‘Dan heeft hij weer hetzelfde gezeik als toen hij terugkwam als speler’
Pierre van Hooijdonk trad onlangs toe tot het nieuwe technisch hart van NAC Breda en versterkingen in de winterstop moeten ervoor zorgen dat de Bredase club niet degradeert. NAC is met slechts acht punten uit de eerste twaalf duels de troosteloze hekkensluiter van de Eredivisie en dus wordt de club gezien als degradatiekandidaat nummer één.
"Ik ben heel lang positief geweest, maar als je bijvoorbeeld nog tegen Ajax moet en Groningen-uit hebt, is dat lastig”, vertelt oud-voetballer Ronnie Stam vrijdag in gesprek met Omroep Brabant. “NAC moet de schade beperkt zien te houden en in de winterstop een paar topspelers halen. Maar ja, gaat dat lukken?”
Het nieuwe technisch hart, bestaande uit Van Hooijdonk, trainer Mitchell van der Gaag, manager jeugdopleiding Tim Gilissen en commissaris technische zaken Cor van Rooij, heeft de taken van de ontslagen technisch directeur Hans Smulders overgenomen. Van Hooijdonk hoopt vanuit zijn netwerk de benodigde kwaliteitsimpuls te geven en blijft in de tussentijd als analyticus op de televisie werkzaam. “Het lijkt me reuze uitdagend om een club naar je hand te zetten en dat kun je in deze functie”, vertelt collega-analyticus Kenneth Perez in De Telegraaf. “Als het ooit op mijn pad zou komen, sluit ik ook niet uit dat ik het zou doen. En voor Pierre is NAC ook nog eens zijn club.”
“Dat hij zijn club te hulp schiet door dit kosteloos te doen, is sympathiek.” Stam weet dat Van Hooijdonk een krachttoer zal moeten leveren. “Pierre wil geen technisch directeur worden en daar heeft hij gelijk in”, laat de oud-NAC’er aan de regionale omroep weten. “Hij wil niet de verantwoordelijkheid nemen omdat hij ook weet dat het te moeilijk en te riskant is. Wat hij nu doet is voor hem een veiligere optie. De kans dat het mislukt is ook heel groot en dan heeft hij weer hetzelfde gezeik als toen hij terugkwam als speler.”
Jeffrey van As, voorheen technisch directeur bij NAC en nu werkzaam als manager voetbalzaken bij ADO Den Haag, is verbaasd over de constructie en vraagt zich openlijk af of het goed werkt om de verantwoordelijkheid over zoveel mensen te verdelen. “Naar mijn mening is het juist heel belangrijk om een technisch directeur te hebben in je club. Als je zo’n functie goed wil doen, moet je veertig tot zestig uur per week ermee bezig zijn. Het gaat niet alleen om een paar spelers halen, maar om het volledige technische plaatje in je club. Je moet ook klankbord en vertrouwenspersoon zijn voor de trainer. Er komt veel bij kijken.”