voetbalzone

‘De manager schoof een envelop naar me toe en zei: ‘Go back to Holland!’’

Justus Dingemanse31 jul 2018, 21:55
Laatst bijgewerkt: 31 jul 2018, 21:55
Advertentie

Iwan Redan speelde in het eerste decennium van deze eeuw ruim honderd duels in de Eredivisie en kwam als centrumspits uit voor onder meer RKC Waalwijk, Roda JC en Willem II. Later speelde hij kortstondig in Wales, tekende hij een contract op Cyprus en trainde in zijn nadagen onder Louis van Gaal. Tegenwoordig heeft Redan als personal trainer zijn eigen fitnessschool Beyond Yourself waar hij onder meer Eljero Elia, Lerin Duarte en Derrick Luckassen onder zijn hoede nam. Voetbalzone was op bezoek in zijn Rotterdamse gym en sprak Iwan uitgebreid over zijn carrière en de staat van het hedendaagse voetbal. Eerder verscheen het eerste deel van het drieluik. Vandaag deel twee over de hoogtijdagen van zijn profcarrière.

Door Justus Dingemanse

Je vertelde dat je start bij RKC moeizaam was. Hoe ging dat verder?
“Na een lastig begin wist ik de weg omhoog in te slaan. Ik werd opgeroepen voor Jong Oranje waar ik met toppers als Dirk Kuyt speelde. In de media werd ik zelfs even betiteld tot de ‘nieuwe Kluivert’ en gelinkt aan topclubs in Nederland. Die zomer heb ik mezelf compleet afgebeuld tijdens mijn vakantie in Florida. Toen ik terugkwam voor de voorbereiding was ik fitter en gedrevener dan ooit. Conditioneel liep ik voorop en met Patrick van Diemen was ik de enige die op trainingskamp in Zeeland de shuttle run test (piepjestest, JD) helemaal uit liep. Terwijl ik stond uit te hijgen met knikkende knieën besloten de coaches nog een partijvorm te spelen. Ik kon echt niet meer, maar ze zeiden: we doen rustig aan.”

En daar ging het mis?
“Juist, ik had alles gegeven en de pijp was helemaal leeg. Bij de eerste balaanname draaide ik weg naar links en een verdediger tikte me heel zachtjes aan de binnenkant van mijn been aan. Door een moment van instabiliteit in mijn knieën ging mijn de droom aan duigen. Ik kreeg opnieuw een kruisbandblessure en de sluimerende interesse van Ajax, PSV en Everton was weg. Het was de tweede keer dat ik zo’n blessure kreeg, de eerste keer was op mijn zestiende en toen zeiden de doctoren dat ik een streep kon zetten door mijn droom van profvoetbal. Eigenwijs als ik was, ben ik op zoek gegaan naar een dokter die er nog wel in geloofde. Daar heb ik me laten opereren, ben ik gaan bikkelen en heb ik me teruggeknokt.”

voetbalzone

Hoelang lag je er ditmaal uit?
Het hele seizoen 2001/02 en pas in de laatste duels van 2002/03 kwam ik weer in actie. Het nieuwe seizoen begon ik met zes goals in de eerste acht duels, maar Jol was erg voorzichtig en bleef spitsen halen. Ik had dat seizoen concurrentie van Gábor Torma, Bernardo Vasconcelos, Rick Hoogendorp, Jason Oost, Biko en Eddy Putter. In de winter heb ik me laten verhuren aan Roda JC dat op dat moment vijf plaatsen hoger stond. Het was een selectie met spelers als Cristiano, Sergio Pacheco en Arouna Koné onder leiding van Wiljan Vloet. In Kerkrade maakte ik vijf goals en aan het eind van die verhuurperiode tekende ik transfervrij bij Willem II. Stiekem had ik gehoopt op een grotere stap, maar andere concrete interesse bleef uit. Robert Maaskant was de hoofdcoach en die kende ik al van mijn periode bij RBC.

Hoe was je entree bij Willem II?
“Bij RKC werd met twee spitsen gespeeld en in Tilburg moest ik me schikken in een 4-3-3 systeem. Ik moest daar enorm aan wennen en maakte dat eerste seizoen slechts zes goals. Ook met Maaskant had ik een aparte relatie. Toen de prestaties tegenzaten opperde ik meermaals een overschakeling op 4-4-2, maar dat was tegen het protocol. Willem II werd het ‘Ajax van het zuiden’ genoemd en daar hoorde die opstelling bij. Doordat we er het materiaal niet voor hadden en bleven verliezen, bleef ik zeuren. Op een gegeven moment was de maat vol en werd ik uit de selectie gezet. De officiële reden was ‘Iwan Redan is fysiek en mentaal niet in staat om in de Eredivisie te spelen’. Lachwekkend, maar goed. In het tweede ging het stukken beter, ik gaf alles en langzaam wende ik er aan het 4-3-3 systeem. Ik bleef ook serieus bezig met mijn doelen en ging niet lopen klooien op de training.”

voetbalzone

En toen werd Robert Maaskant ontslagen?
“Yes. Kees Zwamborn nam het over en omdat ik aan de lopende band scoorde bij de reserves riep me bij zich op het kantoor. Hij zei: ‘Ja, hier hebben we een kwestie, de hoofdtrainer is weg. Wat gaan we nu doen?’. Ik vertelde dat ik gewoon wilde spelen en een kans nodig had. Als het niet werkte, kon ik altijd nog vertrekken. Ik kreeg die kans en de 4-3-3 van Zwamborn kwam in de praktijk meer neer op een 4-4-2 met twee aanvallende middenvelders op de flanken en de balvaste Mousa Dembélé die als inzakkende schaduwspits fungeerde. Mousa was ziek getalenteerd en speelde dat seizoen onder meer Jaap Stam kapot in zijn eigen ArenA. Toen ik in wedstrijd 25 weer mee mocht doen, stond hij al op vijf goals. Ik zei direct tegen hem: ‘Pas maar op jongen; ik ga je sowieso nog inhalen.’”

Lukte dat?
“In die laatste negen duels scoorde ik er acht; met als hoogtepunt de ontmoeting met sc Heerenveen waarin we beiden twee keer doel troffen. Door twee goals in de laatste ronde tegen FC Utrecht stond het 9-8 in zijn voordeel, maar in de nacompetitie werd het alsnog 10-10. Dat was zó leuk; we hielden elkaar scherp en bleven erin. Het jaar erop namen Dennis van Wijk en Andries Jonker het stokje over en werd ik zelfs aanvoerder in een team met Kevin Bobson, Anouar Hadouir, Mounir El Hamdaoui, Nuelson Wau, José Valencia en Matthieu Assou-Ekotto. Zo zie je maar hoe snel alles kan veranderen in de voetballerij.”

voetbalzone

Over snelle veranderingen gesproken; een half jaar later mocht je alweer vertrekken...
“Tja, in het bekerduel met De Graafschap zou ik Kristof Imschoot (teamgenoot, JD) een kopstoot hebben gegeven. Los van dat dat niet zo was en het incident enorm overtrokken werd, had ik mijn excuses voor de oproer aangeboden. Toch moest ik vertrekken. Ik werd verhuurd aan Cardiff City in de Championship. Hoewel ik daar weinig aan spelen ben ik toe gekomen, was dat het mooiste uit mijn carrière als voetballer en ben ik God eeuwig dankbaar voor dat avontuur. Na twee kruisbandblessures had ik nooit meer verwacht zoiets mee te maken.”

Wat was er zo bijzonder aan?
“De hele ambiance op en buiten het veld. Zelfs als wisselspeler word je daar verafgood en willen ze je handtekening. Iedereen van nummer 1 tot 28 hoort erbij. Ik zat in een team waarin Glenn Loovens achterin de grote man was en legende Kevin Campbell in zijn nadagen ook nog onderdeel van de selectie uitmaakte. We trainden driemaal daags, maar in de derde week belde Campbell me op na de training en zei dat ik mijn sportspullen moest pakken. Gingen we nog even naar een gym om wat extra werk te doen bij een personal trainer die hij uit zijn eigen zak betaalde. Moet je nagaan, die gast zat aan het eind van zijn carrière en wekelijks op de bank! Desondanks investeerde hij op zijn leeftijd nog altijd zoveel om fit en ready te zijn. Dat was zó inspirerend en motiverend voor mij.”

Na je avontuur in Wales ben je toch ook nog kort in Cyprus geweest?
“Ja, wat een verhaal was dat. Via mijn zaakwaarnemer kreeg ik een aanbieding, maar die gasten hadden enorm haast. Omdat het geld goed was en voormalig Utrecht-keeper Joost Terol er speelde en enthousiast was, tekende ik blind bij Paphos. Moet je nagaan; ik was er nog niet eens geweest. Ik dacht: lekker weer, autootje, huisje en een mooi salaris. Toen ik daar arriveerde, werd ik pas medisch gekeurd. Dat ging prima alleen kwamen ze er toen pas achter dat ik twee zware knieblessures had gehad. Dat vond de dokter toch wel een risico voor een speler met een groot contract, dus of ik even naar de club wilde komen. De manager brabbelde wat in steenkolenengels over ‘trouble with the doctor’ en schoof een envelop naar me toe.”

En wat zat daar precies in?
“Een euro of vijfduizend. Die manager keek me aan en zei ‘take it and go back to Holland’. Maar goed, ik ben niet gek natuurlijk. Ik schoof die envelop terug en zei dat ik mijn contract wilde respecteren. Hij sputterde tegen en toen ben ik mijn zaakwaarnemer maar eens gaan bellen. Wedstrijden spelen kon ik daar wel vergeten en na een lang proces heeft het CAS me uiteindelijk in het gelijk gesteld en moest Paphos wegens contractbreuk een flink deel van het salaris alsnog uitbetalen. Toch was dat allemaal niet lekker natuurlijk, het voelde alsof na dat incident bij Willem II een vloek op mijn carrière rustte.”

voetbalzone

Hoe heb je de draad toen weer opgepakt?
“Na dat gedoe op Cyprus kwam ik Mounir El Hamdaoui tegen die inmiddels bij AZ speelde. Ik ben daar toen een keer een oefenwedstrijd gaan kijken en vertelde Kew Jaliens en David Mendes da Silva over mijn situatie. Die zeiden: ‘Kom anders lekker bij ons trainen man, probeer het gewoon en vraag het aan Van Gaal!’. Dus ik dacht: shit, hoe ga ik dit doen? Ik kende hem alleen van televisie en vermoedde dat hij me meteen zou afwimpelen. Ik schraapte al mijn moed bij elkaar en knoopte een gesprekje aan terwijl hij handtekeningen stond uit te delen. Ik legde mijn situatie en vroeg of ik mocht mee trainen. Vervolgens bromde hij een beetje, keek Martin Haar aan en zei: ‘Kom maandag maar naar de club, dan kijken we dan wel even.’”

Hoe was dat?
“Spannend, want ik had geen idee wat ik kon verwachten. Door de Olympische spelen waren veel spitsen weg en in de tussentijd mocht ik op de trainingen die rol invullen. Wat een genot was dat. In die drie maanden dat ik daar zat, leerde ik het meest van mijn hele carrière. Kleine spitsendingetjes als wegdraaien, bal vasthouden, tussen de linies lopen, vrijlopen en de bal vragen. Veel van wat ik had geleerd had, heeft Van Gaal me daar weer afgeleerd. Als je zijn tips ging toepassen merkte je gewoon dat je makkelijker aan de bal kwam, meevoetbalde en scoorde. Alsof mijn ogen opengingen en ik daar pas begon met voetballen. Die man heeft zóveel kwaliteit om spelers beter te maken.”

Werd je af en toe ook niet helemaal gek van dat gebulder?
“Van Gaal heeft regels en wanneer je je daar aan houdt, is er niets aan de hand. Hij wil zijn spelers opvoeden, is extreem perfectionistisch en wil alles in de hand houden. Sommige jongens willen op een gegeven moment wat meer vrijheid, maar dat past niet zo bij zijn doctrine. Hij behandelt iedereen hetzelfde. Zelfs jongens als Edgar Davids bleef hij naar eigen zeggen opvoeden tot het eind. Het draait allemaal om principes, hoe klein ook.”

voetbalzone

Heb je stiekem nog even gehoopt op een contractje?
“De eerste training dacht ik: misschien zit er een kansje in. Ik kende veel jongens als Milano Koenders en Ryan Donk en zij waren enthousiast dat ik meedeed. Shota Arveladze was er en mijn idool Kluivert liep er stage, dus wat wilde ik nog meer? Tijdens de eerste partij speelden we 3-tegen-3. Op zo’n klein veld met veel wegdraaien en schieten; net wat voor mij. Ik maakte veel goals en Van Gaal schreeuwde: ‘GOED ZO REDAN! HEERLIJK, DIT HEBBEN WE NODIG!’. Dat was een lekker moment en ik wist daardoor dat hij me gezien had. Al snel realiseerde ik dat veel jongens zouden terugkomen en ze een flinke groep spitsen van naam hadden met Ari, Dembélé, El Hamdaoui, Graziano Pellè, Jeremain Lens, Jonathas en Kolbeinn Sigthórsson. Dan had je aanvallend ook nog Maarten Martens en Nick van der Velden. Eén grote mengelmoes van talent; ze werden ook niet voor niets kampioen natuurlijk.”

Heb je nog ergens spijt van achteraf?
“Misschien had ik wat meer geduld moeten hebben en bij moeten tekenen bij RKC om te vlammen in die vertrouwde omgeving. De overstap naar Willem II heeft mijn ontwikkeling geremd waarna het een stuk minder hard ging. Desalniettemin denk ik het maximale uit mijn carrière te hebben gehaald na die twee kruisbandblessures. Ik ben voor Jong Oranje uitgekomen, heb veel duels gespeeld voor de Suriprofs en overal mijn goaltjes meegepikt. Hoe het zonder die blessures was gegaan is niet te zeggen, maar ik ben best trots.”

Deel één van het interview met Iwan Redan is hier te lezen.
Deel drie van het interview met Iwan Redan verschijnt op dinsdag 7 augustus.