voetbalzone

De Helden van Kiev

Paul van der Maesen01 apr 2012, 21:15
Laatst bijgewerkt: 01 apr 2012, 21:15
Advertentie

Het voorjaar vecht zich voorbij de koude winter, maar moet zich voorlopig gewonnen geven. Het is grauw en kil in Kiev. Op weg naar een buitenwijk van de hoofdstad, flitst het gerenoveerde NSK Olimpiejsky stadion voorbij. Over enkele maanden zal hier de nieuwe Europees Kampioen worden gekroond. Er zal worden gejuicht en gefeest. Groter kan het contrast met de plek die ik ga bezoeken niet zijn; het massagraf Babi Jar.

Van kinds af aan slurp ik ‘geschiedenis’ op. Ik ben gek op historische verhalen: van ontdekkingsreizen tot grote veldslagen, maar de Tweede Wereldoorlog fascineert me het meest. Die vreemde interesse brengt mij hier. Aan de rand van een gedempte kloof net buiten Kiev. Terwijl het is gaan motregenen en mijn chauffeur verveeld op een steen zijn zoveelste sigaret opsteekt, tuur ik angstig naar beneden. Onder dit bladerdek liggen naar schatting 100.000 mensen –voornamelijk Joden- begraven. Volgens sommige bronnen zelfs 250.000. Tussen dat onvoorstelbare aantal slachtoffers liggen enkele dappere voetballers, waaronder Nikolaj Trusevitsj. Bakker van beroep. Voetballer van FC Start.

Het is de zomer van 1942. De Duitsers rammelen aan de poorten van Moskou en hebben een spoor van vernieling achtergelaten in de reeds ingenomen landen. Hongarije, Roemenië, Tsjechië, Slowakije en Oekraïne zijn opgeslokt door het hongerige Reich. Om de Duitse suprematie te onderstrepen, besluit de propagandaleiding een aantal voetbalwedstrijden te organiseren tussen een team van de Luftwaffe (Flakelf) en plaatselijke elftallen.

Uiteraard worden de selecties van de bezette landen ook op het veld onder de voet gelopen. Alleen het lokale Oekraïense team moet nog worden verslagen: FC Start. Een samengesteld elftal dat grotendeels bestaat uit spelers van het door de oorlog opgeheven Dynamo Kiev. De spelers, sinds de oorlog werkzaam als broodbakkers, zien de voetbalwedstrijd als een ideale mogelijkheid om hun bezetters een les te leren.

Terwijl het publiek een vernedering verwacht, wint FC Start met liefst 5-1 van de vijand. Het Zenith Stadion barst uit zijn voegen. De toeschouwers kraaien van geluk. De Duitse generaals verlaten het ereterras met schaamrood op de kaken. Wat een afgang! In plaats van represailles besluiten de Duitsers een revanchewedstrijd te organiseren. Alles wordt in werking gesteld om een nieuwe vernedering te voorkomen. De beste spelers komen in allerijl over uit Beieren en Berlijn en de wedstrijd wordt groots aangekondigd. Zoveel mogelijk mensen moeten de vernedering van Oekraïne aanschouwen en inzien dat het Arisch ras onverslaanbaar is.

Drie dagen later. Ondanks de verzengende hitte is het stadion weer volgelopen. In tegenstelling tot de eerste wedstrijd, is de sfeer anders. Grimmiger. Soldaten van de Wehrmacht staan langs het veld, de complete Duitse legerleiding is aanwezig. De scheids, gestoken in SS-kostuum, beveelt de spelers van Start voorafgaand aan de wedstrijd de Hitler-groet te brengen. Maar de Oekraïners laten zich niet intimideren. Ze beseffen dat zij een daad van verzet kunnen plegen, dat het volk kan inspireren en hoop kan geven.

Als de spelers van Start het veld betreden, steken zij hun hand uit, ballen het tot een vuist en schreeuwen een Sovjet-leus. Het publiek juicht. De toon is gezet. De Duitsers beginnen sterk. Met dank aan de scheidsrechter, die alle overtredingen van Flakelf toelaat. Zelfs als de keeper na een schop bewusteloos op het veld ligt, waardoor de Duitsers de 1-0 kunnen scoren, fluit hij niet. Maar het moedige Start herpakt zich. Nog voor rust weten de bakkers uit Kiev drie keer te scoren.

Tijdens de rust betreedt de scheidsrechter nogmaals de kleedkamer om de spelers van Start duidelijk te maken dat zij spelen met hun leven. Letterlijk. Maar ook dit dreigende bericht kan de Oekraïners niet beangstigen. Ze blijven voetballen en overlopen de bezetters. Als het eindsignaal nadert en de stand 5-3 is in het voordeel van FC Start begint verdediger Aleksey Klimenko aan een slalom langs de defensie en keeper, om daarna de bal niet over de doellijn, maar terug richting de middencirkel te schoppen. Verzet op het veld.

De toeschouwers zijn vol van trots, tranen rollen over de wangen. Maar de stemming slaat om als de soldaten de lopen van hun geweer op de spelers richten en het veld wordt bestormd. Waar iedereen bang voor was, gebeurt. In de verwarring weten drie spelers te ontkomen, zij overleven uiteindelijk de oorlog. De overige acht spelers worden opgepakt en geëxecuteerd.

Keeper en aanvoerder Nikolaj Trusevitsj –met het rood-zwarte tenue nog om de schouders- knielt die dag op het bladerdek waar ik op sta. Op de rand van het met lijken gevulde ravijn Babi Jar. Hij voelt het koude ijzer van een geweer in zijn nek, doet een schietgebed, staat op en schreeuwt: "De Rode Sport gaat nooit verloren!" Terwijl zijn kreet over de heuvels waait klinkt het schot. Onhoudbaar.

Mijn chauffeur vertrapt zijn sigaret en gebaart mij mee te komen. Een dik kwartier later stopt de auto op de plek waar vroeger het Zenith Stadion stond. Hier staat een monument ter nagedachtenis van de dappere voetballers van FC Start, die het volk in de donkerste dagen hun trots en hoop terug gaven.

“For our beautiful presence
They fell in a fight...
For ages your glory won't fade,
The fearless hero-athletes.”