‘Dat heb ik met Overmars geregeld, ik denk dan ook niet dat hij eenzaam is’
Angelos Charisteas kwam in 2005 als de eerste spits van Werder Bremen en regerend Europees kampioen binnen bij Ajax, maar de Griek slaagde er in zijn jaar in Amsterdam niet in om een onuitwisbare indruk te maken. De inmiddels 38-jarige voormalige voetballer speelde in dat jaar wel samen met onder meer Rafael van der Vaart en Wesley Sneijder en zag zijn voormalige medespelers in de jaren daarop uitgroeien tot internationale toppers.
Charisteas noemt Sneijder, Rafael van der Vaart, Nigel de Jong en Johnny Heitinga het ‘hart’ van de ploeg waar hij toen in speelde: “Wesley is ‘crazy’, op de juiste manier. Hij wil altijd alles winnen, ook op de training. Hij heeft heel veel passie. Rafael was meer de diva, Nigel was de harde speler en Johnny was een wat serieuzere jongen”, blikt de oud-spits, die ontkent dat er één echte leider was in de kleedkamer, terug in gesprek met Ajax Showtime.
“Mensen zeggen vaak dat het Zlatan Ibrahimovic was, maar dat viel wel mee. Sneijder en Van der Vaart waren de sterren, vooral ook op het veld.” Charisteas vertrok in 2006 naar Feyenoord en speelde daarna nog voor clubs als 1. FC Nürnberg, Bayer Leverkusen, Schalke 04 en Panetolikos. Zijn huis in Amsterdam hield hij echter altijd aan en hij is inmiddels teruggekeerd in de Nederlandse hoofdstad om daar een restaurant te beginnen. De voetballerij kan hij ook nog altijd niet helemaal loslaten en hij speelde onder meer een rol in de transfer van Sebastian Pasquali naar Ajax.
Charisteas zat zelf zijn eerste maanden dat hij bij Ajax speelde in een hotel en probeerde dat bij het Australische talent te voorkomen: “Ik probeer hem te helpen, omdat ik weet dat het hotelleven niet goed voor hem is. Ajax is wel veel beter geworden in het begeleiden van spelers dan vroeger. Dat is nu veel beter geregeld. Ik denk dan ook niet dat Pasquali eenzaam is. Zijn vader is meegekomen. Dat helpt. Zijn moeder komt ook vaak langs, dat heb ik met Overmars geregeld. Zijn agent komt ook vaak kijken. Ik denk dat hij wel gewend is in Nederland.”