De Graafschap legt zich neer bij degradatie naar Jupiler League
De Graafschap speelt komend seizoen definitief in de Jupiler League. De club uit Doetinchem kon nog een spoedappèl aanspannen tegen de beslissing van de KNVB, maar ziet daar van af. De clubleiding wil het niet op zijn geweten hebben dat clubs en hun supporters in het betaalde voetbal nog langer in onzekerheid zitten over de competitieplanning en -start.
De Graafschap wil nu rust in het Nederlandse betaalde voetbal. “We leggen ons dus neer bij het feit dat de club het komend seizoen in de Jupiler League voetbalt”, verklaart commercieel directeur Martine Zuil, die nog maar eens te kennen geeft dat het nooit de bedoeling is geweest om FC Twente dwars te zitten. “We hebben bewust tot dusver ingezet op een 19e plaats, omdat het alsnog uit de Eredivisie laten verwijderen van FC Twente nooit ons doel is geweest.”
Wel blijft de club van mening dat de KNVB fouten heeft gemaakt. “Fouten in communicatie, in timing en in het naleven van de eigen spelregels. Dat hebben wij in het kort geding in Utrecht haarfijn op tafel gelegd. Ik denk dat niemand in Nederland daar nu ook nog over twijfelt. Enige zelfreflectie vanuit de KNVB zou zeker op zijn plaats zijn. Genoegdoening ook”, vervolgt Zuil. De Graafschap zegt een ‘serieus gebaar’ van de bond te verwachten.
Dat zou moeten gebeuren tijdens een gesprek, dat nu op initiatief van de Superboeren tot stand moet komen. “Vanzelfsprekend zullen we bij een positieve afloop daarvan ook afzien van verdere juridische stappen. Als de KNVB het gesprek hierover niet aan wil,of niet bereid is om enige genoegdoening te bieden, zal De Graafschap de inmiddels ingediende bodemprocedure voortzetten.”
“Niet om alsnog via de rechtbank aankomend seizoen in de eredivisie te komen, maar wel om een rechter inhoudelijk te laten kijken naar het onwerkelijke proces rondom de licentie van FC Twente en uiteindelijk recht te spreken over zaken als ‘gerechtvaardigde verwachtingen’, ‘onafhankelijke besluitvorming’, en ‘tussentijdse spelregelveranderingen’.”