‘Dat vind ik om te smullen, laat Frenkie die fout alsjeblieft af en toe maken’
Wim Jonk werkte als hoofd opleidingen bij Ajax samen met enkele spelers die woensdagavond het in de return van de halve finale van de Champions League opnemen tegen Tottenham Hotspur. De nieuwe trainer van FC Volendam is onder de indruk van de prestaties van de jongelingen op het allerhoogste niveau, zo laat hij weten aan De Telegraaf.
Jonk geniet bijvoorbeeld van Frenkie de Jong. “Hij heeft de natuurlijke rust en de durf om elke keer maar weer te dribbelen, zijn ding te blijven doen. Ook al gaat het een aantal malen mis. Het geeft aan dat hij zó comfortabel is in wat hij doet en dat hij geen angst kent, omdat hij vertrouwen heeft in wat hij kan. Dat vind ik om te smullen. En laat hem die fout ook alsjeblieft af en toe maken, want daar wordt hij beter van. Hij kan nog wat meer scoren.”
De oud-prof stelt dat Matthijs de Ligt al vroeg 'een beer van een gozer'. De verdediger moest eerder, net als Donny van de Beek, werken aan zijn wendbaarheid en zijn looptechniek. "Voetballend was het duidelijk dat hij een topverdediger zou worden. Eentje die ook vaak op het middenveld zou verschijnen. Door hem lang op het middenveld op te stellen ging zijn handelingssnelheid omhoog. Soms ten koste van het teamresultaat, want daarvoor zou je hem als verdediger gebruiken. Maar dat was ondergeschikt aan de ontwikkeling van Matthijs.”
Jonk zegt dat Van De Beek al op jonge leeftijd een enorm inzicht had. “Maar bij hem lag er veel ruimte voor verbetering als het ging om het juiste moment te kiezen voor de goal te komen. Wanneer doe ik dat? Als je nu ziet welke diepgang en timing hij heeft, dan is dat fantastisch. En je ziet dat hij de rust heeft in zijn aannames en in zijn afronding heel koelbloedig is”, aldus Jonk, die ook verheugd is met de ontwikkeling van Noussair Mazraoui, een 'laatbloeier'.
De trainer geeft aan dat de rechtsback vaak ter discussie stond in het verleden. "Hij is gewoon een speler die wat meer tijd nodig had en fantastisch heeft geknokt om daar te komen, waar hij nu staat. (...) Mazraoui was altijd een wat dromerig type dat wel aan de bal wilde komen, maar eigenlijk niet goed wist hoe hij dat moest doen. Tijdens de individuele trainingen hebben we hem duidelijk gemaakt wat zijn wapens zijn, waar hij goed in is.”