'Dat ik een talent als Bruma niet kon meenemen, daar had ik veel moeite mee'

Louis van Gaal lijkt het grootste gedeelte van zijn basiself voor het WK in Brazilië vast te hebben staan, maar over de achterhoede zijn nog veel twijfels. Het centrum Stefan de Vrij/Bruno Martins Indi, dat het grootste gedeelte van de WK-kwalificatiecampagne naar behoren functioneerde, is geen zekerheid en de bondscoach gebruikt de aankomende oefenduels om alternatieven uit te proberen.

Want alhoewel de kritiek op de Nederlandse verdedigers vaak niet mals is, heeft Van Gaal opties genoeg. Jeffrey Bruma, Karim, Rekik, Joël Veltman, Stefano Denswil, Joris Mathijsen, John Heitinga, Ron Vlaar, Bram Nuytinck en Virgil van Dijk zijn namen die allemaal al eens de revue passeerden of al daadwerkelijk in Oranje speelden. Wat de meesten van hen gemeen hebben, is dat zij allen op een andere positie zijn begonnen.

Een typisch Nederlandse 'kwaal', stelt assistent-bondscoach Danny Blind in het Algemeen Dagblad. "Het is inderdaad wel opvallend dat veel centrale verdedigers lange tijd op een andere positie hebben gespeeld. Maar met elke jeugdspeler heb je een traject voor ogen. Het individu staat centraal." Cor Pot, voormalig bondscoach van Jong Oranje, ondervond wat het grote aanbod centrale verdedigers aan 'luxeproblemen' met zich meebrengt. "Het feit dat ik toen een talent als Jeffrey Bruma niet mee kon nemen naar het EK, daar had ik heel veel moeite mee. Er was gewoon te veel aanbod."