voetbalzone

De cultclub die mocht voortbestaan doordat fans hun eigen bloed verkochten

Kevin van Buuren13 mei 2023, 09:00
Laatst bijgewerkt: 13 mei 2023, 09:00
Advertentie

In de schaduw van voetbaltempels, miljardenballen en megalomane overnames leven er clubs in de marge. Waar de liefhebber nog het hof gemaakt wordt met historie, karakter en oprechte romantiek. Voor de rubriek Cultclubs leest Voetbalzone voor uit de sprookjesboeken van de voetbalbibliotheek. In deze editie: 1. FC Union Berlin, de volksclub waarvan de fans hun eigen bloed verkochten om het te laten voortbestaan.

Door Kevin van Buuren

Tijdens de concluderende clash der cultclubs op 16 maart 2023 kan slechts één sprookje voortleven. Het Duitse Union Berlin en het Belgische Union Saint-Gilloise speelden in Berlijn nog gelijk (3-3), maar in Brussel is Saint-Gilloise met 3-0 te sterk. De Europese revelatie, die in 2021 na 48 jaar terugkeerde in de Jupiler Pro League en direct als tweede eindigde, stoot door naar de kwartfinale van de Europa League. Desondanks is ook de inkt van de Berlijnse geschiedenisschrijvers nog niet op. Het is de beste prestatie in Europa ooit, van de volksclub die in 2019 eindelijk voor het eerst mocht deelnemen aan de Bundesliga. Daarbij laten de zeven punten achterstand op koploper Bayern München ruimte open om te dromen van een titelstrijd. Terwijl de club nooit hoger mocht noteren dan een vijfde plek in de Bundesliga of de DDR-Oberliga, waarin het uitkwam ten tijde van een verdeeld Duitsland.

Een verdeelde wereld
Daarmee komen lang gedroomde tijden uit voor de Traditionsverein. Om uiteenlopende redenen kwam de club voor de sensationele promotie nooit uit in de Bundesliga, die in 1962 wordt opgericht. Union zelf vindt het levenslicht in 1906, wanneer een stel burgers een voetbalvereniging opzetten in Oberschöneweide, in de Oost-Berlijnse wijk Treptow-Köpenick. Sindsdien ziet de club een wereld van verdeeldheid. Niet in de laatste plaats omdat de club gelegen is in het politieke machtscentrum van een op dat moment oorlogszuchtig Duitsland. Vlak na de Eerste Wereldoorlog, in 1920, wordt Union Oberschöneweide toegelaten tot het verenigingsregister in de Duitse hoofdstad.

voetbalzone

Het betreft dan nog een eenvoudige burgerclub. In 1955 smelt de club samen met SC Motor Berlin. Twee jaar later fuseert het ook met enkele BSG’s, clubs die sinds 1933 opgericht werden door onderdelen van de heersende NSDAP. TSC Oberschöneweide, zoals de club op dat moment heet, leeft dan met de’ naweeën van de Tweede Wereldoorlog. Zowel Duitsland als de stad Berlijn is in tweeën verdeeld. Wanneer in 1963 de Bundesliga wordt opgericht, speelt TSC Oberschöneweide niet mee. Het komt uit in de DDR-Liga, het tweede niveau van het communistische Oost-Duitsland. In 1966 laat de overheid Berlin noodgedwongen professionaliseren. Het gaat verder als 1. FC Union Berlin, wordt dat jaar kampioen en promoveert naar de DDR-Oberliga. Na het tweede seizoen in die competitie wint de club zelfs zijn eerste en enige hoofdprijs: de (DDR) DFB Pokal.

Het nationale voetbal staat dan nog altijd in nauw contact met het politieke domein, weet ook Christian Arbeit, hedendaags directeur communicatie van de club. “De invloed van dat klimaat was dat de club niet werd gesponsord door de staat”, zegt hij tegen Voetbalzone. Stadgenoot BFC Dynamo werd dat wel, waardoor Union een hevige rivaliteit ontwikkelde met het uithangbord van de veiligheidsdienst Stasi. “Union was zelf verantwoordelijk voor het ontwikkelen van spelers en had de kans dat de grootste talenten aan andere clubs werden gedelegeerd”, vertelt Arbeit. Ook politiek zet het zich af tegen de staatsclub, zij het met gevoel voor humor. Wanneer Dynamo een vrije trap neemt, klinkt vanaf de tribune in voetbaltermen het verkapte verzet richting de Berlijnse spelers in het muurtje: “Die Mauer muss weg!”

voetbalzone

Samen staan we sterk
Union associeert zich vanaf het begin totaal niet met de verdeeldheid in Duitsland. Die traditie wordt volgens de officiële website van de club ingezet bij de registratie in 1920. In datzelfde jaar bouwen leden en supporters samen een bescheiden stadion aan de periferie van Wuhlheide in Treptow-Köpenick: Stadion An der Alten Försterei. Ook na de komst van het huidige succes gaat die identiteit boven alles. “Succes is niet alles”, zegt betrokken journalist Jacob Sweetman wanneer Voetbalzone de cultclub bezoekt. “Het belangrijkste is saamhorigheid. Dat is vanuit de DDR-tijd overgebleven.” Ook Bas Timmers, Nederlands auteur van Duits-Nederlands voetbalwoordenboek en Union-fan onderschrijft dit. “Het is een echte familieclub. Voorzitter Dirk Zingler kent mensen uit de harde kern en in een hoek van het stadion liggen gedenkstenen van overleden supporters. Het beste voorbeeld van waar club en fans naar elkaar toegegroeid zijn is de renovatie van 2009, waar 3000 fans volgens mij 140.000 uren aan gratis werk in het stadion staken.”

voetbalzone

De verbintenis binnen de club wordt in voorgaande jaren meermaals geëtaleerd. Voor de kerst van 2003 luidt een post van EisernTorsten op een clubforum: “A little singing party?. De club staat er financieel slecht voor en dreigt uit de tweede divisie te degraderen. Om de stemming positief te houden verzamelen enkele honderden fans zich in het stadion om kerstliedjes te zingen. Een fenomeen dat later uitgroeit tot een Union-orkest met ruim 28.000 fans. Nog altijd wordt de traditie jaarlijks herhaald. Desondanks degradeert de club die jaargang. In 2005 dreigt Union ook uit de derde Duitse divisie te degraderen en verkeert de vereniging opnieuw in financieel zwaar weer. 1,4 miljoen euro is nog nodig om een licentie voor volgend seizoen te bemachtigen. Dan volgt de ludieke actie Bluten für Union: fans doneren massaal hun bloed, waar je in Duitsland voor vergoed wordt, en schenken het opgehaalde geld aan hun favoriete club.

De energie die in de club gestoken wordt door liefhebbers, draagt het eveneens uit naar de buitenwereld. Mede door de Union Foundation zet de club zich in om de maatschappij op te bouwen. Dat doet het door projecten op scholen te organiseren om kinderen te verbinden, leren communiceren en voor te bereiden op het volwassen leven. Daarnaast zet de club zich in voor het milieu, tolerantie en integratie. In 2016 worden geplande renovaties aan bepaalde ruimtes in het stadion zelfs uitgesteld. Union is vastberaden om die vierkante meters eerst beschikbaar te stellen voor de vluchtelingen, die als gevolg van de crisis sinds 2015 massaal in Europa aankomen. De club weet als geen ander hoe grenzen kunnen verdelen en buitensluiten. Daar doet het niet aan mee.

Bescheiden naar de top
Sportief manifesteert Union zich na de val van de muur helaas ook als een volksclub. Alleen door onvoorwaardelijke liefde belooft de supporter trouw. Het seizoen voor 1990, het jaar dat de DDR en bijbehorende competitie wordt opgeheven, degradeert Union nog een laatste maal uit de DDR-Oberliga. De Bundesliga nog ver uit het zicht. De rood-witten stromen in op het tweede niveau van een verenigd Duitsland. Vanwege jarenlange financiële problemen is Union echter het vaakst op het derde niveau actief. Na de eeuwwisseling volgt een korte periode in de 2. Bundesliga, waarna weer het derde en zelfs eenmalig het vierde niveau volgt.

Vanaf 2005 volgt het keerpunt. De club zet de weg omhoog in, zonder ooit (ver) af te zakken. Het wordt kampioen in de vierde voetbaldivisie van Duitsland in 2006. Drie jaar later volgt een kampioenschap in de 3. Liga en na tien jaar langzaamaan op te klimmen in de 2. Bundesliga, verdient de club met een derde plaats een promotie naar de hoogste divisie van Duitsland. Eindelijk, na alle jaren als door een muur van het Duitse topvoetbal te zijn gescheiden, mag de kleine volksclub meedoen met de grote jongens. En na een elfde, zevende en daarna zelfs vijfde plaats klinkt ook door de Europese stadions ‘Eisern Union'. Naar het gelijknamige nummer dat immens populair werd nadat Berlijns zangeres Nina Hagen het officieel uitbracht.