De Ligt onthult grootste verschil met Ajax: ‘Daar moest ik erg aan wennen’
Matthijs de Ligt kent een turbulent eerste seizoen bij Juventus. De van Ajax overgekomen verdediger wisselde goede met mindere wedstrijden af en belandde gedurende de jaargang enkele keren op de bank, maar stond mede door de zware knieblessures van concurrenten Giorgio Chiellini en Merih Demiral meestal in de basis. In gesprek met ploeggenoot en doelman Wojciech Szczesny voor het Poolse YouTube-kanaal Foot Truck onthult De Ligt dat hij moest wennen aan de verandering van speelstijl in Italië.
"Er zijn natuurlijk overeenkomsten, maar een Italiaanse trainer is altijd anders dan een Nederlandse", zo vergelijkt De Ligt zijn huidige trainer bij Juventus, Maurizio Sarri, met Ajax-trainer Erik ten Hag. "Ik denk dat het hier voorspelbaarder is, je weet hoe je druk moet zetten, hoe je op moet bouwen. Bij Ajax wist je ook wel hoe je druk moest zetten, maar met de bal mocht je alles doen wat je wilde, je kon gewoon spelen. Bij Ajax moet je als achterhoedespeler verdedigen, maar je probeert ook te scoren."
Juventus hanteert een andere stijl van verdedigen dan Ajax, waar De Ligt aan moest wennen. "We spelen nu met zonedekking, terwijl ik altijd mandekking heb gespeeld", aldus de twintigjarige centrumverdediger. "Ik bleef altijd vlakbij de aanvaller, zodat hij niet kon ontsnappen. Nu sta ik verder van de aanvaller af. Ik moest er erg aan wennen wanneer ik er bovenop moet zitten en wanneer ik juist terug moet lopen."
Ook in de manier van trainen ziet De Ligt onderscheid tussen Italië en Nederland. "Het is hier uitgesloten dat je als verdediger na afloop van een training gaat werken aan afstandsschoten, maar in Nederland is dat normaal. De verdedigers vallen aan en de aanvallers helpen mee verdedigen, iedereen met elkaar." De Ligt zegt veel te leren van zijn ervaren ploeggenoten Chiellini en Bonucci bij Juventus, net als van Virgil van Dijk bij het Nederlands elftal.
"Ik praat veel met hen over hoe zij situaties zien en wat ze in verdedigend opzicht zouden doen in die situaties", zegt de 23-voudig international. "Je probeert om bepaalde dingen van hen over te nemen en toe te voegen aan je eigen spel. Je observeert ze, maar ik denk dat het uiteindelijk wel belangrijk is om je eigen speelstijl niet te veranderen. Elke speler heeft zijn eigen stijl, dus ik probeer dingen te vinden die ik daaraan kan verbeteren."