voetbalzone

De ‘luie ster’ en zijn trivela: eenvoetig egoïsme of kenmerkende klasse?

Kevin van Buuren19 jun 2023, 18:15
Laatst bijgewerkt: 19 jun 2023, 18:15
Advertentie

Van totaalvoetbal tot anti-voetbal en alles daartussenin. Het binnenslepen van de begeerde punten komt al sinds mensenheugenis in allerlei vormen en maten. In de rubriek Stijlfiguren gaat Voetbalzone langs de velden van weleer om fabelachtige formaties, culturele interpretaties en bijzondere spelersrollen onder de loep te nemen. In deze editie: de Trivela, de Portugese term voor het fabelachtige buitenkantje voet, dat volgens Johan Cruijff overigens heel gewoon was.

Door Kevin van Buuren

“Ik kon de bal vroeger op zes manieren trappen: buitenkant rechts, binnenkant rechts, met de rechterwreef en met links op dezelfde drie manieren. Ik kon dus altijd een kant op”, zei Cruijff over de basistechniek van zijn voetbal. Volgens hem was deze kwaliteit het fundament van het spel. De bal altijd kunnen verwerken. Rafael van der Vaart, beduidend éénbeniger dan Cruijff was, vertelt op 25 april 2022 bij Rondo over een jubileumwedstrijd die hij speelde, met een bejaarde, maar nog even begaafde Cruijff. “Er was een moment: ik geef een balletje tussendoor, met binnenkant links. Hij floot dan zo naar me: ‘Met de buitenkant, dan draait ‘ie naar hem toe.’ Ja weet je, zo’n advies kreeg je nooit als speler.”

De basis van Cruijff lijkt in het huidige jeugdvoetbal geslonken. ‘Buitenkantjes’ worden gezien als frivool. Cruijff noemde het gewoonweg functioneel. Ook Marco van Basten, aangenomen voetbalzoon van de voetbalvader, onderschrijft de raad van Cruijff om de buitenkant voet te benutten. “Tegen Rijkaard zei hij ook: ‘Als je ‘m met de buitenkant speelt, moet je zo je linkerarm weggooien’. En Rijkaard oefende even, en dan ging het inderdaad ook makkelijker”, vertelt hij lachend naast Van der Vaart. Desondanks is het geen voor de hand liggende techniek meer. Cruijff vond niet voor niets de techniek van de moderne Nederlandse voetballer erbarmelijk te noemen. De binnenkant voet is leidend. Buitenkantjes zijn nood, onnodig of kunst.

voetbalzone

In de voetbalfilm In Oranje (2004) prent vader Erik (Thomas Acda) eveneens zijn zoon Remco (Yannick van de Velde) in: “Werk aan dat linkerbeen.” Tijdens een surrealistisch potje voetbal, met onder meer Abe Lenstra en het Braziliaanse vogeltje Garrincha en Remco’s overleden vader als coach, lijdt Remco toch balverlies door te kappen naar rechts. Zijn vader is woest. “Iedere keer als jij eerst naar je rechterbeen moet, ben je die bal toch kwijt? Hoe vaak moet ik het zeggen? Cruijff, tweebenig. Van Basten, tweebenig. Bergkamp, tweebenig.” “Garrincha éénbenig!” schreeuwt Remco over hun favoriete speler ooit. “Heb je dat niet gezien? Hij is stijf rechts. Doet niks met links… ja, lopen.” Want ja, ondanks dat Cruijff beheersing noodzakelijk vond, heb je ook voetballers die het liefst alleen lopen met hun chocoladebeen. Laat staan er op drie manieren mee trappen. Voor deze spelers is de buitenkant voet echter des te functioneler: een vervanger van de binnenkantvoet van het verkeerde been.

Een Portugese pionier
Ook Cruijff deed dat overigens liever. De linksbuiten gaf tegen zijn eigen mantra in voorzetten met buitenkant rechts. Kunnen, is anders dan doen. Liever de buitenkant van een subliem rechterbeen gebruiken, dan de binnenkant van een prima linker. Uiteindelijk was hij gewoon functioneel aan het voetballen. Het buitenkantje wordt pas een kunstzinnig ding als mensen het zo gaan noemen. En nergens wordt dat beter gedaan dan in Portugal. In de voertaal van de éénbenige Garrincha. Daar maakt een ruw talent, een ‘groter talent dan Cristiano Ronaldo’, maar al te graag gebruik van wat zijn landgenoten zullen noemen: a Trivela.

Op 26 september 1983 wordt Ricardo Quaresma in Vila Nova de Famalicão geboren. Quaresma’s voetbaltechniek blijkt even mooi als zijn naam, waardoor hij in 1993 in de jeugd van Sporting Portugal belandt. Als groot talent debuteert hij in 2001, op achttienjarige leeftijd, in het eerste elftal. Anderhalf jaar later krijgt hij gezelschap van dat andere grote talent: Cristiano Ronaldo. Beiden frivool, dribbelend vol trucs op de vleugels. Beiden krijgen een grote toekomst toegedicht, maar die ene is waarschijnlijk net wat beter: Quaresma. De parallellen tussen de twee aanvallers krijgt een nieuwe dimensie wanneer zowel Quaresma als Ronaldo in 2003 het nest verlaat voor een Europese grootmacht. Eerstgenoemde vertrekt als belofte naar Barcelona en krijgt rugnummer 20. Ronaldo treedt bij Manchester United, met het legendarische nummer 7, in de voetsporen van George Best, Eric Cantona en David Beckham.

voetbalzone

Vanaf dat moment buigen de parallelle levenslijnen van de Portugezen steeds verder van elkaar af. De aanvallers krijgen dezelfde kritiek: het is geen speeltuin. “Alex Ferguson leerde mij de Portugese mentaliteit af. Te veel overstapjes, het maken van slechte keuzes”, zal Ronaldo later toelichten. Hij past zich aan om de elite van het voetbal te betreden. Quaresma krijgt van trainer Frank Rijkaard hetzelfde te horen, maar voelt zich aangevallen. Hij eist een vrije rol, zonder tactische poeha, waarin hij zich kan uiten. Het logische gevolg is dat Quaresma een jaar later alweer vertrekt uit Catalonië. FC Porto ruilt het talent Deco in voor de recalcitrante vleugelaanvaller.

O Cigano
Waar Ronaldo de top bewandelt door bijvoorbeeld zijn linkerbeen te trainen, manifesteert Quaresma zich als eeuwige ruwe diamant. Zo schiet hij niet of zelden met links, maar gebruikt hij buitenkant rechts. Zijn reputatie krijgt vorm wanneer hij op 10 september 2005, namens Porto, de zestien in dribbelt. Zijn tegenstander schermt tactisch de buitenkant af, maar na een subtiel tikje naar links krult de rechtsbuiten met een trivela de bal in de verre hoek. Dat jaar wordt hij tevens voetballer van het jaar in Portugal. Later maakt hij zijn eerste goal voor Portugal op dezelfde wijze. Tijdens een kwalificatieduel voor het EK tegen België in 2007 (4-0 winst) krijgt hij de bal van zijn evenknie Ronaldo. In diens geest kapt hij achter het standbeen – met de Ronaldo chop – zijn man uit, zet met zijn linkervoet een onlogische stap naar links en krult vervolgens met een rechterbuitenkantje die de logica doorbreekt de bal in de verre hoek. Zijn technisch volmaakte eigenzinnigheid haalt al het triviale waarmee Cruijff het besprak uit de trivela.

voetbalzone

Als opgeleefd talent verhuist Quaresma in 2009 naar Internazionale, maar ook daar botert het niet. Landgenoot en trainer José Mourinho legt uit aan de pers. “Hij moet leren, of hij speelt niet. Hij zal ooit veranderen en tactisch gedisciplineerd worden, maar nu vindt hij het leuk om de bal met zijn buitenkant te schoppen.” Opnieuw volgt een stap omlaag: na een korte, anonieme huurperiode bij Chelsea vertrekt Quaresma naar Besiktas. Echter krijgt hij het daar aan de stok met trainer Carlos Carvalhal. Quaresma gooit een waterfles naar hem en vertrekt enkele weken later. Via Al-Ahli uit Dubai belandt hij opnieuw bij Porto, waarna opnieuw Besiktas, Kasimpasa en uiteindelijk Vitória Guimarães volgen. Wat ooit het grootste talent van Portugal was, wordt nu O Cigano genoemd: de zigeuner. Tijdens zijn tweede periode bij Besiktas leeft de aanvaller nog wel even op. Hij wint, voor het eerst volgens Mourinho’s voorspelling spelend met tactische discipline, met Portugal het EK van 2016. En twee jaar later op het WK doet hij nog één keer zijn kenmerkende kunstje. Tijdens het laatste groepsduel met Iran (1-1), na een een-twee met rechtsback João Cancelo, verdwijnt de bal nog eenmaal met een fabuleuze trivela hoog in de verre hoek. Onder meer The Guardian looft de herleefde Quaresma en verdedigt hem. “Het probleem met de trivela is dat het gezien wordt als eenvoetigheid, met het egoïsme van de getalenteerde maar luie ster.”

Trivela aan de top?
Quaresma wist, ondanks iconische hoogtepunten die hem voorgoed koppelden aan de trivela-techniek, zijn potentie nooit helemaal waar te maken. Misschien kan iemand die zijn linkerbeen niet wil gebruiken nooit de absolute top bereiken. Alhoewel, in 2018 wint een kleine middenvelder de Ballon d’Or. Continu speelt hij ballen met zijn rechterbuitenkant. Tegen de moderne coaching in, dient het linkerbeen van Luka Modric als noodoplossing. Het is de rechterzijde van zijn rechtervoet die, zelfs op 37-jarige leeftijd, ook tijdens de Nations League Final Four tegen Nederland dirigeert. Bij Quaresma was de trivela een symbool voor de liberale rebellie van een eeuwig kind. Bij Modric gaat de techniek juist hand in hand met zijn tijdloze klasse; niet afgeleerd, maar geperfectioneerd. Hij laat zien dat de trivela ook een thuis heeft op het allerhoogste niveau, bij één van de beste middenvelders ooit. Steeds zijn linkerarm soepel wegzwaaiend, met zijn smalle gezicht en prominente neus omkaderd door het zwierige kapsel, blijkt hij daadwerkelijk in alles de Cruijff van de Balkan.