moet zeggen dat ik in de eerste weken ook wel heb moeten wennen aan bepaalde dingen. De taal is ook wel een dingetje, ondanks dat ik Portugees spreek. Ik ben bezig met Spaanse lessen en uiteindelijk is het alleen maar mooi als ik straks weer een nieuwe taal kan spreken. Wat ook wel wennen was, is dat de trainer echt tegen je kan schreeuwen alsof je een kind bent. Mijn ploeggenoten hadden mij daar al voor gewaarschuwd en vertelden me dat ik er niet te veel achter moest zoeken. Soms denk je weleens: we zijn gewoon volwassen personen, dus we kunnen gewoon normaal tegen elkaar praten, toch?. Maar hier is het vrij normaal en je moet je er ook niet te veel van aantrekken.

Het rijden op de weg is hier ook heel chaotisch. Iedereen rijdt door rood. Enkele jaren geleden, toen de situatie in Venezuela heel anders was, werden de meeste overvallen op de weg gepleegd op het moment dat stoplichten op rood stonden. Je voelt wel dat er in het land nog wat angst leeft, al valt het voor ons mee. Bij uitwedstrijden worden wij met onze bus door zo’n twaalf politieagenten begeleid.

Het dansen voor de wedstrijd hoort ook wel een beetje bij de cultuur. De trainer is de dj, eigenlijk wordt er altijd salsa gedraaid. Soms zie je hem tussen de trainingen door ook dansen. Voor de wedstrijd is er een heel feest. Het land heeft moeilijke tijden meegemaakt, dus men probeert echt van zulke momenten te genieten. Voor de wedstrijd bidden we allemaal samen en dan neemt één iemand het woord. Het zorgt er wel voor dat het team heel hecht wordt. Je weet dat er concurrentie is, maar die voel je niet. Iedereen wil hier gewoon genieten.

Momenteel zitten we dus middenin het seizoen. Het was wel even aanpassen, want ik heb niet echt vakantie gehad. Het seizoen in Portugal was klaar en toen moest ik hier gelijk aan de bak, maar het is me al met al enorm meegevallen. Ik heb mooie eerste weken achter de rug en hopelijk kan ik nog veel mooie goals maken. Als ik komend seizoen ook nog in de Copa Libertadores kan spelen, dan zou dat fantastisch zijn.”

Het eerdere interview met Okitokandjo uit april 2020 is hier te lezen.