‘De KNVB heeft de rekening van achtduizend mark van de premies afgehaald’
In de aanloop naar de selectiebekendmaking van het Nederlands elftal voor het EK sprak Soufiane Touzani met vier ex-internationals over hun herinneringen aan Oranje. Hans van Breukelen was een van de sterren op het gewonnen EK van 1988. In gesprek met Touzani vertelt de doelman van de succesvolle Oranje-lichting over dat toernooi en de festiviteiten na de gewonnen finale. Hij geeft tevens advies voor de internationals die over twee weken aan het EK beginnen.
Oranje won in de EK-finale van 1988 met 2-0 van de toenmalige Sovjet-Unie. Na terugkomst bij het spelershotel in Hamburg kon het feest losbarsten. "We zijn na afloop met alle spelers, en de vrouwen, want die waren bij iedere wedstrijd aanwezig, zijn we naar een of andere discotheek geweest, vlak bij het hotel in Hamburg", blikt Van Breukelen terug. "En daar zijn we uit ons dak gegaan! Jij weet: spelers houden helemaal niet van dansen. Maar we gingen echt helemaal los. Toen kregen we later ook nog de rekening. De champagne heeft rijkelijk gevloeid."
"Sören Lerby en Dieter Hoeness kwamen ook nog binnenlopen en maakten het feest mee. We kregen later een rekening van achtduizend Duitse mark. Zo hebben we toch de bloemetjes aardig buitengezet. Dat was in die tijd ook ongeveer achtduizend gulden. Die rekening heeft de KNVB toen per persoon afgetrokken van de winstpremie die we gekregen hebben. Maar ach, al zou het het dubbele zijn geweest: het was zo'n unieke belevenis om het feest zo met elkaar te vieren", geeft de 73-voudig international van het Nederlands elftal aan.
De sleutel tot succes ligt volgens Van Breukelen in het vermogen van spelers om hun eigenbelang opzij te zetten. "Het allerbelangrijkste is dat je teamspeler wilt zijn. Dan gaat het niet alleen om de eerste 11, maar om nummer 26. Jezelf kunnen voor het grotere doel, met elkaar trachten die beker terug te halen naar Nederland, is volgens mij de allerbelangrijkste stap. Dan weet je dat je soms pijn moet lijden. Dat je er wel of niet in staat. Dat je in verdedigend opzicht net even wat extra meters moet afleggen om het goed te maken voor je collega, die net even uit positie is. Dat is volgens mij het allerbelangrijkste. Die instelling moet je gewoon hebben: het gevoel om een teamspeler te zijn en het voor en met elkaar te doen. En dan heb je ook nog een beetje geluk nodig."