De inmiddels verbannen Turkse spits die in eigen land altijd onstopbaar was
De rijke voetbalgeschiedenis kent vele markante, tragische of grappige personages. In de rubriek Vedettes licht Voetbalzone telkens het doopceel van een van die figuren. Vandaag duiken we in de carrière van de Turkse topscorer aller tijden, die inmiddels als banneling leeft in de VS en wiens naam inmiddels gewist wordt uit alle geschiedenisboeken.
Door Sander Grasman
Wie een paar jaar geleden in en om Palo Alto, Californië een taxi had besteld, kon zomaar een lift krijgen van de speler met het snelste WK-doelpunt aller tijden achter zijn naam. De man die in 2003 nog tot beste Turkse voetballer van de laatste vijftig jaar werd uitgeroepen, leeft namelijk als een banneling in de Verenigde Staten. Zolang Recep Erdogan president is, durft Hakan Sükür niet meer terug te keren naar Turkije, want dan verdwijnt hij waarschijnlijk voor lange tijd achter de tralies.
Hakan Sükür is Turks voor doelpunt. Althans, dat is wat je zou kunnen denken als je het Europese voetbal volgde in de jaren ‘90. De lange spits schiet en kopt in die periode in het shirt van Galatasaray aan de lopende band de bal tegen de touwen. Alleen in Mario Jardel kent hij op dat moment zijn gelijke als het op doeltreffendheid op de Europese velden aankomt. Het bezorgt niet alleen Cim Bom gouden jaren, maar ook de nationale ploeg vaart er wel bij.
Buiten eigen land gaat het echter allemaal wat minder. Dienstverbanden in de Serie A lopen uit op teleurstellingen, maar gelukkig wordt hij telkens weer op het oude nest met open armen ontvangen en scoort hij in Istanbul weer als vanouds. Uiteindelijk wordt hij met Gala acht keer kampioen, wint hij zes keer de beker en wordt in 2000 Arsenal verslagen in de finale van de UEFA Cup.
Sükür breekt op achttienjarige leeftijd door bij Sakaryaspor. Met die kleine club wint hij in 1988 verrassend de nationale beker, slechts een jaar nadat promotie naar het hoogste niveau is afgedwongen. Het levert de slungelig ogende spits een transfer op naar Bursaspor. Hoewel hij voor die club een stuk minder doeltreffend is, mag hij in die jaren al wel zijn eerste van uiteindelijk 112 interlands noteren en dwingt hij een transfer af naar topclub Galatasaray.
In Istanbul haalt hij weer het moyenne van zijn eerste seizoenen. Mede dankzij zijn goals wordt de geelrode club in zowel 1993 als ‘94 Turks kampioen en in dat eerste jaar wordt zelfs de dubbel veroverd. De scoringsdrang van de Stier van de Bosporus is ook in de topcompetities niet onopgemerkt gebleven en het is Torino dat Sükür als eerste naar de Serie A haalt.
Zijn verblijf wordt echter geen succes. Na drie maanden en een illusie armer is de spits weer terug bij Galatasaray, waar hij gewoon verder gaat waar hij gebleven was. De komst van twee figuren naar het Ali Sami Yenstadion zou Sükür helpen uit te groeien tot één van de beste spelers die het land ooit gezien had: oud-speler Fatih Terim keerde als coach terug bij zijn oude liefde, terwijl Gheorghe Hagi overkwam van FC Barcelona en Sükür van vele assists zou voorzien.
In de vijf jaar na zijn eerste terugkeer zou Sükür meer dan honderd doelpunten maken en in die jaren werd hij drie keer topscorer van de competitie, werd Gala viermaal kampioen, won het drie bekers en dus ook haar eerste Europese prijs. Nadat in een beladen UEFA Cupfinale - in aanloop naar de halve finale waren er in Istanboel tijdens rellen twee Leeds-supporters doodgestoken - het Arsenal van Arsène Wenger, Dennis Bergkamp, Marc Overmars en Thierry Henry verslagen was, versloeg Cim Bom in de Europese Super Cup ook de Galacticos van Real Madrid, maar toen was de spits er al niet meer bij.
Hij had na het successeizoen namelijk zijn tweede transfer naar de Serie A te pakken. Inter leek met Christian Vieri en Ronaldo al een paar aardige doelpuntenmakers onder contract te hebben staan, maar besloot dat nog een afmaker pur sang geen kwaad kon. Voor de club was dat misschien ook zo, maar intussen verpieterde de man die even daarvoor bijna topscorer van Europa was geworden op de bank in het Giuseppe Meazza.
Bij de nationale ploeg kon de spits zijn zinnen verzetten. Nadat de Turken twee jaar eerder op het EK in Nederland en België voor het eerst een groepsfase op een internationaal toernooi overleefd hadden, steeg men in Japan en Zuid-Korea boven zichzelf uit. Dat terwijl het avontuur nog wel zo vervelend begon. De ploeg van bondscoach Senol Günes leek dapper stand te houden tegen de latere wereldkampioen Brazilië, maar werd in de tweede helft tot tweemaal toe benadeeld door de Zuid-Koreaanse scheidsrechter Kim Young-Joo.
Om te beginnen bestrafte de leidsman een overtreding op de voor Ronaldo ingevallen Luizao met een penalty en een tweede gele kaart voor Alpay. Tegen dat tweede was weinig in te brengen, maar de overtreding van de verdediger was gemaakt buiten het strafschopgebied en dus had er nooit van elf meter geschoten mogen worden. Dat buitenkansje moest je Rivaldo natuurlijk niet geven en dus keken de Turken plots tegen een achterstand aan.
Dat de Seleção van Felipe Scolari naar Oost-Azië was afgereisd om een prijs en geen zieltjes voor zich te winnen, liet Rivaldo in de slotfase van het duel zien. Nadat de Kanaries een corner gekregen hadden, sjokte de eerdere doelpuntenmaker zonder bal naar de hoekvlag. Gefrustreerd door het opzichtige tijdrekken van de Braziliaan schoot Hakan Ünsal de bal Rivaldo’s kant op, waarbij die de speler iets boven de knie raakte. De Barça-speler stortte vervolgens theatraal ter aarde, waarbij hij het voor deed komen alsof hij aan het hoofd geraakt was. Net als Alpay eerder, mocht nu ook Unsal inrukken en eindigden de Turken dus met negen man.
Omdat ook het tweede groepsduel tegen Costa Rica niet werd gewonnen (1-1), kwam het allemaal aan op de laatste twee wedstrijden in de groep. Costa Rica moest verliezen van het al gekwalificeerde Brazilië, terwijl de Turken dan zelf met ruime cijfers moesten winnen van China. Vanaf de eerste seconde was duidelijk dat de Chinezen zich op konden maken voor negentig zware minuten. Uiteindelijk stokte de Turkse teller bij drie, maar omdat de Brazilianen hun plicht hadden gedaan met een 5-2 zege op Costa Rica, gingen de Turken als tweede door naar de achtste finale, waar in Japan één van de twee organiserende landen wachtte.
Meer dan 50 duizend uitzinnig Japanners hoopten hun landgenoten naar een sensatie te schreeuwen, maar de Samoerai liep zich na een vroege achterstand telkens stuk op de stugge verdediging van de Turken, die zonder al te veel weg te geven de 1-0 over de streep trokken. Diezelfde uitslag stond ook op het scorebord na hun wedstrijd tegen Senegal. Dankzij een winnende goal van Ilhan Mansiz in de verlenging plaatsten Sükür en co zich voor de halve finale, waarin zij de kans kregen op revanche tegen Brazilië.
Het zelfvertrouwen was groot in het Turkse kamp. De ploeg had al drie wedstrijden geen tegengoal hoeven incasseren en in hun eerdere ontmoeting hadden ze gezien dat ze een heel eind konden meekomen met de Brazilianen. Was er een stunt mogelijk? Het mocht niet zo zijn. Eén briljante actie van Ronaldo bleek voldoende voor de Zuid-Amerikanen, die naar de finale mochten - waarin zij de Duitsers zouden verslaan -, terwijl de Turken veroordeeld waren tot een troostfinale tegen Zuid-Korea.
Hoewel het toernooi voor zijn landgenoten zo fantastisch was verlopen, gold dat niet voor Sükür. Hij had nog geen enkel doelpunt gescoord en hij zag enkele teamgenoten om hem heen alle aandacht opeisen, maar in die wedstrijd om het brons zou de spits zichzelf de geschiedenisboeken inschieten. Voordat het thuispubliek goed en wel zat, lag de bal al achter hun doelman Lee Woon-jae. Na wat geklungel in de Aziatische verdediging belandde de bal voor de voeten van de Turkse topscorer en die schoot de bal na 10,8 seconden onberispelijk binnen.
Het WK met de nationale ploeg was zoals gezegd een welkome afleiding, want Sükür zat die zomer zelfs helemaal zonder club. Na anderhalf seizoen op het tweede plan in Milaan, bracht ook een half jaar degradatievoetbal bij Parma hem geen verlossing en dus moest hij andermaal op zoek naar een nieuwe werkgever. Uiteindelijk moest hij tot december wachten tot er een toehapte en moest hij genoegen nemen met een contract voor de rest van het seizoen bij het Blackburn Rovers van zijn voormalig coach Graeme Souness.
Zijn Engelse avontuur begon al slecht, toen hij op een van zijn eerste trainingen zijn been brak en het ging van kwaad tot erger, want tijdens die revalidatieperiode moest hij ook nog onder het mes vanwege een hernia. Niet geheel verrassend beleefde hij aan de rest van zijn Premier League-avontuur weinig plezier en keerde hij gedesillusioneerd definitief terug naar Turkije. Verspreid over vier seizoenen in het buitenland bleef zijn teller op elf doelpunten staan. Een aantal dat hij in eigen land meermaals met twee vingers in de neus nog voor de winterstop had gehaald.
Een hard gelag is het dus voor de inmiddels 52-jarige Sükür dat hij na een ontspoorde politieke carrière in ballingschap leeft in de Verenigde Staten en hij, zolang Erdogan aan de macht is, niet meer kan terugkeren naar het land waar hij zoveel successen kende. De president beschuldigt hem namelijk van lidmaatschap van de Gülenbeweging, die hij verantwoordelijk houdt voor de couppoging in juli 2016.
In Amerika bleven Erdogan-aanhangers de oud-spits achtervolgen. Hij moest zijn café sluiten, omdat er steeds vaker dreigende figuren over de vloer kwamen en uiteindelijk besloot hij dan maar als Uber-chauffeur zijn geld te verdienen. De triomfen met Galatasaray en de zegetocht op het WK van 2002 met de Turkse ploeg zijn nauwelijks meer dan een langzaam vervagende herinnering.