De matige topper in De Kuip kan doorwerken bij Oranje
Ondanks een stralende lentezon staarde Guus Hiddink nors en ontevreden naar de topper in De Kuip. Het gezicht van de bondscoach, getooid met een modieuze zonnebril, drukte een mix uit van zorg en ergernis. Ook hij stoorde zich aan het matige voetbal van Feyenoord en PSV. De apathie van een aantal internationals beviel hem al evenmin, zo kort voor twee belangrijke wedstrijden van het Nederlands elftal.
Enkele dagen eerder had Hiddink zijn ongenoegen geuit over de uitschakeling van Ajax in de Europa League, als laatste vertegenwoordiger van de Eredivisie. Nog voor de kwartfinales telde Nederland in clubverband alweer niet meer mee. Een tendens, die in een geleidelijk tempo een dalende curve aanhoudt. De deelnemers uit de polder zakken steeds verder weg in de anonimiteit van de middenmoot. Het was Hiddink opgevallen dat Ajax, Feyenoord en PSV niet voldoende konden omgaan met de specifieke omstandigheden van Europees voetbal. Daarin wordt meer geëist dan almaar de bal rondspelen, met name de chronische kwaal van de Amsterdammers. De bondscoach had zich ook opgewonden over het gemak waarmee PSV, de aanstaande kampioen van Nederland, zich had overgegeven aan Zenit Sint-Petersburg. En hoe achteloos de blamage werd geaccepteerd en opgeborgen.
Ook tegen Feyenoord bevestigde PSV zijn schrik en weerzin voor vechtvoetbal. De Rotterdammers overrompelden daarmee de kwetsbare koploper. Ineens gingen gangmakers als Jetro Willems, Georginio Wijnaldum en Memphis Depay kopje onder in het gewoel. Andermaal tot irritatie van de strak toekijkende Hiddink. Maar ook Luuk de Jong, Luciano Narsingh en Jeffrey Bruma verdronken in de woeste golven. Depay wordt geroemd als de absolute vedette van de Eredivisie, op eenzame hoogte boven de beperkte concurrentie. Maar op zijn houdbare schot na, dat een doelpunt werd, was hij onzichtbaar in De Kuip. Hij zal PSV straks ongetwijfeld veel geld opleveren met een buitenlandse transfer. Maar de mindere vorm van de laatste weken etaleerde hij ook in Rotterdam, waar hij regelmatig zijn benen terugtrok in het geweld.
De angst gierde weer eens door heel PSV. In de resterende zes duels zal het de voorsprong op Ajax echt niet meer verspelen. Maar de toekomst van de komende kampioen biedt weinig hoop op een beetje eerherstel voor Nederland in Europa. Oké, dat is nu eenmaal het onvermijdelijke lot van dit opleidingsinstituut. Maar nog even, en de titelhouder dringt niet eens meer automatisch door tot de Champions League.
Die verontrustende ontwikkeling houdt Hiddink begrijpelijk bezig. Zich nog warmend aan de uitbundige zon in De Kuip stemde de prestatie van Feyenoord hem nou ook niet vrolijk. Buiten Sven van Beek, de ware uitblinker bij de Rotterdammers, en Anass Achahbar tastte het veelvuldige gerommel vooral de bijdrage van Jordy Clasie aan. Nu is hij sowieso al niet bijster populair bij de bondscoach, maar de altijd actieve aanvoerder overtuigde al evenmin gedurende deze momentopname van de in potentie beste kandidaten uit de Eredivisie. Ook hij kreeg geen vat op de wanorde.
Al die mindere rapporten kon Hiddink zo vlak voor het cruciale treffen met Turkije niet gebruiken, nu hij toch al moet afzien van Arjen Robben en Robin van Persie. Het is al lang een cliché dat het Nederlands elftal zonder deze twee minimaal vijftig procent aan kracht inboet. Robben in topvorm maakte het verschil op het WK in Brazilië. Zijn spierblessure komt dan ook uiterst ongelegen voor de confrontatie met de Turken, normaal gesproken rijp voor een nederlaag in de Amsterdam ArenA. Maar nu mogelijk extra opgepept door de tegenslagen voor Oranje.
Ongeacht de uitslag in deze kwalificatieronde gaat Hiddink door als bondscoach. Dat thema is ook minder relevant dan de constatering dat de Eredivisie steeds minder imponeert en voorstelt in Europa. Het schort in Nederland nog immer aan (mentale) scholing. De smalle top heeft ook dringend behoefte aan meer routiniers. Even zeer bij Oranje, waar nu oudgedienden als Wesley Sneijder en Nigel de Jong labiele en weinig geharde medespelers als Depay, Willems en Wijnaldum moeten inspireren.
LEX MULLER
Sportjournalist sinds mensenheugenis. Schrijft al sinds 1966 over voetbal. Bezocht WK's vanaf 1974. Werkte tot 1994 voor kranten, waaronder twintig jaar bij het Algemeen Dagblad. Switchte daarna naar de televisie, maar legt zich sinds 1 januari 2011 volledig toe op sport op internet.