De drie Japanners van NEC vertellen over hun tijd in Nederland: 'Nederlanders zijn een stuk directer dan Japanners'
Anderhalf jaar nadat Koki Ogawa en Kodai Sano zich hebben aangesloten bij NEC is het eindelijk tijd voor het eerste interview met de Japanners. Een half jaar geleden versterkte de club uit Nijmegen zich met nog een derde Japanner: Kento Shiogai. De drie spelers stelden zich onlangs in het Goffertstadion voor aan het Nederlandse journaille. “Voordat ik ook maar een training had meegedaan, kenden mensen op straat mijn naam. Ze zongen liedjes over mij en wilden met me op de foto", vertelt Ogawa.
Door Ruben Brasjen
Ogawa, Sano en Shiogai betreden de perszaal terwijl ze ontspannen met elkaar lachen. Ze nemen plaats aan de tafel voorin en wisselen nog enkele woorden in het Japans voordat de eerste vraag wordt gesteld. Wanneer hen wordt gevraagd of ze nerveus zijn, reageert Sano direct met een kort maar krachtige no. Ogawa voegt eraan toe dat zijn Engels nog niet perfect is en vraagt of de vragen in eenvoudig Engels gesteld kunnen worden.
Ogawa vertelt dat hij slechts een paar Nederlandse woorden kende toen hij in Nederland aankwam. “’Hallo’ en ‘goedemorgen’ waren de enige woorden die ik kende toen ik in Nederland aankwam.” Sano voegt daar lachend aan toe dat hij, toen hij voor het eerst op de club kwam, nog een paar nieuwe scheldwoorden leerde van een paar teamgenoten.
ImagoEven voorstellen
Ogawa was de eerste van de drie die zich bij de club aansloot. Hij werd op 4 juli 2023 gehuurd van zijn oude team Yokohama FC en een jaar later definitief overgenomen. Inmiddels heeft de spits 22 doelpunten in 51 wedstrijden gemaakt voor NEC. Iets meer dan een maand nadat Ogawa de overstap naar NEC had gemaakt, versterkte Sano de club uit Nijmegen. De 21-jarige Japanner werd gekocht van Fagiano Okayama. Sano heeft in 44 wedstrijden voor NEC 7 doelpunten gemaakt en 3 assists afgeleverd. Als laatste sloot de negentienjarige Shiogai zich aan bij NEC. Hij kwam een jaar later dan Ogawa en Sano naar Nijmegen en heeft in negen duels één treffer weten te maken.
Ogawa vertelt dat hij sinds zijn komst naar Nederland twee keer per week Engelse les heeft. “Eén keer in de week heb ik een les Engels op de club en één keer per week thuis bij een vriend van me. Ik heb eigenlijk een behoorlijke hekel aan studeren, maar ik weet dat ik de taal onder de knie moet krijgen. Ik ben van plan nog lang in Europa te blijven en dat wordt erg lastig zonder de Engelse taal te beheersen. Toch oefen ik veel vaker dan twee keer per week mijn Engels. Elke keer als ik iemand iets wil vragen, doe ik dat in het Engels omdat iedereen in het Engels terugpraat.”
De eerste interesse
Voordat Ogawa voor het eerst hoorde dat er interesse was van NEC, had de spits nog maar weinig over de voetbalclub gehoord. “Dat komt ook omdat er vóór mij geen Japanners bij NEC speelden. Voor ik me bij de club aansloot heb ik wat wedstrijden gekeken omdat ik wilde weten wat de speelstijl van het team was en hoe de coach alles neerzet. Dat beviel mij goed.”
Sano had voor zijn komst bij NEC geen contact gezocht met Ogawa. Hij vond dat niet nodig omdat hij al wel wat van de club had gezien en ervan was overtuigd dat NEC bij hem zou passen. Ook had hij nog een andere reden om naar Nijmegen te komen. “Ik wilde graag naar Europa om daar mijn voetbalcarrière naar een hoger niveau te brengen. Voordat ik naar één van de top vijf-competities ga, wilde ik eerst in Nederland gaan spelen. In Nederland speelt techniek een veel grotere rol dan bijvoorbeeld in Duitsland of Engeland. Daar is voetbal veel fysieker.”
“Shiogai was nog een student toen hij werd benaderd door NEC”, legt Sano uit. “Hij moest er goed over nadenken of hij op zo’n jonge leeftijd al de stap wilde maken naar Nederland. Ik heb Shiogai wat verteld over Nederland en de club. Maar ik heb hem altijd gezegd dat hij zelf de keuze moest maken of hij deze kant op wilde komen.”
ImagoDe eerste dagen
Toen Ogawa in de zomer zijn eerste stappen zette in Nederland, was het een wereld vol onzekerheden. “Ik herinner me het nog goed”, vertelt de Japanse spits. “Ik kon geen woord Nederlands of Engels. Alles was nieuw: de taal, het eten, de cultuur. Maar ik voelde me al snel welkom, mijn teamgenoten vingen me direct goed op. Iedereen was vriendelijk en probeerde tijd met me door te brengen. Dat gaf me meteen een warm gevoel.”
Het warme onthaal stopte niet bij de club. “Voordat ik ook maar een training had meegedaan, kenden mensen op straat mijn naam. Ze zongen liedjes over mij en wilden met me op de foto. In Nederland zijn mensen niet verlegen, in tegenstelling tot Japan.”
Ogawa kwam niet alleen naar Nederland. Hij nam zijn vrouw en dochtertje met hem mee. Ook voor hen was het een grote stap om naar Nederland te verhuizen. “Mijn vrouw was erg nerveus”, geeft hij toe. “Om haar gerust te stellen, ging ik op zoek naar leuke dingen die zij kon doen rondom Nijmegen. Het hielp ons allebei om ons sneller aan te passen.”
ImagoOgawa was de eerste Japanse speler bij NEC en hoewel hij zich welkom voelde, miste hij in het begin het contact in zijn moedertaal. “Ik voelde me soms wel alleen omdat ik niemand had om Japans mee te spreken. Toen Sano en Shiogai ook bij de club kwamen, veranderde dat. Nu kan ik met hun in het Japans praten wat soms erg fijn kan zijn. Ik hoop dat zij dit ook zo ervaren.”
De spits herinnert zich zijn eerste training bij NEC nog heel goed. “De coach zei dat ik rustig aan mocht doen en niet mee hoefde te doen met het partijtje vanwege mijn jetlag. Ik was rustig aan het fietsen toen hij me ineens riep om toch mee te doen. Ik denk dat iemand geblesseerd uitviel, want het was helemaal niet de bedoeling dat ik mee zou doen. Ik had helemaal geen warming-up gedaan, mijn spieren waren nog koud. Toch wist ik al snel te scoren, dankzij een assist van Lasse Schöne. Iedereen feliciteerde me en zei ‘lekker Koki’ en ‘goed bezig sushi’. In het begin noemde sommige teamgenoten mij ‘sushi’. Het was een grappige bijnaam, en het voelde goed om zo warm ontvangen te worden.”
Hoe bevalt Nederland?
De Japanse spelers van NEC hebben niet alleen op het veld een hechte band, maar ook daarbuiten. “Soms ga ik bij Ogawa eten”, vertelt Shiogai. “Hij kan goed koken.” Na die opmerking begint Ogawa te lachen en zegt hij: “Ik kook eigenlijk nooit! Soms gaan we samen de stad in om te eten bij een Japanse sushi-chef, of komt die chef bij mij thuis om sushi voor mij te maken. Ik mis het Japanse eten wel, maar ik probeer hier ook nieuwe dingen. Al moet ik zeggen dat ik soms bang ben om iets onbekends te eten, zoals de vis hier.”
De spelers merken ook hoe warm en open de Nederlandse cultuur is. “Ik vind het geweldig hoe vriendelijk mensen hier zijn”, zegt Ogawa. “Als ik over straat loop, lacht iedereen naar me en zegt iedereen hallo. Nederlanders houden van grappen en zijn altijd bereid om je te helpen. In Japan zijn de mensen een stuk meer verlegen.” Zijn teamgenoot Sano deelt een grappige ervaring uit zijn eerste weken in Nederland: “Ik liep 's avonds over straat toen vijf grote jongens me tegemoet kwamen. Ze tilden me op en wilden met me op de foto, dat was wel even schrikken. Iedereen hier is zo groot”, vertelt hij lachend.
De stap naar Europa bracht voor Shiogai en Sano grote veranderingen met zich mee, zowel binnen als buiten het veld. “De intensiteit van het voetbal in Nederland is heel hoog”, vertelt Shiogai. Sano herkent de uitdagingen en vertelt over zijn eigen aanpassingsproces. “Het voetbal in Europa is veel fysieker en het niveau ligt hier een stuk hoger dan in Japan. Vooral in het begin had ik moeite om mee te komen. Pas na een half jaar begon ik het niveau te halen dat ik hier wil laten zien.”
ImagoDe sfeer in het stadion
De sfeer in het Goffertstadion wordt door de Japanse spelers van NEC als erg mooi ervaren. “Het hele stadion gaat los wanneer wij een doelpunt maken, en daar leef ik echt voor”, vertelt Sano. Ook merkt hij dat de fans in Nederland erg direct zijn: “Als we goed spelen, worden we toegezongen, maar na een slechte wedstrijd kunnen ze erg boos reageren.” Ogawa is het hier mee eens en ziet de energie van het publiek als extra motivatie. “De sfeer helpt me om nog meer te scoren voor de club en de fans. Ik weet dat ik makkelijk kan scoren. En door de steun vanaf de tribunes wil ik mijn best blijven doen om zoveel mogelijk te scoren voor deze club.”
Gekste aan Nederland
Toen de vraag kwam wat het gekste was dat de Japanners overkomen was, wist Sano gelijk het antwoord: “Wiet!”, zegt hij. “Toen ik met mijn zaakwaarnemer door Amsterdam liep rook ik op veel plekken een gekke geur, ik vroeg aan mijn zaakwaarnemer wat de geur was die ik rook en hij vertelde mij dat dat wiet was.”
Ogawa voegt hier lachend aan toe: “Ik weet niet of ik dit moet vertellen, maar toen ik met mijn dochtertje buiten liep zei ze dat ze zin had in een ijsje. Ik naam haar mee naar een zaak waar ze ijs verkochten en haalde er daar één voor haar. Toen zij van het ijsje wilde eten hielden mensen haar tegen en vertelden ze mij dat er wiet in zat. Dat is gevaarlijk!”, vertelt hij lachend met serieuze ondertoon.
ImagoDoelen
Veel Japanse voetballers zien Nederland als een belangrijke tussenstap op weg naar een carrière in de grootste Europese competities. Volgens Ogawa is de Eredivisie de perfecte plek om te wennen aan het hoge niveau in Europa. “In Japan is het lastig om direct door te stromen naar de top vijf-competities. Hier in Nederland kan je je ontwikkelen en wennen aan de intensiteit en snelheid van het Europese voetbal. Daarna is het makkelijker om de stap naar een topcompetitie te maken”, legt hij uit.
Ogawa heeft zelf grote ambities. “Ik droom ervan om in de Premier League te spelen en uit te komen in de Champions League, het liefst met NEC, natuurlijk! Dit seizoen wil ik zoveel mogelijk scoren voor deze club om die droom dichterbij te brengen. Het ultieme doel is om niet alleen in de Champions League, maar ook op een WK te scoren.” Ook Sano deelt een vergelijkbare droom. “Ik hoop ooit in de Bundesliga of Premier League te spelen en met een team in de Champions League te schitteren. Daarnaast is het mijn doel om een belangrijke speler te worden voor het nationale team van Japan.”
Toen Shiogai de vraag gesteld werd wat zijn doelen waren richtte hij deze vooral op zijn tijd bij NEC. “Ik wil dit seizoen vijf doelpunten maken en proberen te scoren in de grote wedstrijden. Ogawa moet maar snel een stap hogerop maken, dan kan ik meer spelen.”
ImagoGrootste verschil tussen Japan en Nederland
Het leven in Nederland brengt voor de drie aanvallers een aantal grote verschillen vergeleken met het Japanse leven met zich mee. Ogawa geeft aan dat hij het Japanse eten mist, ook al is de Nederlandse keuken prima, zo geeft hij toe. "Nijmegen heeft een paar goede restaurants, maar ik ga het liefst naar een Japans restaurant en helaas heeft Nijmegen deze weinig." Kroketten vindt hij wel lekker, maar die eet hij met mate: "Als ik elke dag een kroket eet, word ik dik", zegt hij lachend. Shiogai houdt iedere ochtend nog de Japanse eetcultuur aan en maakt een rijst bowl voor zichzelf.
Ook de auto’s in Nederland zitten anders in elkaar dan de Japanse auto’s. “Het stuur zit aan de andere kant van de auto”, vertelt Sano. “Ik moest daar heel erg aan wennen. Ook heeft Nederland heeft heel veel van die ronde dingen, rotondes! Die vind ik behoorlijk eng. Die hebben wij in Japan niet.” Sano vertelt lachend dat Shiogai achter het stuur kruipt wanneer de drie met elkaar in de auto stappen. “Hij is erg voorzichtig. Laatst reden we op de snelweg met 80 kilometer per uur.”
Als laatste verschil vertelt Sano grappend dat hij zelfs de Japanse toiletten mist. Deze zijn vaak een stuk geavanceerder dan in Nederland. Aan het einde van het interview wordt nog gevraagd of de Japanners nu vaker een interview gaan geven en misschien ook een keer voor de camera gaan komen na een wedstrijd. “Ik wil na de wedstrijd wel proberen een interview te geven, maar alleen als we winnen”, sluit Ogawa lachend af.