De man die het voetbal voorgoed veranderde door eigen leven te verwoesten
Jean-Marc Bosman is een oud-middenvelder van België die persoonlijk veel tegenslagen heeft gekend. De inmiddels 58-jarige Bosman was een zeer bekende naam die vaker werd genoemd dan Diego Maradona en Pelé. Hij was iemand die de voetbalwereld volledig op zijn kop zette. Maar wie is Bosman? Niet veel mensen kennen het verhaal van de man die zonder overdrijven kan worden omschreven als degene die het voetbal voor altijd heeft veranderd.
Bosman werd geboren in 1964 en begon zijn voetbalcarrière bij Standard Luik, de club waar hij vroeger al supporter van was. Na een omkoopschandaal tekende hij in de zomer van 1988 een contract bij Club Luik. Niemand kon zich echter voorstellen dat het voetbal in België op het punt stond voorgoed te veranderen. Bosman had twee jaar na zijn komst geen vaste basisplaats meer bij Club en wilde vervolgens vertrekken uit België. Het contract van de middenvelder liep af en interesse uit Frankrijk volgde.
Dunkerque, een Franse club die destijds in de Ligue 2 actief was, bood de transfervrije Bosman een lucratief contract aan. Club ging echter niet akkoord met de bescheiden transfersom van de Fransen, tot grote woede van Bosman. Hij besloot het heft in eigen handen te nemen en stapte naar de rechter. Tot aan ‘de Bosman-zaak’ waren clubs verplicht een bedrag te betalen aan de club die de speler in bezit had, zelfs als het contract van de speler met de desbetreffende club was afgelopen. Heel vreemd, achteraf gezien. Maar in het voetbal van toen, dat een totaal ander economisch systeem had, waren er geen transfervrije voetballers.
De vraagprijs van Club, zoals Bosman later zelf aangaf, was 375.000 euro. In Frankrijk zou Dunkerque hem een verdrievoudigd salaris hebben gegarandeerd in vergelijking met wat Bosman in België ontving. De middenvelder voelde zich dan ook zeer aangetrokken door de mogelijkheid om te transfereren. Hij was woedend en klaagde zowel Club als de UEFA aan bij het Europese Hof van Justitie. De Belgische club liet zich niet intimideren, weigerde hem naar Dunkerque te laten vertrekken en verlaagde ook zijn salaris, waardoor hij slechts 275 euro per maand ging verdienen. Dat was destijds het minimumloon in België. Op dat moment kwam er feitelijk een einde aan de loopbaan van Bosman.
Zijn strijd in de rechtbank duurde voort, wat zijn carrière definitief in gevaar bracht. Symbolisch was het verhaal wat Bosman zelf vertelde na zijn daaropvolgende professionele avontuur. “Er was een andere club die ook in mij geïnteresseerd was”, zo vertelde hij aan FIFPRO. “Het was Saint-Quentin, die me had opgeroepen voor een testwedstrijd tegen Valenciennes. Ik kon niet gaan omdat ik die dag een rechtszitting had tegen Club. Later hoorde ik dat de president van Club, André Marchandise, contact had opgenomen met zijn Franse collega en hem had verteld dat hij van plan was om met zijn bedrijf Trafic twee magazijnen in de buurt te openen voor de opslag van goederen. Toen voegde hij eraan toe: ‘Breek de belofte die je aan Bosman hebt gedaan en ik geef je ook twee spelers.’ Hij ontkende het, maar kort daarna ging Saint-Quentin failliet.”
Bosman begon een dubbelleven te leiden. Aan de ene kant wilde hij gerechtigheid van Club, wat zijn carrière feitelijk had verpest. Aan de andere kant bleef hij doorvoetballen, maar hij bereikte nooit meer het niveau dat hij in het eerste deel van zijn carrière haalde. “Niemand wilde een onruststoker in het team”, verklaarde Bosman later zelf, die zich slachtoffer begon te voelen van het voetbalsysteem dat volgens hem besloten had hem uit te schakelen. Zijn wraak volgde niet veel later. Na vijf jaar gaf het Europese Hof van Justitie hem gelijk door te vertrouwen op het Verdrag van Rome, dat al meer dan dertig jaar het vrije verkeer van werknemers binnen de Europese Unie had vastgelegd. De voetballers werden in feite gelijkgesteld met alle andere arbeiders en mochten na afloop van het contract zelf kiezen voor welke club ze wilden spelen.
Die uitspraak bracht een revolutie teweeg in het voetbal. De transfervrije spelers werden in het leven geroepen en de clubs werden ondergeschikt aan spelers en zaakwaarnemers, die langzaam de overhand kregen in het voetbal. Verlengingen en aanpassingen in het contract kregen spelers door te dreigen met een transfervrij vertrek. Bosman nam revanche, maar zijn carrière was al voorbij. De beroemde ‘Bosman Sentence’ kwam in feite op 15 december 1995, toen hij al over de dertig was en net terugkwam van vijf magere seizoenen. Kort daarna kwam er officieel een einde aan zijn avontuur als voetballer en, terwijl het voetbal dankzij hem veranderde, stortte Bosman in de afgrond.
Terwijl zijn voormalige collega's mede dankzij zijn bijdrage veel geld begonnen te verdienen, begon hij zelf steeds minder geld te zien. “Ik leefde met de schadevergoeding uit het proces”, zo vertelde Bosman zelf zo'n tien jaar geleden aan the Sun. “Met de tweehonderdduizend euro die ik van FIFPRO kreeg, maar het grootste deel van de opbrengst werd opgeslokt door advocaten en onkostenvergoedingen.” Sommige spelers probeerden hem echter te helpen, uit een soort dankbaarheid. “Ik heb Gattuso en Seedorf een keer ontmoet, toen ze voor Milan speelden. Ze vertelden me dat het geen normale situatie is voor een speler die zoveel heeft gedaan. Koeman en de De Boers betaalden me drieduizend euro”, onthulde hij onlangs. “Enige tijd geleden kreeg ik een telefoontje van de moeder van Adrien Rabiot. Ze had toen onlangs een goed contract getekend bij Paris Saint-Germain en gaf me tienduizend euro omdat er volgens haar ook wat verdienste van mij in dat contract zat. Momenteel speelt Rabiot voor Juventus nadat hij weigerde te verlengen bij PSG en transfervrij vertrok.”
De voetbalwereld zette hem aan de kant en Bosman raakte verslaafd. “Ik begon te drinken, steeds meer. Ik was altijd thuis en dronk alles.” Een gewoonte die hem in 2007 zelfs een ziekenhuisopname kostte. Daarna werkte hij enige tijd als ecologisch operator in de buurt van zijn huis, waar hij met zijn labrador ging wonen. Porsches en mooie huizen waren slechts een vage herinnering geworden. Hij ging nog een tijdje door met de economische subsidie van de staat, maar die werd ingetrokken toen hij ervan beschuldigd werd niet genoeg te hebben gedaan om een baan te vinden. De problemen begonnen zich vervolgens te op te stapelen. In 2012 maakte hij zich zelfs schuldig aan een aanval op zijn partner en riskeerde hij een gevangenisstraf. Vervolgens werd Bosman veroordeeld tot werk voor de sociale dienst.
Nu, 58 jaar oud, leeft Bosman van ontberingen, herinneringen en spijt. “Ik drink niet meer”, verzekert hij. Hij werkt af en toe samen met FIFPRO, maar zijn klacht is altijd hetzelfde. “Ze zouden rode lopers voor mij moeten uitrollen, maar jonge mensen weten niet eens wie ik ben. Er zijn mensen die me ervan beschuldigen het voetbal te hebben verpest, maar dat is niet waar. Ik heb het alleen maar rijker gemaakt. Met als resultaat dat voetballers miljoenen verdienen en ik in armoede leef.” Het verhaal van het verval van eerst een voetballer en daarna een man. Van een man die uiteindelijk gewoon gelijk had.