De Boer verdedigt wissel: ‘Na zestig minuten is de koek op bij Malen’
Frank de Boer heeft zijn veelbesproken wissel in de tweede helft van de wedstrijd tussen Oranje en Tsjechië (0-2) toegelicht. Kort na de rode kaart voor Matthijs de Ligt moest Donyell Malen plaatsmaken voor Quincy Promes. De wissel pakte niet goed uit en leidde tot kritiek van analisten als Wesley Sneijder, Rafael van der Vaart en René van der Gijp. In gesprek met de NOS zegt De Boer dat Malen eigenlijk niet langer dan zestig à zeventig minuten kan spelen in een zware wedstrijd.
"Donyell is een heel explosieve speler. Zestig minuten is eigenlijk wel zijn taks in dit soort wedstrijden op dit moment", zegt De Boer. De bondscoach had vooraf al het plan om Malen van het veld te halen. “Mijn plan was om Weghorst in te brengen voor Donyell. Maar we gingen 4-4-1 spelen. Dan heb je een jongen die langs de lijn op en neer kan, verdedigend ook zijn mannetje staat en aanvallend hopelijk ook", doelt hij op de ingevallen Promes.
De wissel werd door Van Hooijdonk een 'Advocaatje' genoemd, een verwijzing naar de wissel van Dick Advocaat in de EK-wedstrijd tegen dezelfde opponent in 2004: Paul Bosvelt voor Arjen Robben. "Vanaf de zijkant is het natuurlijk altijd makkelijk. Wij weten dat Donyell een fantastische speler is. Wij weten dat de koek bij hem op is na zestig of zeventig minuten. Daar moeten we rekening mee houden. Wij weten hoe de jongens in elkaar zitten. Dit was eigenlijk al een beetje voorspeld." Pierre van Hooijdonk noemt de uitleg van De Boer 'apart'. "Wij zien toch ook die wedstrijd? Malen was veruit de gevaarlijkste aanvaller, bij wie in mijn ogen de pijp nog lang niet leeg was", zegt de oud-aanvaller in de studio.
Malen kreeg de beste kans van de wedstrijd, weet De Boer. Oog in oog met Tomás Vaclik faalde de spits van PSV, vlak voordat De Ligt rood kreeg. "Ik denk dat hij er twee had kunnen krijgen, als Denzel Dumfries de bal iets rustiger opzij had gespeeld”, doelt de bondscoach op een veel te scherpe pass van de rechtsback tijdens een gevaarlijke uitbraak in de tweede helft. “Ik had wel steeds het gevoel dat wij de betere waren. Maar tegen zo’n stugge tegenstander moet je top zijn en dat waren wij niet."
De Boer had niet het idee dat Oranje de gehele wedstrijd machteloos was. "Ik denk dat wij de dominerende partij waren. We hebben een paar keer de achterlijn gehaald met Denzel in de eerste helft, met Patrick van Aanholt… Maar de laatste pass was net niet goed. Het lijkt me duidelijk dat we meer kansen wilden. Maar zij hadden één goede kans, een kobpal die voorlangs ging, en dat was het eigenlijk. Ik had het gevoel dat wij de controle hadden. In zulke wedstrijden tegen zulke tegenstanders gaat het om één of twee momenten. Donyell heeft zo’n moment gekregen. En een paar seconden later sta je met tien man."
In het begin had Oranje het lastig met Tsjechië, geeft hij wel toe. "Ik denk dat we in het begin even wat moeilijkheden hadden met hoe zij stonden. Na vijf à zeven minuten pakten we dat op en was er eigenlijk niets meer aan de hand. Daarna pakten wij het spel op, zonder dat het in veel grote kansen resulteerde." Na de rode kaart viel snel de 0-1 en dat doelpunt bleek de doodsteek voor Oranje. "Je hoopt dat zij meer gefrustreerd worden, dat zij meer risico gaan nemen. Je moet niet op achterstand komen, want dan kunnen zij hun eigen spelletje gaan spelen."
"Je bent terneergeslagen natuurlijk. Je bent heel teleurgesteld. Iedereen had een heel andere route in zijn hoofd", beschrijft De Boer zijn gevoel na de nederlaag. Hij wil het toernooi uiteindelijk evalueren. Of hij werkzaam blijft als bondscoach, weet hij niet. "Daar hoef ik nu nog geen antwoord op te geven. Daar gaan we rustig over nadenken. Op dit moment zit ik met een ongelooflijke kater, net als alle spelers en alle fans. Het was fantastisch om te zien dat de fans er weer waren. Die hadden we graag wat willen geven, maar helaas is dat niet gebeurd."