De Nederlands-Georgische storm was kort maar krachtig bij ‘het Ajax van Malta’
VALLETTA - De overige clubs uit de Eredivisie zitten nog middenin het oefenprogramma, maar voor FC Utrecht begint het echte werk alweer. Donderdagavond trapt de ploeg van Erik ten Hag de Europese campagne af op Malta, waar een ontmoeting wacht met Valletta FC. Met 23 landstitels, 13 bekers en 11 Super Cups zijn the Lilly Whites een van de meest succesvolle clubs van de dwergstaat; de enige twee clubs met meer kampioenschappen behoren niet meer tot de top van de Maltese Premier League. Utrecht is torenhoog favoriet voor het tweeluik, maar Valletta zal de huid duur verkopen. "Dit is absoluut het Ajax van Malta."
Door Dominic Mostert
In januari 2014 traden de regionale media in Gelderland naar buiten met een opmerkelijk nieuwtje. Merab Jordania zou, enkele maanden nadat de Georgiër zijn aandelen in Vitesse moest afstaan aan Alexander Chigirinskiy, de leiding krijgen bij Valletta. De realiteit was genuanceerder: Jordania vertolkte slechts een adviserende rol, maar zijn adviezen vonden wel degelijk gehoor. Gelijktijdig met Jordania vertrokken immers ook André Paus en Ted van Leeuwen naar Valletta. Paus was het halfjaar daarvoor werkzaam als trainer van Jong Vitesse; Van Leeuwen was technisch directeur bij de Arnhemse club. Op Malta kreeg het Nederlandse duo diezelfde functies. De samenwerking werd een groot succes. "Ik zou niet willen zeggen dat André Paus de beste trainer is die Valletta ooit heeft gehad, maar hij heeft bereikt wat velen onmogelijk achtten", vertelt Alexander Fenech, vicevoorzitter van de club, in gesprek met Voetbalzone.
Van zijn dertien wedstrijden verloor Paus er geen één. Onder leiding van de voormalig verdediger van FC Twente zette Valletta een inhaalrace in, die op 26 april tot een ontknoping kwam in een rechtstreekse wedstrijd tegen koploper Birkirkara om de landstitel. Valletta speelde overtuigend, won met 0-2 en eindigde één punt boven de titelconcurrent. De kers op de taart volgde een week later, toen Valletta in de bekerfinale zegevierde over Sliema Wanderers. Voor het eerst in dertien jaar won de grootmacht de nationale dubbel. "We stonden het hele seizoen niet bovenaan, tot de laatste speeldag", memoreert Fenech. "Maar we hebben veel goede trainers gehad. Voor mijn tijd was er ook een Nederlandse trainer (Ton Caanen, red.) en onder meer Jordi Cruijff heeft hier gespeeld, dus we hebben een echte band met Nederland."
Het succes was desondanks niet los te zien van een investering van Jordania in januari 2014. De steenrijke zakenman boorde zijn eigen vermogen aan om vijf buitenlanders naar Valletta te halen. "Het waren interessante spelers, zoals Nukri Revishvili, de keeper van het Georgische nationale elftal", weet de vicevoorzitter van Valletta nog. "Dat was de enige keer dat Jordania zijn eigen geld gebruikte om Valletta te helpen. We leerden hem kennen via de eigenaar van onze toenmalige sponsor Insignia, een financiële instelling op Malta. Waarom Jordania het deed? Dat weet ik niet. Maar voor de club was het een goede zaak." Tegenwoordig, zo benadrukt Fenech, is Jordania echter niet verbonden aan Valletta. Wel geeft de vicepreses toe dat beide partijen onlangs met elkaar hebben gesproken. Valletta is continu bezig om mensen te benaderen die mogelijk een investering in de club willen doen, vertelt Fenech.
De reden daarvoor is dat Valletta hunkert naar 'de volgende stap'. Sinds het jaar 1963 deden de Maltese hoofdstedelingen al 36 keer een gooi de groepsfase van een Europees toernooi, maar succesvol was men nooit. "We willen de club naar een hoger niveau tillen. We zijn nu de grootste club op Malta. Om de volgende stap te zetten, moet er een mega-investering worden gedaan om spelers van hoog niveau naar Malta te halen", erkent Fenech. "Met de komst van Van Leeuwen en Paus was ons doel om een relatie op te bouwen met alle partijen en die op zo'n manier te ontwikkelen, dat we uiteindelijk de groepsfase van een Europees toernooi zouden kunnen halen. Maar onze sponsorovereenkomst kwam ten einde en we hadden een paar kleine meningsverschillen met het bedrijf. Daarom werd dat project beëindigd."
Ook de samenwerking met Paus en Van Leeuwen kwam vroegtijdig ten einde. Al na een halfjaar werd Van Leeuwen technisch directeur bij het Cypriotische Anorthosis Famagusta en een van zijn eerste daden was de aanstelling van Paus als trainer. De Nederlands-Georgische storm was van korte duur, maar heeft zijn sporen nagelaten. "Zeker van Ted hebben we ontzettend veel geleerd, zoals hoe je spelers identificeert en welke mentaliteit erbij komt kijken. Hij is een bijzondere man met veel ervaring. André heeft in een paar maanden een revolutie teweeggebracht bij onze ploeg. Wat we van ze hebben geleerd, leeft voort. Zulke relaties willen we blijven opbouwen met mensen die ons kunnen helpen."
Drie jaar na het historische succes staat Valletta er beduidend minder voor. In 2016 werd weliswaar de 23ste landstitel veiliggesteld, maar in het afgelopen seizoen deed Valletta niet serieus mee om het kampioenschap. De start van de Europese campagne komt eigenlijk te vroeg, want de selectie moet nog aangevuld worden. Door het vertrek van de buitenlandse sterkhouders Federico Falcone en Jhonnattann heeft Valletta ingeboet aan kwaliteit, legt sportjournalist Gianluca Lia van The Times of Malta uit. "Het is een ploeg in opbouw, met de nieuwe trainer Zoran Popovic. In de vorige voorronde tegen Folgore maakten ze geen indruk. Het was niet overtuigend, dus ik denk dat ze het lastig gaan krijgen tegen een profclub. Ze spelen wel voor de trots van de hoofdstad en dat speelt mee."
"Spelers die Utrecht in de gaten moet houden? Claudio Pani centraal op het middenveld, Santiago Malano als aanvallende middenvelder en de Maltese captain Michael Mifsud als nummer negen. Maar de grootste dreiging komt misschien wel van de rechterflank, met de snelle jongens Uchenna Umeh en Romeu", waarschuwt Lia tot slot. Valletta, naast de oud-werkgever van Jordi Cruijff ook de voormalig club van André Krul en Geert den Ouden, herbergt anno 2017 geen Nederlanders meer. In 2015 was dat nog anders. Djamel Leeflang is de laatste Nederlander die het shirt droeg van Valletta: hij stapte in januari 2015 over van Haaglandia naar de Maltese grootmacht.
De in Utrecht geboren middenvelder bewaart warme herinneringen aan de club, laat hij weten aan Voetbalzone. In zijn debuutwedstrijd scoorde Leeflang meteen, maar een zware enkelblessure gooide op sportief vlak al gauw roet in het eten. "Het is sowieso de grootste club uit Malta, de eliteclub. Valletta is een begrip daar", weet Leeflang, die na tien maanden vertrok naar competitiegenoot Qormi FC en tegenwoordig voor New Radiant op de Malediven speelt. "Ik heb nog goed contact met de mensen bij Valletta. De teammanager spreek ik bijvoorbeeld nog regelmatig. Het was een mooie overstap: van vier keer per week trainen werd ik weer fulltime prof, nadat ik dat eerder in Indonesië meemaakte."
Volgens Leeflang zou Valletta in Nederland goed kunnen meedraaien in de Jupiler League. "Maar als ik de club in verhouding zou moeten vergelijken met een Nederlandse club, dan noem ik Ajax. Het is het Ajax van Malta, absoluut. Het is de grootste club", stelt de 25-jarige avonturier. Het succes van Valletta is volgens Leeflang deels te verklaren doordat de club een soort monopolie heeft op internationals van het Maltese elftal. Elke transferperiode probeert Valletta een speler te halen die uitblinkt bij de nationale ploeg, vertelt hij. "En dat zijn de toppers in Malta. Maar tegenwoordig mag elke ploeg met acht buitenlanders spelen, terwijl dat er voorheen vijf waren. Daardoor is het niveau de afgelopen drie jaar heel erg omhoog gegaan. Als een Maltese club buitenlanders haalt, zijn het meestal echte aanwinsten."
Dat het Maltese voetbal in de lift zit, blijkt dit seizoen ook uit de resultaten van de competitiegenoten van Valletta. Landskampioen Hibernians overleefde de eerste voorronde in de Champions League. Nummer twee Balzan en nummer vijf Floriana boekten allebei een verdienstelijk 3-3 gelijkspel tegen respectievelijk de Hongaarse topclub Videoton en de Servische grootmacht Rode Ster Belgrado. Over twee wedstrijden werden die twee Maltese clubs weliswaar uitgeschakeld, maar volgens Leeflang zijn de resultaten een teken aan de wand. "Het is nog wachten op het bereiken van een groepsfase. De Champions League is nu nog een stap te ver, al weet je het nooit in de toekomst."
Leeflang is 'zeker' van plan om de wedstrijd tegen Utrecht te gaan bekijken. "Er zit voor mij een bepaald gevoel bij die wedstrijd. Het is toch een beetje mijn thuisland tegen een land waar een stukje geschiedenis van mij zit", vertelt hij, om eraan toe te voegen dat Utrecht zou moeten winnen, mits het bij de les is. Leeflang vergelijkt Valletta qua sterkte met FC Volendam. "Dus normaal gesproken wint Utrecht." Desondanks heeft de Maltese topclub zich voorgenomen de huid duur te verkopen. Clubbestuurder Fenech, behalve vicepreses ook commercieel directeur van Valletta, laat weten dat men de recente oefenwedstrijden van Utrecht uitvoerig heeft bestudeerd.
"We weten aardig wat over Utrecht", verzekert hij. "Het verschil tussen het Nederlandse en Maltese voetbal is enorm, maar vorig seizoen speelden we tegen een ploeg die waarschijnlijk sterker is dan Utrecht (het Welshe Newtown AFC, red.). Als de scheidsrechter niet een aantal discutabele beslissingen had genomen in de thuiswedstrijd, hadden we die ronde kunnen overleven. De druk ligt natuurlijk bij Utrecht, niet bij ons. Wij zijn een kleine ploeg en we gaan ons best doen." Maar, zo voegt Fenech lachend toe, "met hun budget kan ik deze club de komende vijftien jaar financieren."