voetbalzone

‘De eerste duels, vooral thuis, vroegen ze of ik mijn tatoeage wilde bedekken’

Chris Meijer31 okt 2017, 20:40
Laatst bijgewerkt: 31 okt 2017, 20:40
Advertentie

KUWANA - Eigenlijk zou Thomas Bakker afgelopen zomer aan de slag gaan bij FC Lisse en in de Randstad een baan in de marketing gaan combineren met een master aan de Universiteit van Amsterdam. De 26-jarige verdediger speelde vijf jaar lang voor tweedivisionist HHC Hardenberg, maar had besloten dat hij naar het westen van het land wilde verkassen. Door dat plan ging echter een streep na een nachtelijk telefoontje.

Door Chris Meijer

Aan de andere kant van de telefoon hing zijn zaakwaarnemer Linton Posthumus, die goed nieuws te melden had. Het Japanse Veertien Mie wilde Bakker graag hebben. Voetbalvriend Quenten Martinus speelde al in Japan, voor Yokohama Flügels Marinos en Bakker had daardoor stiekem ook zijn zinnen gezet op een avontuur. Er speelden wat dingen in Australië en Thailand, tot Veertien Mie concreet werd. “Ik had ook wel gezegd: het maakt niet uit waar ik terecht kom, maar zorg dat ik een kans krijg ergens. Dan laat ik het wel zien”, zegt Bakker in gesprek met Voetbalzone. De club raakte tijdens de proefperiode overtuigd, waarna Bakker naar Japan verkaste.

Had je gedacht dat je nog zo’n stap zou maken?
“Ik heb altijd de ambitie gehad om nog omhoog te gaan met voetbal, maar ik was er in Nederland niet meer bewust mee bezig. Ik zat al die jaren bij HHC en ben daarnaast voor mijn maatschappelijke carrière gegaan, omdat je merkt dat het ook heel belangrijk is.”

Heb je getwijfeld toen Veertien Mie zich meldde?
“Als je voetballen in de Tweede Divisie combineert met een baan, zit je met het oog op de toekomst best wel goed. Toen het aanbod uit Japan kwam, heb ik er wel even over moeten twijfelen. Van binnen wist ik wel gelijk dat ik spijt zou krijgen als ik het niet zou doen. Je krijgt een beetje die drang. Dus ik zei: laten we een stage doen, pik ik die gewoon mee. En als je hier dan bent, is het zo lekker om in een ander klimaat te zijn. Een andere manier van voetballen, een andere prikkel.”

Het bevalt dus goed in Japan?
“Op en vooral buiten het veld bevalt het uitstekend. Het is mooi om zo’n uitdaging aan te gaan en wat meer van het land te zien. Voetballend is wel lastig, want ik heb zelf ook ambitie. Overal waar je heen gaat, ook naar een nieuwe club in Nederland, weet je dat je je even moet aanpassen. Het is een andere aanpassing als je helemaal naar Japan gaat. De communicatie is lastig, het is een andere manier van spelen en dat moet ik onder de knie krijgen. Ik ben best wel ongeduldig, want ik wil heel graag gelijk wat laten zien.”

voetbalzone

Tot dusver speelde Bakker drie wedstrijden in de Japan Football League (JFL), het vierde niveau van de Japanse voetbalpiramide. Vijf keer bleef de verdediger de gehele wedstrijd op de bank bij Veertien Mie, dat dit seizoen strijdt tegen degradatie. De club heeft overigens een duidelijk plan met Bakker, die de eerste buitenlander in de clubgeschiedenis is. Hij spreekt zelf van een aanpassingshalfjaar en erkent behoorlijk te hebben moeten wennen aan het voetbal én leven in Japan.

Hoe verschillend gaat het er op het veld aan toe in Japan?
“Ik moet het van mijn fysiek hebben, ik ben een grote jongen. In Nederland, in het amateurvoetbal, wordt geregeld de lange bal gespeeld. Daar komen duels uit, dat is ook mijn kracht. Toen kwam ik hier: weinig duels, veel passen en rennen. Ik moest wel even het voetenwerk bijschaven. In het begin was de communicatie ook erg lastig.”

Ze spreken geen Engels?
“Niet of nauwelijks. Ze proberen nu wel een beetje dingen te vragen. Over het Nederlandse voetbal weten ze hier bijvoorbeeld alles. Nu Nederland niet naar het WK gaat, willen ze daar alles over weten. Weet je, dan kom ik ’s ochtends op de club en iedereen weet het al. Vinden ze het mooi om me alles te vertellen en te vragen van: Hoe kan dat nou? Ik moet wel veel uitleggen hoe dat allemaal kan, maar ik kan ze wel wat wijsmaken. Ze begrijpen toch niet wat ik allemaal zeg. In het begin was dat de enige communicatie, maar ik spreek nu een klein beetje Japans. Dat is sowieso handig, ook in het voetbal. Het eerste wat ik leerde, waren dingen als links, rechts en doordekken. Dat had ik wel nodig.”

voetbalzone

Veertien Mie heeft ook een aantal Braziliaanse spelers in de gelederen, maar zij kwamen al op jonge leeftijd in Japan en spreken daardoor vloeiend de taal. “Zij spreken ook Engels, waardoor ik veel met hen optrek. Mensen vragen weleens: wat mis je? Dan is het heel makkelijk om vrienden of familie te zeggen. Maar als ik kijk naar het voetbal, mis ik gewoon de communicatie. Als je iemand echt de waarheid wil zeggen of als iemand weleens een oppepper kan gebruiken, in Nederland is dat een stuk makkelijker dan nu.”

Dat moet je al mens en voetballer alleen maar verrijken?
“Ik heb als voetballer het idee dat ik me nu op ieder vlak aan het ontwikkelen ben. Op voetbalgebied had ik dit sowieso nodig, maar ook als persoon. Ik was een beetje zoekende. Bij Heerenveen heb ik altijd de ambitie gehad, maar dat heb ik daarna nooit meer uitgesproken. Als je het een keer hebt meegemaakt, het profvoetbal, dat is zo mooi. Ook al zeggen sommigen dat het wereldje heel klein kan zijn.”

Wat moeten we ons voorstellen bij het niveau in de JFL?
“Ze zijn hier beter dan in de Tweede Divisie, het gaat sneller. Maar ik kan prima mee, het is niet dat ik denk: wow, dit gaat even te snel. Ik merk wel dat ik meer geconcentreerd zijn dan in de Tweede Divisie. Het is opvallend dat het vierde niveau in Japan verder is dan het derde niveau in Nederland. Mensen zeggen: Hoe kan dat nou? Hij gaat een stap terug, hij gaat naar het vierde niveau. Hij kan misschien wel geld verdienen daar, daarom doet hij het. Het niveau is een stapje verder, ik zou zeggen: kom een keertje kijken.”

voetbalzone

Tijdens het interview laat Bakker een deel van zijn appartement zien. “Mijn huis was wel even wennen, de deuren zijn klein, schuifdeuren, dat was wel even wat anders. Ik heb een super leuk appartement”, vertelt de verdediger over zijn woonsituatie. Aan het eten in Japan hoefde hij in ieder geval niet te wennen. “Het eten is geweldig hier. Daar was ik al vrij snel over uit dat het lekker was. Ze eten hier veel rijst. Als ik ontbijt, is het wat kwark of Brinta, maar hier in het hotel was het direct allemaal rijst. Ongelofelijk, de hele dag rijst.”

Was dat het enige waar je aan moest wennen?
“In het begin was het super warm hier, 28 tot 36 graden dus dan loop je in een t-shirtje. Maar ik heb ook een tatoeage op mijn bovenarm. Dus dat is een gevoelig onderwerp hier in Japan. In de J1 en J2 heb je meer internationale spelers, dus dan is het meer geaccepteerd. Daar is het normaal dat voetballers tatoeages hebben, maar op dit niveau ben ik bijna de enige in de competitie. De eerste wedstrijden, vooral thuis, vroegen ze of ik mijn tatoeage wilde bedekken. Dat moet dan maar. Dat begrijp ik ook wel, in het begin wilde ik me overal wel aanpassen. Ook mijn speelstijl, minder hard in de duels. Maar je moet ook jezelf blijven. Toen ik met een cover op de training kwam, zeiden die andere jongens dat het niet hoefde voor hen. De eerste wedstrijden heb ik het wel gedaan, maar de laatste tijd niet meer. Ik dacht: ik heb nu eenmaal een tatoeage, dat wordt nu ook gewoon geaccepteerd.”

voetbalzone

“Je moet ook wel oppassen. We speelden tegen Osaka uit, mijn tweede wedstrijd. We verloren met 2-1, maar ik speelde echt een goede wedstrijd. Het publiek scandeerde mijn naam, het uitpubliek klapte. De volgende dag kwam ik op de training en toen stond ik rechtsback bij de wissels. Dus ik dacht: wat is nou dan dan? In Nederland ga je direct naar de trainer om te vragen hoe het zit. Dat kan hier eigenlijk niet, je kan niet zomaar naar de trainer toestappen. Je kan in ieder geval niet boos op hem worden. Hetzelfde geldt voor de scheids. In Nederland wordt overal over gezeurd. De bal hoeft maar tien centimeter over de lijn te zijn of iedereen staat met zijn hand omhoog. Hier hoef je dat niet te doen. Over bepaalde dingen moet je heel erg nadenken. Respect is heel belangrijk. Voor de wedstrijd moet je buigen naar het publiek, buigen naar je tegenstander. Als je hier respect voor iemand hebt, zeg je achter de naam San. Omdat ik ouder ben dan sommige jongens, noemen ze mij Thomas San.”

Kan je de borden dan al een beetje lezen?
“Ik ben wel een paar keer de verkeerde kant op gegaan, zeker. Heb wel een aantal keer in de verkeerde trein of verkeerde metro gezeten. Op een gegeven moment heb ik het mezelf makkelijk gemaakt. Als ik nu ergens heen moet, weet ik precies wat ik moet doen. Borden lezen wordt ‘m nog niet, ik probeer gewoon heel logisch na te denken.”

Ben je van plan nog een aantal jaar in Japan te blijven?
“Ik zou hier graag nog wel een tijd willen blijven. Eerst in Japan kijken om een stap te maken, maar als ik het gevoel heb dat ik hier wel klaar ben, kan ik zo nog een ander avontuur aangaan. Je leest weleens van die verhalen dat ze in landen terechtkomen waar het helemaal niks is. Maar een mooi land zou ik wel willen, Australië of Thailand wil ik wel een keer meepakken. Ik ben ook een beetje aan het kijken naar de mogelijkheden buiten het voetbal. Er wordt slecht Engels gesproken, dus hoe super zou het zijn als ik vloeiend Japans leer. Dat vergroot je mogelijkheden, zo ben ik er ook wel mee bezig.”