De Cambuur-legende: van rouwadvertentie naar Indiaas topscorer aller tijden
Bartholomew Ogbeche verscheen in januari 2014 op het Nederlandse toneel als ‘de grote onbekende met het imposante cv’. Na doorgebroken te zijn als talent van Paris Saint-Germain, streek de spits 12,5 jaar later neer bij kersvers promovendus SC Cambuur. Ogbeche groeide uit tot absolute cultheld in Leeuwarden en trok, na een periode met wisselend succes bij Willem II, verrassend naar India. Daar schiet de inmiddels 37-jarige Nigeriaan sinds zijn komst in 2018 alles aan flarden en is hij hard op weg zichzelf onsterfelijk te maken in het ganse land. Het verhaal van een iconische voetballer.
De Derby van het Noorden. Lang werd daar alleen van gesproken wanneer sc Heerenveen en FC Groningen elkaar troffen. Tot op 3 mei 2013. Toen keerde SC Cambuur na een zinderende ontknoping in de titelstrijd van de toenmalige Jupiler League terug in de Eredivisie. Dertien jaar lang hadden de Leeuwarders het een niveau lager moeten doen en eindelijk bevonden er zich weer twee Friese clubs op het hoogste strijdtoneel.
Om daar een vuist te kunnen maken waren er bij Cambuur echter wel versterkingen nodig. Jody Lukoki werd binnengehaald bij Ajax om de vleugels van nieuw elan te voorzien. Marcel Ritzmaier van PSV kwam als nieuwe leider voor op het middenveld. Ramon Leeuwin was de boomlange verdediger die vijandige aanvallers het nakijken moest gaan geven in de lucht. Verder kwamen Leonard Nienhuis, Ruud Swinkels, Harm Zeinstra, Paco van Moorsel, Bart van Brakel, Oliver Feldballe, Alexander Christovao, Kevin Brands en Jeremy de Graaf die zomer allen naar Friesland om mee te doen in het gevecht om lijfsbehoud.
Alleen: er ontbrak nog een spits. Eerste keus Michiel Hemmen was gewogen en te licht bevonden om de kar in zijn eentje te kunnen trekken. Hemmen kwam de eerste helft van dat seizoen weliswaar tot zeven treffers, maar hij en back-up Martijn Barto boezemden verdedigers niet de angst in die Cambuur zou willen dat ze deden. De Leeuwarders gingen met zestien punten uit achttien duels als voorlaatste op de ranglijst de winterstop in; een hoop reden tot ingrijpen.
26 januari 2014. De tweede wedstrijd na de winterbreak. Cambuur treedt voor het eerst sinds het seizoen 1999/00 thuis aan tegen sc Heerenveen (of DKV, kort voor ‘Dertig Kilometer Verderop’, zoals de aartsrivalen in Leeuwarden genoemd worden). In geen enkele competitiewedstrijd zijn de drie punten belangrijker dan in deze. Er staat voorafgaand aan het duel een nieuwe naam op het startformulier, naast die van Lukoki en winteraanwinst Elvis Manu. Alles wat de aanhang van Cambuur weet is dat de naamdrager een verleden heeft bij onder meer PSG (waar hij zelfs een tijdje basisspeler was) en clubs in Engeland en Spanje. En dat hij Nigeriaans international is. Maar of hij kan voetballen, dat weten ze niet. Barthomolew Ogbeche maakt die middag de winnende treffer in zijn allereerste minuten op het Nederlandse hoogste niveau.
Het was het begin van een sprookjeshuwelijk tussen Ogbeche en de supportersschare van Cambuur. Als voorste man in de voorhoede met Lukoki en Manu ontpopte de transfervrij aangetrokken spits zich direct tot absolute cultheld in Leeuwarden. En dat terwijl zijn komst ‘puur toeval’ was. “Er waren wat clubs geïnteresseerd”, vertelde Ogbeche na afloop van zijn droomdebuut. “Ik wilde Dwight Lodeweges om raad vragen (die hij als assistent-trainer had getroffen bij Al-Jazira in 2005, red.). Toen bleek dat Cambuur toevallig ook een spits zocht. Ik had eigenlijk nog nooit van de club gehoord.”
Ogbeche, die op 29-jarige leeftijd met PSG, SC Bastia, FC Metz, Al-Jazira, Alavés, Real Valladolid, Cádiz, Kavala, Middlesbrough en Xerez al tien clubs had versleten, kende in zijn eerste halve seizoen nog een bescheiden bijdrage met twee treffers uit tien competitieduels. Maar in jaar twee was hij niet meer te stoppen. Door 13 keer raak te schieten in 31 Eredivisie-optredens vestigde Ogbeche zich in het seizoen 2014/15 in de top tien van de topscorerslijst; Cambuur hielp hij aan het eind van de rit aan plek twaalf. De Leeuwardense fans sloten B - zoals ze hem liefkozend gedoopt hadden – definitief in hun harten, en gooiden de sleutel weg.
Het seizoen 2015/16 verliep echter een stuk minder voor Cambuur. Trainer Henk de Jong stond bij de winterstop met zijn team op een zestiende plaats, net onder de gevreesde degradatiestreep. Ogbeche was de uitzondering die de sportieve malaise in Leeuwarden ontsprong met zijn negen treffers in zestien optredens. Dat bleef niet onopgemerkt in de buitenwereld. Het was publiek geheim dat Cambuurs topschutter een clausule in zijn contract had staan, waardoor hij voor drie ton uit de Friese hoofdstad kon vertrekken. Onder meer FC Twente toonde interesse, maar Ogbeche koos uiteindelijk voor Willem II. Cambuur capituleerde daarop volledig: zonder zijn B zakte het team van Henk de Jong (en later Marcel Keizer) uiteindelijk af naar de allerlaatste plaats en degradeerde dat seizoen uit de Eredivisie.
Het verhaal in het noorden ging dat Ogbeche puur voor het geld koos. Cambuur meldde bij de bekendmaking van zijn vertrek zelfs in eigen (rechts)persoon dat er een flinke salarisverbetering klaarlag in Tilburg. “That’s a shame”, zei Ogbeche destijds over de geruchten in interview met Voetbal International. “Er waren veel betere aanbiedingen. In landen als China en Turkije en het Midden-Oosten had ik veel meer kunnen verdienen. Maar geld is voor mij niet zaligmakend.”
Zak geld of niet: de supporters in Leeuwarden koesterden geen wrok jegens Ogbeche. Integendeel. Ze lieten een rouwadvertentie voor de spits maken, waar hij zich ‘zeer vereerd’ door had gevoeld, zei hij achteraf. Als eeuwig Cambuur-legende vertrok Ogbeche dus naar Noord-Brabant. Daar kwam ‘de kleine Weah’ al gauw langs de kant te staan vanwege een schouderblessure, die hem de rest van dat seizoen zoet hield. Na veertien wedstrijden (en slechts één goal) in de nieuwe jaargang ging het in begin 2017 wéér mis. Negen minuten in het duel met NEC (0-1 verlies) scheurde Ogbeche zijn voorste kruisband af; de Nigeriaan moest tot oktober wachten voor zijn terugkeer.
Menig supporter van de Tricolores gaf de hoop met Ogbeche op. Welke voetballer kwam er immers sterker terug na aanhoudend blessureleed? De uitzondering liep in Tilburg. Naast maatje Fran Sol vervulde Ogbeche in het seizoen 2017/18 eindelijk zijn belofte, door tienmaal te scoren in twintig Eredivisie-optredens. Net toen de machine op stoom leek, kreeg de spits echter slecht nieuws te horen. Willem II durfde het niet aan om Ogbeches aflopende contract te verlengen, gegeven zijn recente blessurehistorie. Vierenhalf jaar na zijn komst naar Nederland was de Nigeriaan vrij om te gaan waar hij wilde.
Bijna zeventien jaar nadat hij wekelijks het veld had gedeeld met Ronaldinho en idool Jay-Jay Okocha, verliet Ogbeche het Europese continent. De spits viel voor de goede verhalen over de Indian Super League (ISL), de hoogste voetbalcompetitie in India die nog slechts vier seizoenen (!) bestond. Bij NorthEast United, een van de tien clubs in de ISL (en die óók pas sinds 2014 een rechtsgeldig ding was), trof hij wederom een Nederlandse coach met Eelco Schattorie. Onder zijn oog schoot Ogbeche direct met scherp, door twaalf goals in zeventien competitieoptredens te noteren. Na een vierde plek te hebben behaald met NorthEast, volgde hij Schattorie het seizoen daarop naar Kerala Blasters. Daar bereikte Ogbeche een absolute mijlpaal, door zich met vijftien goals in zestien duels te kronen tot topscorer van India, iets wat hem in negentien jaar nog nooit gelukt was gelukt.
De vormexplosie van ‘laatbloeier’ Ogbeche bracht hem ten tijde van de wereldwijde coronauitbraak in de top drie meest trefzekere spelers. Met 8 uit 11 en 65 minuten per goal had hij begin 2020 precíés evenveel tijd nodig als Cristiano Ronaldo. De mijlpalen werden haast magnetisch voor Ogbeche. Bij Mumbai City werd hij voor het eerst in zijn loopbaan landskampioen, en met die titel in de broekzak streek Ogbeche afgelopen zomer neer bij Hyderabad. Daar maakte de spits tegen SC East Bengal (0-4) onder meer de eerste perfecte hattrick ooit in de ISL, maar legde hij óók beslag op misschien wel de allermooiste accolade tot nu toe.
Op het moment van schrijven staat Ogbeche namelijk op 48 goals uit 66 wedstrijden in de ISL. Daarmee prijkt de 37-jarige spits momenteel aan kop van het lijstje topschutters aller tijden in de competitie. En daar lijkt hij nog wel even te blijven. Nummer twee Ferrán Corominas volgt op één doelpunt afstand, maar zit zonder club. Nummer drie Sunil Chhetri verdwijnt met 43 treffers steeds verder uit zicht voor Ogbeche.
Helemaal omdat Ogbeche nog niet van plan is om te stoppen. “‘Waarom zou ik?”, zei hij begin 2020 nog als speler van Kerala Blasters. “Ik vind het veel te leuk. Ik zorg goed voor mijn lichaam en pik mijn doelpunten mee. Hoelang ik nog doorga? Zolang het gaat. Jongens als Ronaldo en Zlatan Ibrahimovic houden het ook vol, maar dan in een veel zwaardere competitie. Misschien dat ik nog wel vijf, zes jaar door ga. Of misschien nog wel langer.”
En een terugkeer naar de Nederlandse velden lijkt daarbij niet uitgesloten. Nederland was naar eigen zeggen ‘geweldig’ voor de spits, die dierbare contacten overhield bij zowel Willem II als Cambuur. “Je weet nooit hoe de toekomst loopt”, orakelde Ogbeche.