De Nederlander die in een van de mooist gelegen stadions ter wereld speelt
Nederlandse profvoetballers zijn in alle uithoeken van de wereld te vinden, van de spotlights van de grote Europese competities tot de meer avontuurlijke dienstverbanden op andere continenten. In de rubriek Over de Grens spreekt Voetbalzone wekelijks met een speler die buiten de landsgrenzen actief is. Met deze keer aandacht voor Derek Agyakwa, die momenteel door het Engelse Watford verhuurd wordt aan Como in de Italiaanse Serie C.
Door Chris Meijer
Het Stadio Giuseppe Sinigaglia is zonder twijfel een van de mooist gelegen stadions ter wereld. De thuishaven van Como 1907 ligt zo dicht bij het Comomeer, dat je bovenop de steile tribunes een schitterend uitzicht hebt. Een forse afzwaaier zou in theorie zomaar pardoes over de Viale Giancarlo Pueche het water in kunnen stuiteren. “De omgeving hier met het meer en de bergen is schitterend, daar geniet ik wel van. Als we over omstandigheden praten, is het wel wat anders dan Engeland. Maar uiteindelijk ben ik hier om mezelf te ontwikkelen, daar ligt de focus op”, zo wenst Derek Agyakwa direct te benadrukken, nadat hij even heeft gelachen heeft om de verschillen tussen Como en het ten noordwesten van Londen gelegen Watford. Het uitzicht dat je vanaf de tribunes van het Stadio Giuseppe Sinigaglia over het Comomeer kunt hebben, heeft de achttienjarige verdediger op korte termijn mogelijk ook vanaf het balkon van zijn appartement.
De eerste weken in Como heeft Agyakwa doorgebracht in een hotel. Zowel op als buiten het veld moest hij even zijn plaats vinden in het noorden van Italië. “De taal moet ik nog leren, dat heb ik nog niet onder de knie. Er wordt weinig Engels gesproken. Ik word veel geholpen door de Nederlandse (Azzedine Dkidak en Ismail H'Maidat, red.) en Engelse jongens. Er wordt meer countervoetbal en op de lange bal gespeeld, in Engeland heb je meer de bal. De manier van spelen is anders, maar dat is goed voor me op deze leeftijd. Ik kan zo leren verdedigen. De focus ligt hier op verdedigen, in ieder geval in de Serie C. Het gaat er op de training hard aan toe, iedereen vliegt erin. Je moet altijd scherp zijn. De beleving hoort een beetje bij Italië, dat fanatieke”, vertelt hij over zijn eerste indruk van het Italiaanse voetbal. Tegen Lucchese maakte Agyakwa zijn debuut in de Serie C met een 2-3 overwinning én een gele kaart. “Met de ervaring die ze hebben, gaan ze toch heel snel liggen in het strafschopgebied. Het lijkt soms alsof ze eerder gaan liggen dan schieten. Die gele kaart was voor een schwalbe, honderd procent.”
Voor Agyakwa is Italië de tweede halte in het buitenland, nadat hij het afgelopen jaar doorbracht bij Watford. De geboren Amsterdammer kwam in 2017 in de jeugdopleiding van FC Twente terecht, nadat hij was weggekaapt bij FC Amsterdam. Na twee jaar in Enschede te hebben gespeeld, bleek er voor hem geen toekomst bij de club te zijn weggelegd. “Daarna had ik even geen club en trainde ik voor mezelf, samen met mijn oom en vrienden. Via Djaniny Lopes Mendes kwam ik in het contact met Royal Rounds World en zij hebben een stage bij Watford geregeld”, verklaart Agyakwa. “Ik ben nooit zenuwachtig, maar dat was op de eerste dag bij Watford wel het geval. Puur omdat ik besefte dat ik vanuit het niets bij een Premier League-club terecht kon komen. Ik bleef geloven in God en hard werken, want ik wist wat ik kon. Ik kende mijn eigen kwaliteiten en uiteindelijk werd mijn geloof beloond. Dat voelt ook als een bevestiging naar mezelf.”
Na een stage van twee weken kreeg Agyakwa bij Watford aanvankelijk een contract voor zes maanden aangeboden. “Ik heb vroeg volwassen moeten worden, ik zat al sinds mijn vijftiende in een gastgezin in Enschede. Maar ik wilde al langer de stap naar Engeland maken. Daar kwam ik overigens ook in een gastgezin terecht.” In zijn eerste jaar moest Agyakwa het louter stellen met trainingen, omdat hij niet speelgerechtigd was. Op het moment dat alle formaliteiten afgerond waren, brak de coronacrisis uit en moest hij terugkeren naar Nederland. “Daardoor heb ik vorig seizoen geen minuten gemaakt, maar ik trainde als speler van de Onder-18 wél vast mee met de Onder-23. Het duurde een paar maanden om aan het Engelse voetbal te wennen, het tempo lag hoger en het was fysiek een stuk zwaarder. Daardoor heb ik mezelf sneller ontwikkeld, ik moest sneller denken en slimmer spelen.”
Agyakwa verscheen tevens al op het trainingsveld bij het eerste van Watford. “Dan sta je ineens tegenover Troy Deeney, dat is wel even wat anders. Hij is wel de moeilijkste tegenstander die ik op de training bij het eerste heb gehad, denk ik. Als je met zulke jongens traint, word je beter. Ze proberen jou een betere speler te maken, dat is alleen maar mooi. Ik werd door iedereen goed opgevangen, maar Christian Kabasele, Daniel Bachmann en Ken Sema hielpen me het meest. Kabasele is inderdaad een Belg, al spreekt hij niet zo goed Nederlands. Ik had zelf niet verwacht dat ik binnen een jaar de stap naar het eerste zou maken”, vertelt Agyakwa met een glimlach. Zijn perspectief leek afgelopen zomer alleen maar zonniger te worden, daar Watford degradeerde uit de Premier League en daardoor afscheid nam van verschillende spelers. Agyakwa kreeg in de voorbereiding op het nieuwe seizoen een kans in het eerste en maakte in de EFL Cup-wedstrijd tegen Oxford United (1-1, winst na strafschoppen) zijn officiële debuut.
“Een leuk feitje: ik heb bij Watford eerder een wedstrijd in het eerste gespeeld dan in de Onder-23”, lacht hij. Agyakwa kwam vervolgens ook negentig minuten in actie tegen Newport County, dat door een 3-1 overwinning een einde maakte aan het avontuur van Watford in de EFL Cup. Deze nederlaag leidde mede de verhuurperiode bij Como in. Met William Troost-Ekong en Francisco Sierralta (allebei afkomstig van Udinese) arriveerden er in de laatste maand van de transferwindow bovendien twee meer ervaren centrumverdedigers. “Het was een hele goede ervaring, ook om met spelers als Nathaniel Chalobah en Tom Cleverley te spelen. Ik heb veel geleerd in die periode, ik ben God heel dankbaar daarvoor. Het leek erop alsof ik bij het eerste van Watford zou blijven. Toen we werden uitgeschakeld in de EFL Cup, betekende het dat ik minder minuten zou kunnen maken in het eerste. Ik had zelf nog niet gedacht aan een huurperiode, eerlijk gezegd. Op het moment dat ik eigenlijk terugging naar de Onder-23, was de transferwindow bijna dicht.”
“Ik had weinig tijd om te beslissen, dus eigenlijk was dit mijn enige optie en er was weinig tijd om iets anders te vinden. Watford en ik waren het eens dat ik ergens in een eerste elftal moest blijven spelen. Ik heb er goed over nagedacht en heb de keuze gemaakt om hier naartoe te gaan”, gaat Agyakwa verder. Como zat al langer achter hem aan, maar doordat het erop leek dat Watford hem dit seizoen binnenboord wilde houden, had hij daar nog niet van gehoord. Agyakwa bekent in alle eerlijkheid dat hij vooraf niet al teveel wist van Como. “Voor mij was alles vrij nieuw, ik wist eigenlijk niks van Como. Sterker nog, ik hoorde nu pas voor het eerst van Como. Van de Serie A weet ik best wat af, maar van de Serie C... Como wil promoveren en het is mooi om te vechten voor een kampioenschap, in dat opzicht hebben ze me wel overtuigd. Tot nu toe heb ik het idee dat ik me hier goed kan ontwikkelen, er is een perspectief geschetst dat ik veel aan spelen zal toekomen.”
“Ik wist eerst ook niet dat er Nederlandse jongens zaten, ik had vrij weinig research gedaan. Nadat ik een post op Instagram plaatste, zocht Ismail meteen contact om me welkom te heten. We zijn vanaf de eerste dag vrienden geworden en ik krijg binnenkort een appartement bij hen in de buurt”, zegt Agyakwa over de band met Dkidak en H'Maidat. De periode in Como moet de opstap vormen naar een vaste plaats in het eerste van Watford. The Hornets verlengden voor Agyakwa naar Italië vertrok zijn contract tot medio 2022. “Het deed me goed dat ze vertrouwen toonden, daar ben ik heel blij mee. Elke jonge speler wil bij het eerste blijven, als hij daar een beetje aan mag proeven. Dat was voor mij ook zo, ik wilde daar blijven. Het is anders gelopen en dit is ook prima, want ik ga me hier ontwikkelen en kom sterker terug. Ik weet wat ik doe, ik wil een van de beste of zelfs de beste worden op mijn positie. Als het niet gaat zoals ik wil, dan moet ik maar afdwingen dat het gaat zoals ik wil.”