De Kuip krijgt voorkeur boven Johan Cruijff ArenA: ‘Mooier wordt het niet’
In de moderne voetballerij komt het steeds minder vaak voor dat een speler tien jaar of langer bij een club blijft. De dertigjarige Lorenzo Piqué is echter goed op weg bij TOP Oss, waar hij inmiddels bezig is aan zijn negende jaargang. In gesprek met Voetbalzone vertelt hij openhartig over zijn liefde voor de club uit de Keuken Kampioen Divisie, die hij zijn tweede thuis is gaan noemen.
Door Thijs Verhaar
“Sta ik tweede op de lijst? Dat is wel een eer”, roept Piqué opgetogen uit als hij hoort dat hij enkel clubicoon Raymond Koopman nog voor moet laten bij de spelers met de meeste wedstrijden voor TOP Oss. “Hij is echt een clubicoon, dus ik vind het zeker mooi dat ik achter hem mag staan.” Keeper Koopman kwam tussen 1991 en 2001 tot 314 wedstrijden voor de Brabanders en Piqué staat inmiddels op 235 optredens. “Dan ben ik er dus helemaal niet zover van verwijderd. Toch heb ik zeker niet het idee dat ik zelf ook een clubicoon ben”, klinkt het bescheiden. De centrale verdediger met Surinaamse roots is niet iemand die graag op de voorgrond treedt of zichzelf op de borst klopt. “Ik doe het liefst gewoon rustig mijn ding en ben niet bezig met records. Op het veld lever ik mijn bijdrage en dat is dat, al vragen ze binnen de selectie wel vaak voor de grap aan me waar mijn standbeeld blijft.”
De goedlachse Piqué streek in 2012 neer bij Oss, nadat hij eerder diende bij FC Volendam en ADO Den Haag. Zijn voetbalopleiding genoot hij bij Feyenoord, waar hij net niet tot een debuut de hoofdmacht kwam. “Ik mocht ooit in een bekerwedstrijd warmlopen toen André Bahia geblesseerd raakte, maar hij kon het duel toch uitspelen. Gek genoeg is er wel een foto gemaakt van mijn warming-up. Dat plaatje stond vervolgens heel groot in de Metro en is natuurlijk bewaard door mijn moeder.” Mama Piqué heeft alle krantenknipsels van haar zoon uitgeknipt en bij haar thuis liggen ook diverse relikwieën die hij door de jaren heen heeft verzameld bij ‘zijn’ TOP Oss. “Ik heb een mooi shirt gekregen toen ik vijftig duels voor de club had gespeeld en inmiddels heb ik ook tricots voor de grens van 100, 150 en 200. Daarnaast heb ik vanwege trouwe dienst ook heel mooie foto’s op canvas ontvangen, dus die hangen ook bij mijn moeder thuis.”
Het volgende aandenken voor 250 duels zal ook haar kant op gaan als het zo ver is. “Het is mijn ambitie om dit seizoen gewoon weer zo veel mogelijk te spelen, dus die grens moet ik ook wel weer halen.” Hij is inmiddels bezig aan zijn negende seizoen en het record van Koopman kan sneuvelen als Piqué nog een paar jaar in Oss blijft voetballen. “Ik sluit het niet uit, al heb ik nog steeds de ambitie om ooit een avontuur in het buitenland mee te maken. Om eerlijk te zijn was ik er in 2019 al dichtbij, maar toen kwam het er toch niet van”, verklapt Piqué. “Ik had een goed seizoen achter de rug en voelde me klaar voor een vervolgstap, dus had ik contact met wel tien verschillende belangenbehartigers die allemaal gouden bergen beloofden. Ik ben in België, Marokko, Schotland, Engeland en op het derde niveau van Duitsland wezen kijken, maar toch werd het niks. Het is pas zeker als je handtekening ergens onder staat, he.”
In plaats van een exotisch avontuur werd het dus toch weer ‘gewoon’ TOP Oss. “Ik mocht hier blijven voetballen en dat is ook mooi, toch? Ik vind het een warme, kleine club, waar ik me perfect op mijn gemak voel. Iedereen kent iedereen hier. De trainer was negen jaar geleden al assistent en nu werken we weer samen. Ik hecht daar veel waarde aan en probeer mijn eigen ervaring ondertussen ook over te dragen op de jongere jongens.” Piqué werpt zich op als mentor voor de jeugd en geeft lachend toe dat dat ook zijn bijnaam is in de kleedkamer. “Eén van de nieuwe jongens is daar dit seizoen mee begonnen. Hij zegt dat hij rustig wordt als hij naar me kijkt. Ik kan best goed praten met mensen en TOP Oss kan echt een achtbaan zijn”, doelt hij op de wisselvalligheid van de club. In 2019 mocht de ploeg bijvoorbeeld nog deelnemen aan de play-offs om promotie en dit seizoen staat men vooralsnog op de laatste plaats.
“Toch vind ik dat geen realistisch beeld”, aldus de routinier, die in de vijfde competitieronde een rode kaart pakte en zijn ploeg daarna onderuit zag gaan tegen MVV. “In de eerste helft waren we ook gewoon beter en na de in mijn ogen onterechte rode kaart zat ik nog niet eens in de kleedkamer of ik hoorde al gejuich. Dan weet je wel welke kant het opgaat”, verzucht Piqué. Hij heeft dit seizoen desondanks nog niet één keer een ‘kastje-muurgevoel’ gehad, dus verwacht hij dat TOP Oss zich alsnog opricht en flink gaat klimmen op de ranglijst. “In 2019 hadden we een mooie kans op promotie, maar toen was de koek op toen we in de halve finale tegen Sparta Rotterdam moesten”, brengt de fysiek oersterke verdediger in herinnering. De ploeg verloor met 0-2 en met 3-0 van de uiteindelijke promovendus en greep zo net als vier jaar eerder naast promotie.
“In 2015 kwam ik niet van de bank af door een trainerswissel, dus kan ik daar niet veel over zeggen. Tijdens de play-offs van 2019 deed ik wel volop mee en dat is een van de hoogtepunten van mijn carrière. Het stadion is volgens mij nog nooit zo bomvol geweest”, memoreert Piqué. “Geweldig. We hoopten natuurlijk op een stunt, want dat kan altijd in onze competitie. Helaas mocht dat niet zo zijn, maar het staat vanwege de ambiance toch in mijn top 3 momenten. Veel mensen zouden ook hun debuut in het profvoetbal noemen, maar ik werd bij ADO na 45 minuten al gewisseld, dus doe die maar niet, haha.” Spelen in een volle Johan Cruijff ArenA maakte ook indruk voor hem, maar die herinnering moet het toch afleggen tegen de bekerwedstrijd van TOP Oss tegen zijn jeugdclub Feyenoord. “In een uitverkochte Kuip; het stadion waar ik als jonge jongen van droomde. Het was een voorrecht om daar te mogen voetballen. Mooier kan het niet voor een Rotterdammer.”
Voor Piqué is het hoofdstuk Feyenoord daarmee positief afgerond. Natuurlijk vindt hij het jammer dat hij net niet tot de hoofdmacht is gekomen, maar op deze manier heeft hij zich toch nog kunnen laten zien aan het Legioen, redeneert hij. “Sowieso heb ik nergens spijt van in mijn carrière. Toen ik uit de Onder-19 vertrok bij Feyenoord, had ik ook naar NAC Breda, Excelsior of FC Twente gekund. Achteraf had ik bij die andere clubs misschien meer kunnen bereiken dan bij ADO, maar in De Haag heb ik wel twee mooie seizoenen gehad. Ik mocht er debuteren in het betaalde voetbal, deed waardevolle ervaring op en de club gunde me uiteindelijk een transfer naar FC Volendam toen ik op een zijspoor belandde.” In het vissersdorp bleef zijn bijdrage beperkt tot één seizoen, waarna hij bij zijn tweede thuis terechtkwam. “Ja, zo mag ik TOP na negen seizoenen onderhand wel noemen.”
Hoewel hij pas net zijn dertigste verjaardag achter de rug heeft en nog niet nadenkt over een voetbalpensioen, oriënteert hij zich al wel op een carrière na zijn actieve spelersloopbaan. “Je wilt niet in een zwart gat terechtkomen, dus ik heb onlangs een gesprek gehad met athletes.work. Zij helpen profsporters op gang in het maatschappelijke leven. Samen gaan we de komende tijd kijken bij wat voor bedrijf ik met mijn achtergrond zou kunnen passen en ik ben ook bezig met mijn diploma’s om personal trainer te kunnen worden”, aldus Piqué. “Het mooie van zulke gesprekken is dat je ontdekt dat sommige dingen die je zelf als vanzelfsprekend beschouwt, door anderen worden gezien als een echte vaardigheid. Met mijn winnaarsmentaliteit kan ik misschien wel van waarde zijn binnen een bedrijf”, geeft hij als voorbeeld. “Mijn dochter vindt daarnaast dat ik mensen goed op hun gemak kan stellen, dus daar komt dat mentorgedeelte inderdaad weer naar voren, haha.”
Voor het zover is, verwacht Piqué eerst nog vier á vijf jaar actief te zijn als profvoetballer. “Ik heb godzijdank nog nooit te maken gekregen met zware blessures en ik haal er nog altijd veel plezier uit als ik met de jongens het veld op stap. Dit seizoen hoop ik weer zo veel mogelijk te spelen, toch wel minimaal 25 keer”, aldus de verdediger die de eerste vijf wedstrijden in de basis stond en het volgende duel geschorst moet toekijken. “Daar baal ik dan van, omdat het helemaal geen gemene of harde overtreding was. Volgens mij zou ik hem nooit gekregen hebben als er meer camerabeelden waren, maar dan had ik maar in de Eredivisie moeten spelen.” Het is de enige wanklank die Piqué in een interview van bijna driekwartier laat horen. “Klopt! Ik mag ook nergens over klagen. Ik speel al jaren bij een mooie club. Zoals gezegd droom ik nog steeds van het buitenland, maar ik vind mezelf ook gezegend als het niet zover komt. Stuur jij de voorzitter hier dan maar een appje dat ie me nog een paar jaar langer moet houden. Dan komt dat mooie record er vanzelf!”