voetbalzone

De Engelse doelpuntenmachine van Arsenal die nooit uitkwam op een eindtoernooi

Jordi Tomasowa16 jun 2024, 08:30
Laatst bijgewerkt: 24 jul 2024, 23:03
Advertentie

De rijke voetbalgeschiedenis kent vele markante, tragische of grappige personages. In de rubriek Vedettes licht Voetbalzone telkens het doopceel van een van die figuren. Laatbloeier Ian Wright is een van de meest trefzekere aanvallers uit de geschiedenis van het Engelse voetbal, toch speelde de spits nooit op een eindtoernooi.

Door Sander Grasman

“Meneer Pigden?” Instinctief neemt hij de pet van zijn kale hoofd. “Ik dacht dat u dood was.” Ian Wright, die zijn oude leraar in geen jaren gezien heeft, valt de man in de armen. Meneer Pigden, of Sydney Pigden zoals hij eigenlijk heet, was de mannelijke rolmodel die Ian thuis niet had, de eerste man die hem de liefde gaf die hij nodig had. Wright had zijn vader nauwelijks gekend en als bij de stiefvader die hij ervoor terugkreeg de handen nog losser hadden gezeten, was hij ze waarschijnlijk allebei kwijtgeraakt.

Wright was een druk kereltje, maar vooral een jochie dat zocht naar bevestiging, vertrouwen en onvoorwaardelijke liefde. De liefde tussen meneer Pigden en de kleine Wright was wederzijds. Waar de leraar en diens luisterend oor voor Wright een nieuw begin hadden ingeluid, betekende Ian op zijn beurt weer heel veel voor de oud-docent, die het debuut van zijn pupil het mooiste moment uit zijn leven noemde. Als je bedenkt dat de man, als tiener, één van de uitverkoren piloten was geweest die na de capitulatie van Nazi-Duitsland over Buckingham Palace mocht vliegen om de vrede te vieren, had dat debuut niet bepaald de minste concurrentie.

Toch ging het hierna nog steeds niet van een leien dakje voor de jonge Wright. Hij wist van jongs af aan dat hij goed kon voetballen, vond in de bal de ideale afleiding voor de gespannen thuissituatie, maar slaagde er ondanks vele proefperiodes bij profclubs niet in om een contract in de wacht te slepen. Na een zoveelste mislukte stage had hij uiteindelijk de hoop opgegeven. Hij was inmiddels 21 jaar oud en had net twee weken in de gevangenis gezeten voor openstaande verkeersboetes. Dat was voor hem de druppel.

Hij besloot dat het tijd werd om volwassen te worden, te zorgen voor zijn jonge gezin - zijn vriendin was net bevallen van een zoontje en had al een kind uit een vorige relatie - en te accepteren dat een professionele voetbalcarrière niet voor hem was weggelegd. Hij vond een reguliere baan bij een rioleringsbedrijf, niet bepaald zijn droombaan of een vetpot, maar het bracht wel genoeg geld in het laatje om voor zijn vrouw en twee zoontjes te zorgen. Voetballen deed hij alleen nog maar op zondagochtend.

Dat voetballen was een dusdanig gesloten boek, dat toen er vlak voor zijn 22e verjaardag alsnog een kans kwam op een nieuwe proefperiode, hij zelfs op het punt stond vriendelijk te bedanken tot een vriend hem ervan overtuigde dat hij dit niet voor altijd als een verloren kans achter zich aan zou moeten slepen. Wright besloot het er toch maar op te wagen bij Crystal Palace, kreeg van zijn baas onbetaald verlof en de rest is - zoals dat heet - geschiedenis.

Bij the Eagles vormde hij een gevaarlijk aanvalsduo met Mark Bright. De twee scoorden er lustig op los en het was in grote mate te danken aan hun productiviteit dat de Londenaren in 1988 via de nacompetitie promotie naar het hoogste niveau afdwongen. In de First Division was het aanvankelijk vooral een kwestie van overleven, maar in de FA Cup ging het de club een stuk beter af. Na in 1990 in de halve finale te hebben afgerekend met Liverpool, wachtte in de finale met Manchester United nog een topclub.

Wright had dat seizoen lange tijd aan de kant gestaan met een gebroken been en startte in die finale op de bank. Bij een 2-1 achterstand werd hij alsnog gebracht en koud in het veld schoot hij de gelijkmaker achter Manchester United-keeper Jim Leighton. In de verlenging leek hij met zijn tweede van de dag zelfs voor een stunt te gaan zorgen, maar zeven minuten voor tijd sleepte Mark Hughes er alsnog een replay uit voor the Mancunians. Die herkansing was een stuk minder sensationeel en eindigde in een 1-0 zege voor Manchester United.

Een seizoen later ging het ook in de competitie voor de wind. Palace bleef lang in het spoor van Liverpool en Arsenal en eindigde uiteindelijk achter die clubs als derde. Wright maakte dat seizoen op 27-jarige leeftijd zijn interlanddebuut. Het leverde hem uiteindelijk een transfer naar landskampioen Arsenal op. The Gunners betaalden 2,5 miljoen pond voor hun nieuwe spits, op dat moment een clubrecord.

In Noord-Londen werd hij teamgenoot van zijn oude vriend David Rocastle, met wie hij opgroeide in het Londense Brockley. Hoewel ‘Rocky’ Rocastle vier jaar jonger was dan zijn oude buurtgenoot, was hij inmiddels een gevestigde naam en nam hij de nieuwkomer onder zijn vleugels. Het maakte de overstap naar de Engelse top een stuk makkelijker voor de spits, die zes jaar eerder nog de droom op een profloopbaan had opgegeven.

Voordat Dennis Bergkamp een paar jaar later elegantie zou toevoegen aan het spel van Arsenal bracht Wright ‘boring Arsenal’ energie. En doelpunten, heel veel doelpunten. Vanaf de hattrick die hij maakte bij zijn competitiedebuut tegen Southampton tot zijn laatste wedstrijd voor de Londenaren in 1998 scoorde hij de ene na de andere goal, vaak op aangeven van zijn Nederlandse aanvalspartner.

Ondanks al die treffers van Wright beleefde de club destijds niet haar beste periode. Pas toen Arsène Wenger in de zomer van ‘96 overkwam uit Japan, mochten the Gunners weer gaan dromen van een titel. Hoewel de spits zich in de herfst van zijn carrière bevond, bleef hij die eerste seizoenen onder leiding van de Franse voetbalprofessor met Bergkamp een gevaarlijk duo vormen. Op 13 september 1997 brak hij zelfs Arsenals bijna zestig jaar oude doelpuntenrecord van Cliff Bastin, maar de komst van Wengers talentvolle landgenoot Nicolas Anelka luidde desondanks het einde van Wright op Highbury in.

Terwijl Wright jaarlijks meedeed om de topschutterstitel, speelde hij in de nationale ploeg altijd tweede viool achter spelers als Gary Lineker, Alan Shearer, Teddy Sheringham en zelfs een aantal mindere goden. Hoewel hij gedurende zijn carrière 33 keer het shirt van de nationale ploeg mocht dragen, viel hij bij eindtoernooien altijd net buiten de boot, de ene keer vanwege een blessure, terwijl hij een andere keer weer niet goed genoeg werd bevonden. In ‘98, terwijl zijn tijd bij Arsenal op zijn eind liep, leek hij alsnog zijn kans op het Wereldkampioenschap in Frankrijk te krijgen, maar weer gooide op het laatste moment een blessure roet in het eten.

Na dat gemiste WK trok Wright de deur van Highbury definitief achter zich dicht en hij verhuisde binnen Londen naar West Ham United, maar daar verloor hij steeds duidelijker de strijd tegen vader tijd. Daarna volgden nog halve seizoenen bij Nottingham Forest, Celtic en Burnley, maar het einde van zijn carrière kwam met elke verhuizing zichtbaar dichterbij en in 2000 hield de 36-jarige spits het voor gezien.

Op dat moment was hij al een voetbalvader, want zijn aangenomen zoon Shaun Wright-Phillips had niet lang daarvoor zijn debuut gemaakt bij Manchester City. Hoewel hij nooit de sterrenstatus van zijn vader zou benaderen, verbrak hij opvallend genoeg wel diens aantal interlands. Hij droeg drie keer vaker het shirt van the Three Lions dan zijn aangenomen vader.

Inmiddels droomt een volgende generatie van een mooie voetballoopbaan. D’Margio Wright-Phillips, de zoon van Shaun, werd afgelopen jaar door zijn club Stoke City uitgeleend aan Beerschot, waar hij met vier goals in elf wedstrijden een belangrijke kracht was in de strijd om promotie van de ploeg van Dirk Kuijt. Toch besloot Stoke zijn contract niet te verlengen en mag hij deze zomer dus uitkijken naar een nieuwe werkgever.

Altijd op de hoogte blijven van het belangrijkste voetbalnieuws? Word nu lid van het Voetbalzone WhatsApp-kanaal!