voetbalzone

‘De meest racistische club ter wereld’ waar Arabieren niet welkom zijn

Tom Rofekamp09 nov 2022, 09:00
Laatst bijgewerkt: 09 nov 2022, 09:00
Advertentie

Na hun gemiste strafschoppen in de EK-finale van 2021 waren Jadon Sancho, Marcus Rashford en Bukayo Saka het middelpunt van een lading aan racistische uitingen. Niet alleen in Engeland, maar ook in bijvoorbeeld Rusland zijn de uitingen vaak niet fraai. Fans van Zenit Sint-Petersburg waren na de aankoop van Braziliaan Malcom furieus op de clubleiding voor het niet handhaven van de traditie om ‘geen gekleurde spelers aan te trekken’. Ook in Nederland ging het na afloop van de wedstrijd tussen FC Utrecht en Ajax over de apengeluiden die de FC Utrecht-aanhang had gemaakt jegens Ajax-spits Brian Brobbey. Het meest extreme voorbeeld van racisme in de voetballerij komt echter uit Israël. De harde kern van Beitar Jerusalem steekt zijn racisme niet onder stoelen of banken. “Wij zijn de meest racistische club ter wereld”, viel er op een spandoek te lezen.

Door: Bart D’Hanis

Beitar Jerusalem werd in 1936 opgericht en is een van de grootste clubs van Israël. De club heeft de meeste fans van het land en kan op steun rekenen van een hele hoop rechtse politici, onder wie oud-premier Benjamin Netanyahu. De club werd opgericht als tegenhanger van de gevestigde macht, wat in die tijd het Britse Koninkrijk betekende. Oprichters Shmuel Kirschstein en David Horn waren tevens beiden voorzitter van de Betar-afdeling in Jeruzalem. Verschillende teamleden maakten ook deel uit van de verboden milities die nauw verbonden waren aan de rechtse revisionistische zionistische beweging. De harde kern van de club, La Familia, is sinds zijn oprichting in 2005 berucht om de anti-islam-, anti-arabische spreekkoren, spandoeken en vele geweldplegingen.

Beitar Jerusalem won in 1987 de eerste landstitel, waarna er nog vijf volgden in 1993, 1997, 1998, 2007 en 2008. Deze kampioenschappen hadden mooie affiches in het buitenland tegen clubs als Benfica en Glasgow Rangers als gevolg. Om zich met deze clubs te kunnen meten werd er veel geld uitgegeven. Dit resulteerde aan het eind van het jaar vaak in gaten in de begroting. Deze gaten werden opgevuld door geldschieter Gad Zeevi. Toen Zeevi in 2005 zijn dochter directeur van de club wilde maken, ging de harde kern van de club hevig in protest. Zeevi besloot daarop de geldkraan dicht te draaien en liet Beitar met enorme schulden achter.

Arcadi Gaydamek redde De Menora uiteindelijk van de ondergang. Hij kocht de club, maar gaf al vrij snel daarna aan niks met voetbal te hebben. Hij wilde door middel van het verbeteren van het imago van de club onder zijn leiding, zich populair maken voor de burgemeestersverkiezingen van Jeruzalem in 2008. Dat hij zich niet bijster goed had ingelezen over de club en zijn harde kern, bleek toen hij de Israëlische moslim Abass Suan naar Jeruzalem wilde halen. Toen La Familia lucht kreeg van de interesse, toonden zij spandoeken met “Suan, jij vertegenwoordigt ons niet” en “Wij haten alle Arabieren." De aankoop ging uiteindelijk niet door en zo blijft Beitar Jerusalem de enige club in Israël zonder ooit een Arabische speler onder contract te hebben gehad. Hier zijn de ultra’s van Beitar maar wat trots op. Na het klappen van de deal werden er spandoeken getoond met: “Beitar voor altijd puur.” Toen Gaydamek slechts drie procent van de stemmen voor de burgemeestersverkiezingen in 2008 binnenhaalde, besloot hij de club van de hand te doen.

Gaydamek verkocht Beitar aan de Amerikaanse investeerder Guma Aguiar. Aguiar werd echter een aantal maanden na overname opgenomen in een psychiatrisch ziekenhuis. In 2012 verdween de nieuwe eigenaar op mysterieuze wijze nadat hij in zijn eentje was gaan varen in Fort Lauderdale in Florida. Zijn boot en telefoon werden naderhand wel gevonden. In 2015, tweeënhalf jaar na zijn vermissing, werd hij officieel overleden verklaard. Eli Tabib nam de club hierna op zijn beurt over en werkte in de eerste maand de tweeënhalf miljoen euro schuld van Beitar weg. Ondanks deze betaling kon Tabib niet op bijster veel krediet van de supporters rekenen. Tabib was voorheen namelijk de eigenaar van Hapoel Tel-Aviv. Hapoel staat lijnrecht tegenover Beitar. De club met de hamer en sikkel in het logo staat namelijk bekend als de linkse club van Israël.

De impopulariteit van Tabib groeide toen hij na zijn overname aangaf het racisme en geweld te willen uitbannen. Tabib was bij bepaalde supporters zelfs zo gehaat, dat er een granaat onder zijn auto werd geplaatst. Een buurman zag het gebeuren en belde de politie. Na incidenten in België bij een uitwedstrijd tegen Charleroi, was de maat vol voor Labib en besloot hij dat hij de club wilde verkopen. Ook dit schoot bij La Familia in het verkeerde keelgat, waarna ze hem thuis opzochten en hem bij de voordeur beschoten. Een kogel doorboorde zijn hand.

voetbalzone

2015 was tevens het jaar waarin Beitar twee Tsjetsjeense moslims op huurbasis naar Jeruzalem haalde. La Familia was hier zo kwaad over, dat de club een bodyguard moest inhuren om de spelers te beschermen. De kantoren van Beitar werden in de brand gezet door middel van molotovcocktails. Toen een van de twee huurlingen een doelpunt maakte voor Beitar, verliet een groot deel van de harde kern van Beitar het stadion.

De twee mislukte aanslagen op Tabib weerhielden crypto- en techondernemer Moshe Hogeg er niet van om de club van Tabib over te nemen. Direct na zijn overname kondigde Hogeg aan dat de afkomst en religie van een speler geen rol meer zouden spelen bij het transferbeleid. Ook beloofde hij fans die racistische leuzen scandeerden op te volgen. Dat leek te helpen. In 2018 waren er ‘veel minder meldingen van racisme’ dan voorheen. De BBC maakte in dat jaar een item over La Familia en claimde dat ‘het racisme was verdwenen’. Niks bleek echter minder waar te zijn. Toen Beitar in 2019 de Nigerijn Ali Muhammed aantrok, die overigens geen Moslim maar Christen is, moest hij van La Familia zijn naam officieel laten veranderen omdat Muhammed ‘te moslimachtig’ klonk. Twee jaar later, in 2021, werd Hogeg verdacht van 21 misdrijven. De beschuldigingen lopen uiteen van fraude tot seksueel geweld. Hogeg claimt onschuldig te zijn, maar toch werden al zijn bezittingen bevroren, waardoor Beitar achterbleef met twintig miljoen dollar schuld.

Het teammanagement was op zoek naar geld om de salarissen te betalen. Sommige spelers waren halverwege het seizoen transfervrij. Alle andere spelers en arbeiders moesten ermee instemmen dat hun salarissen met dertig procent werden verlaagd. De Menora behaalde de tiende plaats tijdens de laatste wedstrijd op 14 mei 2022. Daarna werden de problemen van Beitar erger. De Israëlische politie beschouwde de eigendommen van Hogeg als ‘witwaspraktijken’, inclusief Beitar. In juli 2022 kreeg de Israëlische politie toestemming van een rechtbank om alle eigendommen van Hogeg in beslag te nemen.

Beitar werd een gijzelaar. Tot 10 augustus was er een constante dreiging om Beitar naar het tweede niveau te degraderen vanwege een schuld van twaalf miljoen dollar: een club die de contracten van spelers niet kan betalen, mag niet in een professionele competitie spelen. De Israëlische politie eiste geld van Hogeg en een nieuwe beoogde koper, Baraq Avramov. Nadat Avramov anderhalf miljoen dollar overmaakte, werd een uitgebreide deal gesloten tussen Hogeg en Avramov, waarop Beitar werd verkocht. Nadat alles was goedgekeurd op 11 augustus 2022 mocht Beitar het seizoen 2022/23 starten in de Israëlische Premier League.