De Brugse Honger
2005 - Het jaar waarin de vogelpest zich geleidelijk aan verspreid van zuidoost Azië richting Europa, waarin Londen getroffen wordt door de terroristische aanslagen, en waarin orkaan Katrina heen walst over New Orleans; alsook het jaar waarin Club Brugge K.V. voor het laatst de kampioenenbeker de lucht in stak. In schril contrast staand met de genoemde antropogene en natuurrampen, blijft het een jammerlijk verhaallijn in de rijke historie van deze traditie club uit het West-Vlaamse platteland. Niet zozeer het uitblijven van die veertiende titel stoort me, de bron der frustratie is veeleer de wijze waarop het Brugse bestuur de afgelopen negen jaar heeft ingekleurd. Een periode getekend door inconsistente, onverantwoorde en ondoordachte beslissingen en acties, met een radeloze, ontredderde en bijwijlen revolterende achterban als gevolg. Nu Club Brugge - eindelijk weer - de eerste plaats bezet in de Belgische competitie, lijkt het tijd voor een kritische reflectie van de afgelopen negen jaar.
Na Trond Sollieds vijf jaar durende Blijde Intrede - waarin telkens tweemaal de Jupiler League, de Beker van België en de Super Cup gewonnen werden - was het aan clubmonumenten Jan Ceulemans en assistent-trainer Franky van der Elst om een gevolg te breien aan Brugge's gouden eeuwwisseling. Alsof het nostalgische biertje hem smaakte, tapte voorzitter Michel D'Hooghe dorstlustig verder en vervolledigde de trainersstaf - of beter gezegd: 'vriendenclub' - met oud-spelers René Verheyen en Danny Verlinden, alsook Mark Degryse als technisch directeur. Een troonopvolging die initieel op luid applaus onthaald werd binnen de Brugse stadionmuren. Menig ander voetballiefhebber en -kenner had toch zijn bedenkingen bij de aanstelling van Ceulemans en co.: is dit niet een beetje te veel van het goede? Wel, het belabberde spel in het algemeen en de pijnlijke 4-1 nederlaag tegen aartsrivaal AA Gent in het bijzonder betekenden algauw het einde van trainer Ceulemans alsook de inleiding van een tragisch en Clubonwaardige periode. Een periode die dus in start geschoten werd met het eerste trainersontslag bij Club Brugge in 26 jaar, nota bene van haar bloedeigen legende.
Een stoelendans onder trainers wordt ingezet, een dans waarbij de ene danspartner al met meer argwaan en onvrede verwelkomd wordt dan de ander. Zo kon Ceulemans opvolger Emilio Ferrera reeds vanaf de allereerste zonnestralen op boegeroep rekenen van de supporters. Uiteindelijk zou Ferrera anderhalf seizoen aan het Brugse roer blijven. Ondertussen was de sportieve malaise ook voelbaar op de hogere echelons binnen de club. De neerwaartse spiraal werd gedeeltelijk op het conto van Degryse en zijn falend transferbeleid geschreven, waarbij hij de eer aan zichzelf hield en ontslag nam. Diens opvolger Luc Devroe stelde Cedomir Janevski - voormalige assistent van Sollied - aan die vervolgens Club Brugge haar laatste wapenfeit bezorgde, de Belgische beker in 2007.
Een periode gaat van wal waar meer stoelendansen plaatsvinden dan op een kampfuif van een jeugdbeweging. Achtereenvolgens dansen Jacky Mathijsen, Adrie Koster, Christophe Daum, George Leekens en Juan Carlos Garrido zich naar de overwinning, maar geen enkele onder hen slaagde om Club Brugge te leiden naar een nieuwe glorieperiode. Waar trainers zoals Koster en Daum op steun konden rekenen, kende de supporters dan weer geen genade voor het beleid van voorzitter Bart Verhaeghe en algemeen manager Vincent Mannaert. Hun beleid van 'No Sweat No Glory' baarde meer miskleunen dan de Bruggeling lief was, wat leidde tot de ludieke 'No Sweat, no Money' boodschap getekend de blauwzwarte achterban.
Na Garrido lag de bal terug in het kamp van de voorzitter en de algemeen, nu was het tij aangebroken dat hun beleid van professionalisering hun vruchten zou gaan afwerpen. Het moment van de waarheid was daar en het bestuur haalde met Michel Preud'homme hun beloofde grote vis binnen. Beschikkend over de benodigde adelbrieven, werd Preud'homme bestempeld als de bevrijder, de redder in nood, de heiland die het zwalpend Club Brugge wel eventjes uit zijn lijden zou verlossen en terug zou brengen naar de plaats waar het thuishoort, het bovenste schavotje. Na de derde plaats vorig seizoen en de voorlopig eerste stek in het huidige seizoen, lijkt de coach nog steeds voldoende krediet te genieten van het bestuur en de supporters. Bij de buitenwereld heerst er daarentegen meer controverse rond de figuur Preud'homme met zijn typische uitspattingen en scherpe kritieken op en naast het veld. Zoals vanouds gaat de voormalige keeper van onder andere Standard Luik en Benfica lustig te keer met het bekritiseren van scheidsrechters en collega trainers. Karakteristiek voor Preud'homme is bijvoorbeeld het kinderlijk gebekvecht met Cercle Brugge coach Lorenzo Staelens en trainer Fred Vanderbiest van KVK Oostende.
De rode draad doorheen de afgelopen negen jaar is eenvoudig samen te vatten: de onkunde van het Brugse bestuur verschafte een ongunstig klimaat om als trainer en spelers succes te oogsten. Het tegendeel is waar. Uit het bestuurlijke zaaiwerk is eerder een onbeholpen wildgroei aan onkruid gegroeid waar incidenteel eens een sterke zonnebloem of sierlijke dahlia ontsproot. Tot ongenoegen en spijt van de vele blauwzwarte zielen, bleek noch het bestuur noch de resem aan trainers de sporen naar het juiste pad te vinden. De tijd zal uitwijzen of Preud'homme de juiste 'sporenzoeker' voor de job is. Tot nader orde lijkt Preud'homme te slagen in zijn opzet: frivool, aanvallend voetbal op de mat brengen gebaseerd op een stevige organisatie. Cruciaal in de zoektocht naar succes blijven, mijn inziens, de grillen en grollen van het bestuur. Desalniettemin, wij, Brugse supporters, wij hebben honger, een honger die na negen jaar van ongewild diëten eindelijk eens gestild mag worden!