‘Dat zag ik al toen ik bij Ajax zat, daarom wilde ik ook graag komen’
Dani de Wit moest bij Ajax genoegen nemen met een rol als invaller en koos daarom afgelopen zomer voor een vertrek uit Amsterdam. De middenvelder vertrok naar AZ, waar hij zich basisspeler mag noemen. Terugkijkend op zijn tijd bij Ajax zegt hij het jammer te vinden dat hij nooit echt een kans heeft gekregen van trainer Erik ten Hag. “Ik kreeg vooral kansen in de laatste tien minuten van duels”, zegt hij tegen de NOS.
De Wit had vorig seizoen te maken met stevige concurrentie op het middenveld van Ajax. Hij zegt Ten Hag ‘erg dankbaar’ te zijn voor de invalbeurten die hij heeft gekregen. “Maar ik heb wel altijd gehoopt op een basisplaats en die heb ik nooit van hem gekregen. Dus in dat opzicht voelt het ook alsof ik nooit een kans heb gehad”, aldus De Wit, die afgelopen zomer zag dat directeur spelerszaken Marc Overmars niet schroomde om de portemonnee te trekken voor nieuwe spelers.
Tegenover het vertrek van Frenkie de Jong en Lasse Schöne stond de komst van Razvan Marin, Edson Álvarez, Lisandro Martínez en Quincy Promes. De aankopen kunnen allemaal op het middenveld uit de voeten en De Wit zag zijn speelkansen afnemen. “Bij Ajax zie je de laatste jaren steeds meer gekochte spelers. Je moet de concurrentie aangaan met buitenlandse spelers of oudere jongens”, aldus de Wit, die een voorbeeld in de voorhoede aanhaalt. “Wie weet, als David Neres nooit was gekomen, had Noa Lang een kans gekregen en had hij nu geëxcelleerd.”
“Of dat de eigen jongens bij Ajax stoorde?", vervolgt De Wit. "Nou, storen is een groot woord. Uiteraard wil iedereen spelen, maar we snapten ook dat Ajax goede spelers wil halen. Dat heeft de laatste twee jaar goed uitgepakt, dus wat dat betreft kun je er weinig van zeggen”, aldus de ex-Ajacied, die het goed naar zijn zin heeft in Alkmaar en in een selectie met veel kwaliteit terecht is gekomen. “Dat zag ik al toen ik bij Ajax zat, daarom wilde ik ook graag komen.”