voetbalzone

De Ligt: ‘Hij was degene die bij Oranje gelijk naast me in de bus kwam zitten’

Robin Bruggeman03 mrt 2020, 05:46
Laatst bijgewerkt: 03 mrt 2020, 05:46
Advertentie

Matthijs de Ligt en Stefan de Vrij zijn als spelers van respectievelijk Juventus en Internazionale in een felle strijd om de Italiaanse landstitel verwikkeld. De twee concurreren bij het Nederlands elftal bovendien om een plek in de verdediging naast aanvoerder Virgil van Dijk en De Ligt heeft momenteel een streepje voor bij bondscoach Ronald Koeman. Deze perikelen hebben echter geen invloed op hun onderlinge verstandhouding, zo vertelt De Ligt in gesprek met Ziggo Sport.

“Ik ben altijd heel goed geweest met Stefan. Toen ik als zeventienjarige jongen bij het Nederlands elftal kwam was hij degene die gelijk naast me in de bus ging zitten en met me ging praten”, legt hij uit. “Ik heb een heel goede band met hem opgebouwd. Dan is het toevallig dat Milaan en Turijn dicht bij elkaar liggen. Nu is de band sterker geworden en zien we elkaar regelmatig.”

De onderlinge concurrentiestrijd bij Oranje komt weleens ter sprake, maar De Ligt geeft aan dat het verder ‘niet echt een onderwerp’ is: “We zijn hele goede vrienden en vinden het leuk om samen bij het Nederlands elftal te zitten. Bij ons gaat het er niet over wie er hoort te spelen. Stefan is een geweldige speler en in de Serie A een van de beste verdedigers. Met Virgil staat er nu de beste verdediger ter wereld en dan heb je Stefan en ik die voor de andere plek concurreren. Maar zo zien wij dat helemaal niet.”

Voor De Ligt veranderde er afgelopen zomer veel door zijn overstap van Ajax naar la Vecchia Signora en de verdediger had even nodig om zijn plek te vinden. Aan het begin trok hij veel op met medenieuwkomer Aaron Ramsey: “In het begin spraken we allebei geen Italiaans. Hij spreekt Engels en ik kan redelijk Engels, dus dat is dan wel fijn. Giorgio Chiellini heeft me in het begin heel erg geholpen. Hij spreekt ook Engels.”
De Ligt begon zijn dienstverband bij Juventus met een oefentrip naar het Verre Oosten:

“De eerste week dat ik hier kwam gingen we naar China, Zuid-Korea en Singapore. Iedereen spreekt Italiaans en dan zit je daar aan tafel... Dan zit je een beetje voor je uit te kijken en dan denk je: dit gaat een lange week worden. Daarna heb ik het samen met mijn vriendin opgepakt. Door het drukke schema zijn de Italiaanse lessen nu wat minder. Op dit moment red ik me prima en op het veld is het geen probleem.”