Dappere promovendus toch ruim onderuit bij Real Madrid
Real Madrid heeft ook de tweede wedstrijd van het nieuwe kalenderjaar winnend afgesloten. Na de moeizame bekerzege op Málaga won de ploeg van José Mourinho zaterdagavond in de competitie thuis van Granada, dat voor rust nog erg lastig was voor de titelkandidaat. Na de 1-1 van Mikel Rico was de promovendus zelfs de betere ploeg in het Santiago Bernabéu, maar uit het niets stuurde Sergio Ramos Real met een voorsprong de rust in. In de tweede helft had Real vervolgens maar vijf minuten de tijd nodig om de drie punten veilig te stellen en werd het uiteindelijk 5-1.
Real heeft nu weer zes punten meer dan Barcelona, dat zondag in actie komt tegen Espanyol. De thuisploeg ging tegen Granada op zoek naar een vroege openingstreffer en kreeg daar dankzij een fantastische pass van Xabi Alonso al snel een mogelijkheid voor, maar Cristiano Ronaldo kon niet bij de vervolgpass van Karim Benzema komen. Ook Raphaël Varane en Ramos waren gevaarlijk, voordat Benzema na twintig minuten spelen de score opende. Ronaldo combineerde fraai met Mesut Özil, die de bal met de hak doorspeelde naar de spits. Die stond niet buitenspel en verbeterde met zijn doelpunt het record van Zinedine Zidane als meestscorende Fransman in dienst van Real. Zidane maakte 49 doelpunten voor de Koninklijke, Benzema staat nu op vijftig.
De voorsprong van Real was verdiend, maar het spel van de thuisploeg was ondanks de kansjes en de goal die het had gekregen niet overtuigend. Granada hoefde zich dan ook niet kansloos te voelen en kwam razendsnel op gelijke hoogte. Ikechukwu Uche passeerde Marcelo en bezorgde de bal op het hoofd van Rico, die helemaal vrijgelaten was en binnenkopte. De vreugde was groot bij de meegereisde fans van Granada, die hun ploeg vervolgens zelfs beter zagen spelen dan Real. Iker Casillas moest handelend ingrijpen bij een volgende poging van Rico en Ramos voorkwam dat Dani Benítez een uitstekende voorzet van Guilherme Siqueira kon binnenglijden.
Het publiek in het Santiago Bernabéu was ontevreden en begon zelfs voorzichtig te fluiten, toen Real uit het niets haar voorsprong herstelde. Een hoekschop werd binnengekopt door Ramos, waardoor Granada opnieuw moest beginnen. Voor rust kreeg zij echter geen kans meer op een gelijkmaker en in de tweede helft maakte Gonzalo Higuaín er al snel 3-1 van. De dribbel van Marcelo leek te mislukken, maar de Braziliaan kreeg de bal toch nog bij el Pipita, die ruimte vond voor een schot en Benzema slechts drie minuten later met een schot in de verre hoek ook de 4-1 zag maken. Daarmee was de wedstrijd in een kort tijdsbestek beslist.
Zijn tweede goal van de avond was meteen het laatste wapenfeit van Benzema, die geblesseerd het veld verliet en zich liet vervangen door José Callejon. Met de invaller binnen de lijnen gebeurde er niet bijster veel meer: de wedstrijd was gespeeld en Real en Granada beseften dat allebei. De bezoekers probeerden nog wel wat plaagstootjes uit te delen, maar waren logischerwijs niet meer zo sterk als voor rust, en namens Real ging vooral Ronaldo nog op zoek naar een doelpunt. De Portugees vond zijn treffer kort voor het verstrijken van de reguliere speeltijd en bracht de score daarmee op 5-1. Ronaldo staat nu op 21 competitietreffers: vier meer dan achtervolger op de topscorerslijst Lionel Messi.