‘Dat klinkt misschien vreemd, maar ik vond dat ik niet onderdeed voor Zahavi’
Nederlandse profvoetballers zijn in alle uithoeken van de wereld te vinden, van de spotlights van de grote Europese competities tot de meer avontuurlijke dienstverbanden op andere continenten. In de rubriek Over de Grens spreekt Voetbalzone wekelijks met een speler die buiten de landsgrenzen actief is. Met deze keer aandacht voor Joël Piroe, die afgelopen zomer de overstap maakte van PSV naar Swansea City. De jonge spits is een ware revelatie in de Championship: na twintig competitieduels staat de teller op tien treffers en vier assists.
Door Jordi Tomasowa
“Het heeft denk ik te maken met meerdere factoren”, zo luidt het antwoord van Piroe als hem wordt gevraagd of hij zijn geweldige start bij Swansea kan verklaren. “Vorm speelt een belangrijke rol, dat je je kansen benut en met het spel dat we hier willen spelen komen mijn kwaliteiten ook echt tot uiting. Maar boven alles had ik echt het gevoel dat ik er nu klaar voor was, het valt perfect in elkaar.” Dat Piroe het net bij de Welshe club zo makkelijk weet te vinden, mag echter niet als een totale verrassing komen. Het talent had namelijk al op vroege leeftijd een neusje voor de goal. Nadat hij in de Onder 14 van NEC in zijn eerste en enige seizoen meer dan veertig keer doel trof, klopte Feyenoord op de deur.
Ook in Rotterdam reeg Piroe de doelpunten aaneen. Een stap naar Feyenoord Onder 17 zat er echter niet in, waarna PSV hem in 2014 wist in te lijven. In totaal speelde hij ruim zes seizoenen voor de Eindhovense club. “Dit was natuurlijk een hele mooie tijd. Onze lichting in de jeugd was heel goed”, herinnert Piroe zich. “Ik zat in team met jongens als Cody Gakpo, Armando Obispo, Jordan Teze, Justin Lonwijk en Leandro Fernandes. We hebben toen altijd voor de prijzen gespeeld. Ik heb daar hele grote stappen gezet, daar ben ik enorm blij mee als ik er nu op terugkijk.”
In 2018 sloot Piroe aan bij het eerste elftal van PSV, al maakte hij zijn minuten bij het beloftenteam. Een echte kans bij de hoofdmacht bleef uit, waardoor een verhuurperiode aan Sparta een jaar later uitkomst moest bieden. “Qua speelminuten was het niet wat ik ervan had verwacht, maar het heeft me wel goed gedaan in de zin van stadionbeleving, hoe de atmosfeer is tijdens Eredivisie-wedstrijden. Je ziet ook de andere kant van de medaille, omdat we echt moesten vechten voor lijfsbehoud.”
Toen Piroe afgelopen zomer van Schmidt kreeg te horen dat hij komend seizoen opnieuw weinig perspectief op speeltijd bij PSV zou hebben, besloot hij bij Swansea zijn eerste buitenlandse avontuur aan te gaan. De club uit Wales, uitkomend op het tweede niveau van Engeland, betaalde een kleine twee miljoen euro aan PSV. “Voor mijn gevoel was het de beste keuze, dus heb ik er niet heel lang over getwijfeld. Natuurlijk wil je wel eerst alles zorgvuldig overwegen. Het is niet niks, zo’n stap naar het buitenland, dat speelde natuurlijk ook mee. Ik heb het vaak genoeg gezien bij PSV dat iemand uit het buitenland komt en het helemaal niet klikt. Dan zie je dat iemand doodongelukkig is. Dat wil je zelf niet overkomen.”
Piroe won informatie in bij spelers met een verleden bij Swansea, zoals Luciano Narsingh en was naar eigen zeggen ook echt toe aan een buitenlands avontuur. “Dat klinkt misschien vreemd als je niet heel veel hebt gespeeld in de Eredivisie, maar ik had ook het gevoel dat ik niet veel onderdeed voor iemand als Eran Zahavi. Daarom dacht ik ook: ik kan best een stap maken naar een club wat qua niveau redelijk in de buurt van PSV komt, maar waar ik wel écht een kans zou krijgen.” Wie denkt dat er in de Championship alleen maar kick and rush wordt gespeeld, heeft het volgens Piroe mis. “De meeste teams in de Championship hebben wel een speelstijl waarin een verzorgde opbouw belangrijk is. Alleen als clubs een dusdanige druk voelen, dan schromen ze niet om de lange bal te hanteren. Dan komen ze ook zeker in hun kracht, want de meeste selecties bestaan uit grote, fysiek sterke spelers.”
Piroe kreeg in zijn eerste weken bij Swansea na het plotselinge vertrek van Steve Cooper al snel te maken met een nieuwe manager. “Toen Russel Martin werd aangesteld als onze nieuwe trainer, gooide hij het bij ons helemaal om. Hij wilde juist absoluut niet zo maar een lange bal op de spits zien. Daarom heb ik hier ook niet echt ervaren dat verdedigers in je nek kleunen. Onze huidige speelwijze ligt me dan ook heel goed.”, doelt hij op het 5-4-1 systeem dat Swansea hanteert. Over de faciliteiten bij de Championship-club heeft hij ook weinig te klagen. “Het is vergelijkbaar met PSV, het trainingscomplex ziet er ook top uit. En de Engelse velden natuurlijk.. Al vinden ze het hier in Wales niet leuk als ik het woord ‘Engels’ gebruik, dan krijg ik het meteen te horen”, zegt Piroe lachend. “Dat is echt een bepaalde haat. Het viel me ook op toen ik hier midden in de zomer arriveerde. Het EK was natuurlijk volop in gang en dit gedeelte van Wales was echt anti-Engeland. Als ik voor Engeland had willen juichen, hadden ze me raar aangekeken.”
Swansea wilde Piroe de ruimte geven indien hij tijd nodig had om zich aan te passen, maar zijn doelstelling was om meteen als eerste spits zoveel mogelijk minuten te maken. Druk om gelijk te moeten presteren ervoer hij eigenlijk niet. “Ik had juist het gevoel van: het is eindelijk zo ver. Als je het gevoel hebt dat je er klaar voor bent, dan sta je natuurlijk te popelen om zoveel wedstrijden te spelen.” Piroe ging voortvarend van start, want hij scoorde bij zijn debuut, in de EFL Cup tegen Reading, en maakte zijn eerste goal in de Championship tegen Stoke City. Inmiddels staat de teller op 11 goals en 4 assists in 21 duels. Piroe is momenteel bij 56 procent van alle doelpunten betrokken: dat hij daarmee de grote man bij Swansea is, mag een understatement worden genoemd.
De fans van Swansea hebben hem direct in de armen gesloten. “Gisteren stuurde iemand mij een tweet, die jongen was negentien jaar geworden en had een taart waar ik op stond met de tekst: ‘No Piroe, no party’. Best bizar, toch? Piroe kan ook rekenen op de steun van zijn trainer Martin, die de spits eind november op de officiële site van Swansea nog prees voor zijn instelling. “Hij heeft zich aangepast aan een nieuw land en een nieuwe competitie. Ik moet zeggen dat hij onze verwachtingen heeft overtroffen. Hij heeft geen angst, hij kwam binnen zonder een idee te hebben van hoe het is om in de Championship te spelen. Je kan ervan onder de indruk raken en wegzakken of je kunt de kans en de uitdaging met beide handen grijpen, dat tweede heeft hij gedaan. We houden van Joël, hij is een zelfverzekerde jongen, maar hij is nederig en leergierig.”
Waar Piroe floreert, vallen de prestaties van the Swans echter tegen. Met een negende plek bezetten ze een plek in de grijze middenmoot van de Championship, hetgeen niet goed genoeg is, gezien het feit dat de club eind mei nog de play-off finale voor promotie naar de Premier League speelde tegen Brentford.
Is Swansea dit seizoen niet te afhankelijk van jouw doelpunten?
“Als spits is dat natuurlijk nooit een negatief iets, maar ik denk ook zeker dat mijn teamgenoten weten dat ik het niet in mijn eentje kan doen. Je begint te merken aan tegenstanders dat ze zich op mij gaan instellen en dat brengt weer nieuwe uitdagingen met zich mee. In mijn ogen is dat alleen maar leuk. Je speelt hier echt tegen bomen van verdedigers.
Heb je hier een concreet voorbeeld van?
"Tegen Bournemouth was Gary Cahill bijvoorbeeld mijn directe tegenstander. Ik was heel benieuwd hoe ik het er tegen hem vanaf zou brengen. Het is een heel ervaren speler, niet de meest beweeglijke, maar hij weet wel alle kneepjes van het vak.”
Kun je de Eredivisie en de Championship met elkaar vergelijken qua niveau?
“Nee, ik vind niet dat je het met elkaar kunt vergelijken. Los van het feit dat het natuurlijk een hele fysieke competitie is, is het ook anders omdat je hier bijna altijd drie wedstrijden in de week speelt. Je ziet vaak ook dat die derde wedstrijd kwalitatief een stuk minder is, maar de hoge intensiteit er nog wel steeds is. In Nederland speel je vaak alleen wekelijks een wedstrijd, dat is wel echt het grote verschil.”
Ben jij inmiddels wel gewend geraakt aan die belasting van drie wedstrijden in de week?
Eigenlijk nog niet, ik merk nu ook dat die derde wedstrijd in de week echt het zwaarst is. In de afgelopen weken zag je vaak dat de trainer me rond de zeventigste minuut wisselde als we een voorsprong hadden. Dan heb ik er persoonlijk ook niet heel veel problemen mee, omdat je alweer kijkt naar de volgende wedstrijd. Dan ben je al blij als je jouw taak hebt volbracht, wanneer je hebt gescoord of bent betrokken bij een doelpunt.”
Zowel op als buiten het veld voelt Piroe zich prima op zijn plek in Swansea. “Het is een stad waar de club heel erg centraal staat. Je ziet dat bijna iedereen hier met de voetbalclub meeleeft, verder is het heel rustig. Het is niet vergelijkbaar met Eindhoven of een grote stad in Engeland.” De spits kan zich volop focussen op het voetbal, omdat er weinig afleiding is. Desondanks weet Piroe zijn vrije tijd prima te besteden. “Ik game veel en bel regelmatig met familieleden en mijn vriendin, die gewoon in Nederland zitten. Natuurlijk ga ik soms weleens naar de stad of doe ik met teamgenoten wat leuks. Dan gaan we naar een arcadehal of een potje bowlen.”
Door zijn goede prestaties in het eerste half jaar bij Swansea durft Piroe ook al verder te kijken, al zou het een droom zijn om met de club te promoveren. “Dan speel je in de Premier League, dat zou zeker een geweldige stap zijn. Natuurlijk hoop je ook zo goed mogelijk te presteren en jezelf door te ontwikkelen, zodat je echt die stap kan zetten naar een andere topcompetitie, zoals de Premier League, Bundesliga, LaLiga of Ligue 1.” Er mag gerust geconcludeerd worden dat Piroe mooie stappen in zijn carrière heeft gezet. Of het Nederlands elftal nog steeds een droom voor hem is? “Ik heb tot de Onder 20 altijd in de jeugdteams gespeeld. Ik weet wat het gevoel is, zeg maar. Het was toen altijd al een streven om het tot ‘het grote Oranje’ te schoppen. Mocht ik in beeld komen, dan sta ik er zeker voor open.”
Piroe, zoon van een Surinaamse vader en Nederlandse moeder, sluit ook een oproep voor het Surinaams elftal niet bij voorbaat uit. “Toevallig ben ik laatst met ze in gesprek geweest. Waarom niet? Het is altijd mooi om voor je land uit te kunnen komen. Ik vind dat je beide opties moet openhouden.” Als het over Suriname gaat, verschijnt er een lach op het gezicht van de aanvaller, die niet kan niet wachten tot zijn ouders weer een bezoek aan Swansea brengen. “Surinaams eten kennen ze hier niet. Als m’n moeder langskomt, zorgt ze in ieder geval dat ik de ingrediënten in huis heb. Dan kookt zij Surinaams voor me, of ik maak zelf iets klaar als m’n ouders weer weg zijn.”
Zin om vanavond uitgebreid te koken, heeft hij hij in ieder geval niet. “Ik ga zo bijslapen. We hadden gisteren een uitwedstrijd tegen Barnsley. Gelukkig zijn we wel met het vliegtuig gegaan, maar we landden pas één uur ‘s nachts in Cardiff, toen moesten we nog drie kwartier naar Swansea met de bus. Uiteindelijk lag ik pas rond twee uur echt in bed. Al komt zoiets wel vaker voor. Swansea ligt helemaal in het zuiden van Wales. Als we bijvoorbeeld tegen Millwall spelen, dan zit je gewoon vier, vijf uur in de bus naar Londen. Dat merk je wel en helemaal als je drie wedstrijden in de week speelt en er bijvoorbeeld twee uitwedstrijden tegen Londense clubs op het programma staan.”