De in Nederland geboren international die tégen Oranje speelde
Nederlandse profvoetballers zijn in alle uithoeken van de wereld te vinden, van de spotlights van de grote Europese competities tot de meer avontuurlijke dienstverbanden op andere continenten. In de rubriek Over de Grens spreekt Voetbalzone wekelijks met een speler die buiten de landsgrenzen actief is. Met deze keer aandacht voor Haris Kotarevic, de in Nederland geboren jeugdinternational van Bosnië en Herzegovina.
Door Chris Meijer
“Geen probleem”, lacht Kotarevic als het interview in het Nederlands begint. De twintigjarige spits mag dan alweer ruim anderhalf jaar vertrokken zijn uit zijn geboorteland en in de tussentijd nooit Nederlands hebben gesproken, maar hij spreekt en begrijpt de taal nog altijd tamelijk moeiteloos. Toch geeft hij te kennen dat hij zich makkelijker kan uitdrukken in het Engels. “Mijn ouders hebben vijftien jaar in Nederland gewoond, maar er werd thuis geen Nederlands gesproken. Toen ik eenmaal weer terugkwam in Nederland, pikte ik het wel snel op. Ik kende al wat Nederlandse woorden en zinnen en leerde eerst de voetbaltermen als ‘kaats’ en ‘één-twee’. Als je het niet vaak praat, vergeet je snel de schrijfwijze en bepaalde uitdrukkingen. Je moet iedere dag oefenen, net als het voetbal.”
Nederland loopt voorlopig als een rode draad door het leven van Kotarevic. Zijn wieg stond in Dordrecht, waarna hij de eerste vier jaar van zijn leven doorbracht onder de rook van Rotterdam. Toen Bosnië na de verwoestende Joegoslavische burgeroorlog weer veilig was, besloten de ouders van Kotarevic weer terug te keren naar hun thuisland. Zijn nog prille leven verplaatste zich daardoor van Rotterdam naar Tuzla, waar hij de liefde voor het voetbal ontwikkelde. Kotarevic bleek getalenteerd, want als tiener kwam hij terecht in de jeugdopleiding van het op het hoogste niveau van het Bosnische voetbal uitkomende Sloboda Tuzla. “Het begon te lopen, ik maakte veel doelpunten en werd geselecteerd voor het nationale team. Dat was een geweldig jaar, waardoor ik de stap naar het buitenland kon maken. Op die leeftijd was ik al bijna twee meter en vrij snel voor mijn lengte.”
“Ik ben op mijn zestiende eerst op stage geweest bij Schalke 04. Ik wist dat ik daar niet kon blijven, ik was te jong en ik had het moeilijk. Ze vonden me een goede speler en het was een goede ervaring. Later hebben we ook nog een wedstrijd tegen Burton Albion in Engeland gespeeld. Ik speelde die dag erg goed. Er was daar een manager die me beloofde dat ik kon blijven en dat hij een club voor me zou vinden. Mijn vader wilde me niet alleen achterlaten in Engeland met een onbekende man”, zo haalt Kotarevic de schouders op. Niet veel later kreeg hij alsnog een avontuur in het buitenland, toen hij begin 2017 na een succesvolle stageperiode bij het Belgische Lommel SK terechtkwam.
Dat hij het slechts een aantal maanden volhield op een steenworp van de Nederlandse grens, had te maken met een heupblessure. “Een grote jongen als ik krijgt daarmee te maken als je jong bent”, grinnikt de 1,95 meter lange spits. Als opmerkelijke speling van het lot kwam hij na zijn korte passage in België terecht in zijn geboortestad, bij FC Dordrecht. “Ik moest op zoek naar een nieuwe uitdaging en ik wilde graag naar huis, als je begrijpt wat ik bedoel. Het was speciaal, ik kwam naar het land en de stad waar ik geboren was. Desondanks was alles nieuw, ik wilde bijvoorbeeld de plek zien waar ik ben opgegroeid. Ik ben naar ons oude huis gegaan, het was leuk om alles te zien. Ik had nog een aantal foto’s vanuit mijn jeugd. Mijn herinneringen waren een beetje vaag.”
Ondanks dat Kotarevic nog wel familie in Nederland had, kwam hij op zeventienjarige leeftijd in zijn eentje in Rotterdam te wonen. “Ik moest leren om zelf te koken en schoon te maken. Dat was moeilijk. Het was moeilijk om weer te wennen aan Nederland. Het weer, bijvoorbeeld. Verschrikkelijk, altijd koud, regen en wind. Als je voetbalt, is het prima. Maar als je iets wil doen of naar buiten wil, is het moeilijk. Ik maakte altijd zelf Bosnische gerechten, ik houd van een beetje pittig eten en met veel ingrediënten. Dat is in de Nederlandse keuken anders. Er wordt ook veel kaas gegeten, daar houd ik niet van.” Iedere dag reisde Kotarevic met de bus van Rotterdam naar Dordrecht, waar hij uiteindelijk anderhalf jaar in de Onder-19 speelde.
“In eerste instantie vond ik het moeilijk dat iedereen zei wat hij dacht. Maar later vond ik het juist goed, omdat het gemeend is en bedoeld is om je beter te worden”, zegt Kotarevic als de directheid van de Nederlanders ter sprake komt. “Alles in Nederland was perfect, qua voetbal is het een van de beste landen. De Nederlandse voetbalstijl is de beste, zo leer je voetballen. In Bosnië is het voetbal fysiek, je speelt met je kracht en snelheid. Rennen en vliegen. In Nederland moet je met je hoofd voetballen, slim zijn. Ik heb heel veel geleerd, mijn voetbalstijl is enorm veranderd in Nederland. Er werd me geleerd hoe ik op mijn positie moest spelen en bewegen. Als spits is het lekker, want ze gebruiken je. Je staat niet te wachten op de bal of de voorzet, maar wordt echt in het spel betrokken. Ze weten in Nederland hoe ze je moeten gebruiken.”
Merkte je dit pas écht toen je bij FC Dordrecht werd geselecteerd voor Bosnië Onder-19?
“Naast fysieke kwaliteiten, had ik nu ook techniek. In Bosnië wordt er voornamelijk gewerkt aan fysiek, ik kon die jongens nu andere dingen leren. Qua passing, beweging en dat soort dingen was het ineens heel anders. Als je wordt opgeroepen, geeft dat het beste gevoel ter wereld. Je hoort tot de beste achttien spelers van je land, dat is een enorme eer. Ik ben in een aantal wedstrijden aanvoerder geweest, dat was geweldig. Je weet dat ze je vertrouwen en in je geloven, je vliegt daardoor over het veld. Weet je, in Bosnië is er alleen een groot, groot probleem: corruptie.”
Corruptie?
“Er zijn veel spelers die het niet verdienen om te worden opgeroepen. Ze saboteren daarmee de selectie. Het systeem in Bosnië is gewoon heel anders, er spelen daardoor soms jongens die dat niet verdienen. De grote clubs hebben veel invloed, zij sturen hun spelers om bij de nationale teams te spelen. Er zitten goede spelers tussen, die het verdienen. Maar er lopen ook jongens rond die het niét verdienen, maar spelen omdat ze bij een grote club zitten. Daardoor zat ik in de interland tegen Oranje op de bank.”
Die EK-kwalificatiewedstrijd in oktober 2018 moet hoe dan ook speciaal geweest zijn, ook al gingen jullie er tegen een Oranje Onder-19 met onder meer Ryan Gravenberch, Orkun Kökcü, Mohamed Ihattaren en Daishawn Redan met 6-0 vanaf.
“Het was een mooie kans, we speelden tegen goede spelers van grote clubs als Chelsea, PSV, Ajax. Voor en na de wedstrijd zochten sommige jongens en de trainer me op, omdat ze wisten dat ik voor FC Dordrecht speelde. De spits van Chelsea (Redan, red.) was bijvoorbeeld een hele aardige gozer, het is mooi om verhalen te horen hoe het er bij grote clubs aan toegaat. Ik vond het mooi, je denkt misschien dat je niemand bent en dat ze jou niet kennen. Maar ze volgen je en wisten wie ik was. We hebben na de wedstrijd nog tafeltennis gespeeld.”
In dezelfde periode als de wedstrijd tegen Oranje wordt afgewerkt, komt uiteindelijk het vertrek van Kotarevic bij FC Dordrecht tot stand. Hij trainde weliswaar mee met het eerste elftal, maar had nog geen perspectief op speelminuten in het profvoetbal. “Als jonge jongen uit het buitenland krijg je niet heel veel kansen, zo is het nu eenmaal. Ik ben in Nederland geboren, maar ze beschouwden me niet als Nederlandse jongen. Voor mijn gevoel werd ik tien keer kritischer bekeken. Dat was ook goed voor me, het zorgde ervoor dat ik het uiterste uit mezelf kon halen. Maar ik was eraan toe om ergens in een eerste elftal te spelen. Ik was niet geduldig genoeg. Misschien had ik moeten blijven, dan had ik vanzelf een kans gekregen”, klinkt het schuldbewust. Kotarevic kwam tijdens de interlandperiode in oktober 2018, die in Ierland werd afgewerkt en waarin Bosnië verder tegen het gastland en Faeröer speelde, in contact met een zaakwaarnemer, die samen met Bournemouth-doelman en en 63-voudig Bosnisch international Asmir Begovic een academie en managementkantoor runde.
“Hij vertelde me dat hij me naar Engeland zou brengen, waardoor ik bij hen heb getekend. Je weet hoe die dingen gaan. Daar kwam niks van terecht”, zucht Kotarevic. In plaats van het beloofde Engeland, kwam hij na zijn vertrek bij FC Dordrecht in Oostenrijk terecht. Bischofshofen is als vaste plaats in het Vierschansentoernooi voor schansspringers een walhalla, maar heeft met het op het derde niveau uitkomende SK Bischofshofen geen al te succesvolle plaatselijke voetbalclub. “Er werd een gesprek geregeld met de eigenaar van SK Bischofshofen en hij vond me een goede speler. Oké, het was niet het beste niveau ter wereld. Maar ik wilde wedstrijden spelen, op dat moment was ik achttien en ik had ervaring nodig. Nadat ik getekend had, ging alles ineens anders.”
De eigenaar van SK Bischofshofen wilde per se dat Kotarevic een baan naast het voetbal zou zoeken. “Ik zag daar niks in, ik wilde me op voetbal focussen en minuten maken. Er werd me gezegd dat ik niet zou spelen als ik niet zou gaan werken. Waarom? Als ik goed ben op het veld, maakt het toch niet uit of ik werk?”, klinkt het verwonderd. Hij lacht als hij het plan van de eigenaar uit de doeken doet. “Hij wilde dat ik in een autowasserij ging werken. Dan moest ik om zes uur ’s ochtends opstaan om naar het krachthonk te gaan, daarna auto’s wassen en ’s avonds trainen op de club. Ik zei tegen hem: ‘Dan kan ik één week doen, daarna ben ik dood’. Toen dreigde hij dat ik anders niet zou spelen. ‘Prima, dan ga ik ergens anders naartoe’, zei ik. Maar dat wilde hij ook niet.”
“Ik vroeg mijn manager om hulp, maar hij zei: ‘Je moet hard werken, zo kun je slagen. Kijk naar Jamie Vardy, bijvoorbeeld’. Dat is op zich geen probleem, maar ik wilde hun hulp om dan maar een andere club te vinden. Het is zijn taak om dan met de clubeigenaar te gaan praten. Ze wilden dat ik dat bleef en ik speelde niet, waardoor het ook moeilijker werd om ergens anders naartoe gaan. Ik ben vervolgens teruggegaan naar Bosnië en heb de samenwerking die manager beëindigd, om mijn eigen weg te gaan.” Gedesillusioneerd keerde Koratevic in de zomer van 2019 terug naar Bosnië, aanvankelijk om voor Olimpik Sarajevo op het tweede niveau te gaan spelen. “Er zat een managementkantoor binnen de club. Als je niet tekent, speel je niet. Ik wilde niet tekenen, want ze houden je dan voor drie of vier jaar bij de club. Je kan niks zonder dat kantoor doen, dus dat schiet niet op. Ik heb een aantal wedstrijden gespeeld en het was een goede ervaring, maar het liep niet zoals ik verwacht had.”
Na een halfjaar bij Olimpik Sarajevo, besloot Kotarevic terug te keren naar jeugdliefde Sloboda Tuzla. Daar werd hij overigens niet direct met open armen ontvangen. “Ze waren een beetje achterdochtig waarom ik terug was gekomen en niet nog in Nederland speelde. Ze dachten dat ik misschien niet goed genoeg was. Ik wilde daar op stage komen en uiteindelijk hebben ze me een contract gegeven voor anderhalf jaar. Het leek allemaal goed te gaan. Maar als je jong bent, heb je een probleem in Bosnië. Je ziet het in het nationale team en bij iedere club: jonge spelers krijgen weinig kansen, ze spelen over het algemeen met ervaren spelers. Ze wilden dat ik op huurbasis zou vertrekken, terwijl ik mezelf wilde bewijzen. Ik begon net te spelen toen de coronacrisis kwam, alles is vervolgens misgegaan. Aangezien ik amper wedstrijden achter mijn naam heb, is het moeilijk om een nieuwe club te vinden.”
Was het voor jou lastig om weer terug te keren in het Bosnische voetbal?
“Als je gewend bent aan Europees voetbal en je ziet alle dingen gebeuren in Bosnië, moet je weer wennen. Het is allemaal slechter. Door de corruptie en smerige spelletjes moet je echt vechten voor je plek. Ik ben thuis en ik houd van dit land, maar qua voetbal gaat het niet goed.”
Hebben jouw ervaringen in het buitenland in dat opzicht je ogen geopend?
“Toen ik nog zestien was, dacht ik nog niet aan corruptie. Ik wist niet eens wat dat betekende, het draaide voor mij allemaal om het voetbal. Er gebeurden dingen die ik verder niet doorhad, maar dat maakte ook niet uit. Ik ben in veel landen geweest, ook in Duitsland en Engeland. Op jonge leeftijd werd ik vaker uitgenodigd voor stages en als je al die goede dingen ziet, merk je dat het triest is in Bosnië. We hebben veel goede jonge spelers, maar die worden verwoest. Die krijgen simpelweg geen kans, ze willen ons niet laten spelen en dat is een grote fout.”
Verandert je status van jeugdinternational daar niks aan?
“Ze respecteren het, maar je kan hier veel dingen doen met geld of invloed. Als je niks te bieden hebt, speel je niet. Het kan zijn dat je tien of vijftien minuten mag spelen, scoort en dan nog de volgende wedstrijd weer op de bank zit. Als je het vergelijkt met Duitsland, België, Engeland of Nederland, krijgen jonge spelers veel minder kansen. Daarom staat de Bosnische competitie waar die nu staat. Het is een goede competitie, maar de mentaliteit is niet goed.”
Kotarevic draagt inmiddels het shirt van het op het tweede niveau uitkomende NK Slaven Zivinice, waar hij voorlopig wél aan spelen toekomt. “Ik speel nu iedere wedstrijd, ze zien mijn kwaliteiten ondanks dat ik jong ben. Het gaat goed, ik kan ervaring opdoen. Ik wil hier een halfjaar of een jaar spelen, om dan een volgende stap te maken. Het liefst naar Nederland of ergens anders in Europa. Ik heb nog veel contacten in Nederland, bijvoorbeeld bij FC Dordrecht. De mogelijkheden om terug te keren heb ik nog niet gehad, ook voornamelijk omdat ik nog niet wilde vertrekken uit Bosnië. Ik moet eerst ervaring opdoen en een jaar hebben waarin ik veel scoor. Anders moet ik in het buitenland nog stages afwerken en dat zie ik niet zo zitten.”
“Ik kan een boek schrijven over wat ik al heb meegemaakt, weet je”, zucht Kotarevic als het gesprek op zijn einde loopt. Toch is hij niet gestopt met dromen. Van een terugkeer in Nederland, van spelen voor Feyenoord in de stad waar hij een kwart van zijn leven al doorbracht en van het opvolgen van Edin Dzeko in het nationale team van Bosnië. “Dat zijn mooie dromen, ja.”