De Duitse lessen van Verhoek: ‘Het eerste jaar kon ik hier niet eens lopen’
DUISBURG - Het onvervalste Haagse accent heeft bij John Verhoek inmiddels gedeeltelijk plaatsgemaakt voor een licht Duitse tongval. De 29-jarige aanvaller van MSV Duisburg speelt al ruim zeven jaar in Duitsland en is afgelopen zomer bij zijn vierde club in de 2.Bundesliga terechtgekomen. “Natuurlijk ben ik inmiddels al een soort Duitser geworden op voetbalgebied”, lacht Verhoek in gesprek met Voetbalzone.
Door Chris Meijer
In 2012 arriveerde Verhoek in Duitsland, toen hij door zijn toenmalige werkgever Stade Rennes werd verhuurd aan FSV Frankfurt. Bij die club kwam de aanvaller tot 10 doelpunten in 34 wedstrijden, waarna St. Pauli hem definitief overnam van Stade Rennes. Na drie seizoenen in Hamburg en twee jaar bij 1.FC Heidenheim is Verhoek bij MSV Duisburg terechtgekomen. “Ik heb hier getekend om nog een stapje te kunnen zetten”, vertelt de aanvaller. Verhoek kende met Duisburg een tegenvallend begin van het seizoen, met slechts twee punten uit de eerste acht wedstrijden. Trainer Ilia Gruev kon vorige week zijn biezen pakken en is vervangen door Torsten Lieberknecht. In het eerste duel onder zijn leiding wist MSV Duisburg met 1-2 te winnen van 1.FC Köln. “Als je onderin speelt, lijkt het wel alsof alles tegenzit. Dan vallen ballen er net niet in, je hebt de scheidsrechter tegen je of de tegenstander schiet vanaf dertig meter ballen erin. Die ervaringen hebben we dit seizoen ook al gehad en die gaan uiteindelijk in het kopje zitten. Ik had verwacht dat we bovenin zouden meespelen, maar toch ben ik ervan overtuigd dat ik de goede keuze heb gemaakt.”
Na een goed seizoen met Heidenheim, waarin je 10 keer scoorde in 27 competitieduels, was er de nodige interesse. Waarom heb je voor Duisburg gekozen?
“Ik ben 29, heb vorig jaar een goed seizoen gedraaid en kon bij Heidenheim blijven. Duisburg kwam in maart al en wilde me drie jaar geven. Als je 29 bent en je kan een driejarig contract tekenen, dan ga je daar over nadenken. Sportief directeur Ivo Grlic heeft me er snel van overtuigd dat er hier iets wordt opgebouwd en dat de club daarin ook inzet op mij. Dat gaf me vertrouwen om voor Duisburg te tekenen. Het is handig dat het dichter bij huis is. Als mijn ouders of schoonouders een wedstrijdje willen kijken of de kleinkinderen willen zien, rijden ze in twee uur hier naartoe vanuit Den Haag. Dat is waar je het uiteindelijk voor doet en het speelt allemaal mee. Ik ben een stadsmens, zo'n dorp als Heidenheim was niet echt mijn ding. Ik heb daar een leuke tijd gehad, maar ik wilde wat anders. Ik vind sowieso dat het voetbal in het Ruhrgebied enorm leeft. Als je op een doordeweekse dag door de stad loopt, zie je bijvoorbeeld mensen in shirts van Duisburg lopen.”
“Je weet in het voetbal nooit hoe het loopt. Als je een eenjarig contract tekent en je raakt geblesseerd, dan zit je en is het moeilijk om eruit te komen. Zeker in Duitsland. Het is niet makkelijk om hier erin te komen, want je ziet dat er in de 2.Bundesliga weinig Nederlanders spelen. Wat je hebt of kan krijgen, moet je koesteren. Er sprak heel veel waardering uit het contractvoorstel van Duisburg”, vervolgt Verhoek, die zeven jaar geleden in Duitsland terechtkwam en sindsdien onafgebroken in de 2.Bundesliga speelt. Inmiddels heeft de aanvaller 162 wedstrijden op het tweede niveau van het Duitse voetbal achter zijn naam staan, waarin hij 36 doelpunten wist te maken. “De cultuur en het voetbal liggen mij gewoon heel goed. De stadions zitten bijna allemaal vol, met minimaal vijftien- tot twintigduizend mensen. Tijdens de uitwedstrijd tegen 1.FC Köln zitten er bijvoorbeeld vijftigduizend man op de tribune, daar doe je het ook voor natuurlijk.”
“Ik beheers de taal, mijn twee kinderen zijn hier geboren en ik heb mijn leventje hier. Mijn vrouw heeft het naar haar zin, dat zijn factoren die heel belangrijk zijn. Duitsland past bij mij, ook omdat het voetbal op het mentale en fysieke vlak gericht is. Als ik hier nog vijf of zes jaar moet voetballen, doe ik dat met alle plezier”, stelt de aanvaller. Hij benadrukt dat hij in zijn eerste seizoen in Duitsland, toen hij door Stade Rennes verhuurd werd aan FSV Frankfurt, behoorlijk moest wennen. “Ik had in het begin met Benno Möhlmann een typische Duitse trainer, die hield alleen maar van lopen. In het begin ga je erom lopen schelden, maar op gegeven moment ben je er wel blij mee. Je hebt het gewoon nodig, het is belangrijk. Nu heb ik er alleen maar profijt van, ik ben veel fitter.”
“Je leert hele andere dingen, in Nederland wordt alles met de bal gedaan. Het eerste jaar kon ik hier niet eens lopen, toen was ik net zo snel als de keeperstrainer. De keepers lopen voorop, dat is het grote verschil. Mensen zijn hier langzaam alleen maar naar het lopen gaan kijken. Dan zeggen ze: De tegenstander heeft honderdzoveel kilometer gelopen en wij dat. Er wordt niet meer gepraat over het voetbal en dat is soms weleens jammer”, aldus Verhoek. Met Hamburger SV en 1.FC Köln zijn er dit seizoen twee gerenommeerde clubs bijgekomen in de 2.Bundesliga. Verhoek benadrukt dat op het tweede niveau van het Duitse voetbal iedereen van elkaar kan winnen. Hij wijst HSV aan als voorbeeld. “Sommige jongens verdienen daar gewoon een paar miljoen. Die gaan er dan thuis met 0-5 vanaf tegen Jahn Regensburg, dat is best bizar. Dat zegt iets over de 2.Bundesliga.”
Wordt de competitie in Nederland onderschat, denk je?
“Dat weet ik wel zeker. Als er oefenwedstrijden gespeeld worden tegen Nederlandse clubs, trekken Duitse clubs vaak aan het langste eind. De competitie staat heel hoog aangeschreven en bij de meeste clubs verdien je hetzelfde als bij Ajax of Feyenoord. Dat is bizar in Duitsland. Ajax en PSV zijn een uitzondering, maar kijk naar een club als Köln. Zo’n Jonas Hector speelt voor het Duitse elftal en verdient miljoenen. Dat ga je in Nederland niet zo snel verdienen, dat zijn bizarre bedragen.”
Is dat gedeeltelijk een verklaring dat je nog altijd in Duitsland speelt?
“Ik kon terug naar Nederland en ik heb een aanbod gekregen, maar dat is met alle respect niet te vergelijken met wat ik in Duitsland verdiende. Dat moet je respecteren, je keuze maken en ik was dolblij dat ik in Duitsland kon blijven. Ik heb er serieus over nagedacht om terug naar Nederland te gaan, maar dan moet het iets zijn wat je ziet zitten en wat je wil verdienen. Dat verschil was gewoon groot. Je moet ook voor je familie zorgen, vandaar dat ik ervoor heb gekozen om langer in Duitsland te blijven. Het is niet de enige reden, anders was ik allang terug naar huis gegaan. Ik heb het zeer naar mijn zin en zie geen reden om nu terug te gaan.”
Verhoek verliet Nederland in eerste instantie in januari 2011, toen hij FC Den Bosch verruilde voor het Franse Stade Rennes. “Je weet het nooit met keuzes. Maar als je het achteraf ziet, was ik te jong. Ik zou nu exact dezelfde keuze maken, ik heb er absoluut geen spijt van gehad. Ik heb er heel veel van geleerd. Als ik de jonge jongens moet adviseren, zou ik zeggen dat je beter een tussenstapje kan maken in de Eredivisie of in Duitsland. De stap van de Eerste Divisie naar de Ligue 1, was gewoon te groot”, klinkt het bewust. De ervaringen in Frankrijk hebben Verhoek naar eigen zeggen ‘gevormd’. Rennes liet hem tot twee keer toe op huurbasis vertrekken: eerst naar ADO Den Haag en later naar FSV Frankfurt.
In de huurperiode bij ADO Den Haag speelde je samen met je broer Wesley. Is dat toen al een hoogtepunt in je carrière geweest?
“Ja, absoluut. Op 30 augustus ging ik naar Den Haag om daar te tekenen. Alles was hectisch, ik heb de voorbereiding niet meegemaakt. Het eerste halfjaar ging het top, heb ik mijn goals gemaakt en was er interesse van Wigan Athletic. Daarna ging Wes naar Twente en voor mij was het jammer dat ik die lijn niet kon doortrekken. Ik heb vijf goals gemaakt, maar ik had er meer kunnen en willen maken.”
Jullie hebben wel allebei in De Kuip weten te scoren in één wedstrijd, toen er met 0-3 van Feyenoord gewonnen werd.
“Die wedstrijd in De Kuip blijft altijd bij ons. Mijn vrouw begon er deze week toevallig over, omdat het zeven jaar geleden was. Zo'n video kijk ik toch terug. Het is iets dat je nooit meer zal vergeten, voor mij blijft het een van de mooiste wedstrijden uit mijn carrière. Het is iets aparts, samen met je broer in één wedstrijd een doelpunt maken. Dat is niet voor veel mensen weggelegd, dus dat blijft altijd bij je.”
Is het voor jou een droom om ooit nog terug te keren bij ADO?
“Je droomt er altijd van om terug te keren, natuurlijk. Als je ergens vandaan komt, wil je daar terug kunnen komen. ADO zal altijd een speciale plaats in mijn hart hebben, ik heb mijn opleiding te danken aan die club. Natuurlijk had ik me dat jaar op huurbasis anders voorgesteld, maar ik volg ze nog altijd op de voet. Af en toe heb ik nog weleens contact met Fons (Groenendijk, red.), hij is mijn trainer bij Den Bosch geweest. Het is hartstikke leuk dat hij het afgelopen jaar goed gedaan heeft.”
Er zitten wat betreft doelstellingen nog wel wat jaren tussen nu en een eventuele terugkeer bij ADO?
“Ik had misschien verwacht dat ik eerder de stap naar de Bundesliga zou maken. Als je dertig bent en je maakt vijftien goals op het tweede niveau, kan je alsnog naar de Bundesliga. Dat is hier al een paar keer bewezen, die hoop moet je nooit laten gaan. Ik weet wat mijn kwaliteiten zijn. Die stap moet je altijd als doel nemen, dat doe ik ieder jaar. Ik kijk veel naar de Bundesliga. Soms kriebelt het als ik een wedstrijd in de Bundesliga zie. Dan denk ik: poh, dat zou echt een droom zijn. Misschien komt het ooit wel, maar ik wil nu eerst presteren met Duisburg.”