‘De kleedkamer leek meer op die van een vierdeklasser uit de jaren ‘70’
Verslaggever Justus Dingemanse reisde voor Voetbalzone af naar de hoofdstad van Slowakije om daar een bezoek de brengen aan Slovan Bratislava. Bij deze club spelen sinds vorig jaar vier Nederlandse jongens: Lesley de Sa (24), Joeri de Kamps (25), Ruben Ligeon (24) en Mitchel Schet (29). In twee delen vertelt hij in een sfeerverslag over de drie dagen die hij doorbracht als gast van het gezelschap in de stad aan de Donau. Eerder deze week verscheen deel één; vandaag het slotstuk.
Aangekomen op het tijdelijke complex van Slovan Bratislava betreden we het trainingsgebouw door een entree die nog het meeste weg heeft van een snackbar. Niet in de laatste plaats omdat op de voorgevel een plastic prijslijst met ijsjes prijkt. Op de eveneens plastic stoeltjes binnen zit een handjevol Oostblokkers die op alle mogelijke manieren voldoen aan het beeld dat je van tevoren van ze hebt. Lesly neemt me eerst mee naar een jongedame van de pers van wie ik op het vliegveld al een sms’je ontving met het verzoek kennis te komen maken. Ze spreekt vloeiend Engels en heet me van harte welkom. Na overleg met Servische coach Ivan Vukomanovic, die door zijn carrière bij Lokeren en Standaard Luik tevens Vlaams spreekt, krijg ik een vrijbrief overal rond te kijken en te filmen.
De kleedkamer heeft in eerste instantie meer weg van die van een vierdeklasser uit de jaren zeventig dan die van een hedendaagse profclub, maar de legio schetsen en afbeeldingen van het nieuw te verrijzen complex beloven veel goeds. De eerste die ik spot is Frantisek Kubik die in zijn boxershort rondloopt. De voormalige linksbuiten van ADO Den Haag die Dimitri Bulykin van assists voorzag, speelt tegenwoordig als back. Verder bestaat de groep uit een duo Serviërs, een Braziliaan, een spelmaker uit Guinnee en de nodige Slowaken. Er hangt een prima sfeer en de Nederlandse jongens voelen zich senang in deze omgeving. Lesly laat me de jacuzzi, sauna, fysioruimte en het schoenenhok zien. ‘Niet helemaal zoals in Nederland, maar ze hebben hier wel gewoon alles!’, zegt hij lachend.
Het eerste deel van de training is vrij en vindt plaats in een oude gymzaal. Ligeon doet een potje voetvolley, Lesly een serie oefeningen op een matje en Mitchell zit verderop op een fiets. Joeri vertelt dat de fysieke trainers af en toe komen kijken en dat het belangrijk is zelf de nodige arbeid te verrichten. Als we richting het trainingsveld lopen word ik opgeschrikt door drie herdershonden die plots hard beginnen te blaffen. ‘Ja, die bewaken het complex ’s avonds’ zegt Lesly. Dat verklaart voor mij meteen waarom iedereen zijn grote horloges laconiek laat rondslingeren.
Een korte tour door het stadion en diens tunnel bevestigen de beeldvorming die je als West-Europeaan al gauw bij het Oostblok hebt. De op de vier betonnen lichtmasten prijkende rood-witte Coca-Cola reclame illustreert de breuk met het communisme, maar de vergane glorie die ons omringt, getuigt niet bepaald van economische voorspoed. Het is moeilijk te geloven dat artiesten als Carlos Santana, Depeche Mode, Kiss en Metallica hier ooit optraden en toegejuicht werden door tienduizenden Slowaken.
Met Maxime kijk ik schuilend onder een afdakje naar de trainingsvormen. De enige andere toeschouwers in de regen zijn de vicepresident van de club met drie metgezellen. Max vertelt me dat hij de zoon is van de rijkste man van het land en zichzelf bij Slovan moet bewijzen. Hij is een jaar of zevenentwintig, volgt alles op de voet en komt bij tegenslag in de rust verhaal halen in de kleedkamer. Op het veld hoor je intussen schel geroep wanneer Lesly de bal wil hebben. ‘Zo weet ik altijd waar hij staat!’ lacht Maxime. Wanneer de regen heftiger wordt, vinden we het mooi geweest en rijden we terug naar huis.
Bij binnenkomst staat de televisie aan. Al snel kom ik erachter dat dit geen toevalligheid is, want Maxime vindt dat gezellig en laat hem bij vertrek altijd aan. Als Lesly ook gearriveerd is, gaan we boodschappen doen in een modern winkelcentrum waar alleen de gesproken taal en opvallend hoge prijzen verraden dat we ons niet in Hoog Catharijne bevinden. De enige uitzondering op de supermarkttarieven is de spotgoedkope wodka, maar daar doe je het duo geheelonthouders geen plezier mee. Aangekomen bij de kassa worden de twee herkend door een stevige Slowaak die net een transfer heeft gemaakt van Lidl naar Billa. Terwijl Max terug naar de groenteafdeling rent voor komkommers maakt hij met zijn hand naar mij een gebaar dat ze altijd aan het kletsen is.
Die avond kan niemand mij aan de keukentafel vertellen hoe deze vier Nederlandse jongens in hetzelfde jaar bij deze club terechtgekomen zijn. Ze hebben niet dezelfde zaakwaarnemer en waren zelf net zo verrast over het ontstaan van de Hollandse enclave als ik. Ja, Lesly had wel ooit de naam van Ruben genoemd toen de president naar backs uit Nederland vroeg, maar dat was alles. De beste gok van de mannen is dat de club een poging doet het succes van concurrent AS Trencín te imiteren, de club van Tscheu La Ling die eerder met verschillende Nederlanders kampioen wist te worden.
Zowel Lesly als Joeri is positief verrast over het leven in Slowakije, zo vertellen ze de volgende dag tijdens de lunch als we ons over Maximes specialiteit wentelteefjes buigen. In een kritische poging vraag ik of de salarishuishouding van Slovan, die vergelijkbaar is met die van de Nederlandse top, de reden was voor de overstap. Er wordt ontkennend geantwoord. Ze vinden het mooi meegenomen, zeker omdat er vooralsnog iedere maand netjes betaald wordt, maar het buitenlandse avontuur blijkt het belangrijkst. Over precieze bedragen blijven ze vaag, daarover spreken is not done. Wie precies het meest van de vier verdient weten ze niet van elkaar en dat houden ze graag zo.
In tegenstelling tot wat ik verwacht, trekken de jongens buiten de training niet bijzonder veel met elkaar op. Als we op mijn laatste avond met zijn zevenen op de boulevard neerstrijken om gezamenlijk te eten, blijkt zo’n samenzijn redelijk uitzonderlijk. Mitchell leidt een vrijgezellenbestaan en speelt veel FIFA, Ruben wordt opnieuw vader en is bezig met een project waarmee hij minderheden wil helpen en de twee stelletjes spreken ook niet overdreven vaak af. Desalniettemin wordt er aan tafel een hoop gelachen en worden off the record een hoop anekdotes opgerakeld, waarna ik steevast verzocht wordt deze verhalen buiten mijn stukken te laten.
De volgende ochtend zit ik weer met Maxime in de auto naar terug naar Wenen. De jongens staan intussen alweer op het trainingsveld. In de Fortuna Liga zijn de kaarten geschud: Zilina is de verrassende kampioen, Slovan staat tweede en de voorsprong op achtervolgers Podbrezova en AS Trencín is ruim. Slovan zal volgend jaar in de Europa League uitkomen en wist kort na mijn vertrek de nationale beker te winnen. Intussen wordt naarstig doorgebouwd aan het nieuwe stadion, maar of de vier voetballers daar nog zullen schitteren en het publiek weer zullen zien toestromen, zal de tijd moeten leren.