‘Daardoor krijg je het voetbal dat we in Nederland hebben: eentonig en saai'
TÉTOUAN - Van spelen op sportparken in Barneveld, Putten, Rijssen, Aalten en Assen naar acteren in het Stade Mohammed V, het grootste stadion van Marokko. Het klinkt onwaarschijnlijk, maar het overkwam Bilal Amarzagouio (25). De geboren Amsterdammer verruilde hoofdklasser Sparta Nijkerk vorig seizoen voor een profavontuur in Marokko.
Door Chris Meijer
Amarzagouio speelde al vierenhalf jaar in de Gelderse Vallei, toen Chabab Al Hoceima aanklopte. De club was de verdediger annex middenvelder op het spoor gekomen dankzij Simon Ouaali, die destijds als hoofd jeugdopleidingen werkzaam was in het noorden van Marokko. Ouaali had Amarazagouio onder zijn hoede gehad als trainer van Magreb’90 en Sparta Nijkerk en wees Chabab Al Hoceima op zijn voormalig pupil. De club nodigde hem vervolgens uit voor een stage en in september 2016 reisde Amarzagouio af naar Marokko. “Ik hoorde dat ik een stage kon lopen en ik dacht: waarom niet? Met een weekje verlies ik niks”, vertelt hij in gesprek met Voetbalzone.
Tijdens zijn proefperiode maakte Amarzagouio indruk in Al Hoceima, waarna de club hem direct vast wilde leggen. Dat ging voor hem echter iets te snel, omdat hij van mening was dat hij niet plotseling bij Sparta Nijkerk kon vertrekken. Uiteindelijk tekende Amarzagouio in december bij Chabab Al Hoceima “Nadat ze me goed genoeg vonden, wilde ik kijken of het contractueel goed was. En dat was het. Toen ik in december aankwam, was de trainer onder wie ik stage gelopen had (de Fransman Dominique Bijotat, red.) alleen ontslagen”, zegt de verdediger annex middenvelder, die vervolgens Youssef Fertout als trainer kreeg. Amarzagouio bewees zich aan de oud-aanvaller van onder meer AZ, onder wie hij vorig seizoen in de tweede seizoenshelft een vaste waarde was bij Chabab Al Hoceima.
Fertout vertrok echter in de zomer en werd vervangen door Juan Pedro Benali. Amarzagouio kwam in de clinch te liggen met de Spaanse oefenmeester en speelde daardoor afgelopen zes maanden nauwelijks. Fertout heeft inmiddels de leiding bij Moghreb Tétouan en haalde Amarzagouio op huurbasis naar los Matadores. In de tweede seizoenshelft wacht voor Moghreb de zware taak om uit de degradatiezone weg te komen, want de club is momenteel hekkensluiter met zes punten. “Ik ben ervan overtuigd dat ik nu wel speelminuten krijg. Als ik mezelf moet bewijzen, kan ik beter zijn dan ik eigenlijk ben. Het is jammer dat wanneer ik een vaste waarde ben, het nonchalante erin komt. Dat is een valkuil en moet er eigenlijk uit. Ik heb die zes maanden gevoeld en dat wil ik niet terug. Als ik er sta, ga ik er duizend procent voor. De club is in noodtoestand, er zijn elf nieuwe spelers gehaald. Het is erop of eronder.”
Toch zou Amarzagouio zijn profbestaan voor geen goud meer in willen ruilen. Het zag er immers niet meer naar uit dat er voor de geboren Amsterdammer een carrière als profvoetballer in het verschiet lag. Sinds 2012 droeg Amarzagouio het shirt van Sparta Nijkerk, waarmee hij onder meer in de toenmalige Topklasse speelde. Dat was op zich al een klein wonder, want hij begon in 2010 pas weer met voetballen na een aantal jaar gestopt te zijn geweest. Tot zijn veertiende voetbalde Amarzagouio in de jeugd van Zeeburgia, maar naar eigen zeggen was hij niet zo getalenteerd. “In de jeugd was ik een eigenlijk best wel een slechte voetballer, eerlijk gezegd. Ik kon niet echt goed voetballen, had ook niet echt een positie. De ene keer speelde ik op het middenveld, de andere keer als rechtsbuiten en dan speelde ik weer achterin”, aldus Amarzagouio, die vervolgens een jaar ging kickboksen. Uiteindelijk kwam hij toch weer in het voetbal terecht.
Toen de verdediger annex middenvelder zeventien was, werd hij door zijn oom Ali Baddaou en broer Nabil Amarzagouio meegevraagd naar een voetbaltoernooi en daar bleek dat hij toch aanleg had om een goede rechtsback te worden. “Ze zeiden: Je moet gewoon lekker weer beginnen, er zit geld in. Bij de amateurs kan je een lekker zakcentje verdienen, hoef je niet te werken.” Zijn oom en broer waren op dat moment actief bij FC Boshuizen en zodoende kwam Amarzagouio ook bij de Leidse amateurclub terecht. Hij speelde zich als A-junior al snel in het eerste elftal en kwam uiteindelijk via Magreb’90 bij Sparta Nijkerk terecht. Amarzagouio combineerde zijn voetballoopbaan bij de hoofdklasser met een opleiding tot maatschappelijk medewerker in de zorg. Zijn studie bevond zich in het najaar van 2016 in de afrondende fase, terwijl hij ook op korte termijn zou gaan trouwen. Profvoetballer worden zat dus op geen enkele wijze meer in het hoofd van Amarzagouio, die naar eigen zeggen bezig was met ‘huisje, boompje, beestje’. “Ik had helemaal niet meer gedacht dat ik zo’n kans zou krijgen. Ik was het een beetje vergeten en was eigenlijk ook bezig met hele andere dingen, mentaal ook”, legt hij uit.
Heb je getwijfeld om deze stap te zetten?
“Zeker, want ik was op een leeftijd waarop je keuzes consequenties hebben. Als je niet de juiste keuze maakt en faalt, heb je een jaar weggegooid. Zo zag ik dat. Op die leeftijd moeten de keuzes goed zijn, maar ook productief en positief. Op je negentiende heb je minder verantwoordelijkheden. Ik was bezig met trouwen, dus ik had juist heel veel verantwoordelijkheden. Financieel, bijvoorbeeld.”
Heb je in Nederland nooit de kans gehad om het profvoetbal te halen?
“Ik heb weleens kansen gehad om bij clubs stage te lopen. Maar in Nederland durft men geen risico te nemen met spelers, ze nemen niemand echt makkelijk aan en zijn heel selectief. Dat is jammer, want zo gaat er veel talent verloren. Clubs zijn bang om te investeren en te proberen. Het is allemaal te gecontroleerd en daardoor krijg je eigenlijk het voetbal dat we momenteel in Nederland hebben: heel eentonig en saai. We komen Europees ook niet meer verder en dan heeft volgens mij te maken met dit soort dingen, het niet durven selecteren van spelers met een aparte speelstijl. Waarom zou je niet proberen?”
“Ik heb veel vrienden die in het profvoetbal zitten en als ik dan de verhalen hoor over de contracten die met hen worden afgesloten... Ik zat al op een leeftijd waarop ik bezig was met mijn toekomst, dus het was niet voordelig om dan nog het profvoetbal in te gaan. Ik zat op school en dat was goed te combineren met Sparta Nijkerk. Dat had ik dan allemaal moeten laten om het profvoetbal in te gaan, dat risico wilde ik niet nemen.”
Op achttienjarige leeftijd speelde Amarzagouio, toen nog in dienst bij Magreb’90, een proefwedstrijd voor Telstar, waarin hij opviel. De club uit Velsen-Zuid wilde hem vervolgens nog een keer in actie zien en organiseerde een oefenwedstrijd tegen de club van Amarzagouio. Hij had echter een offday en zodoende ging er een streep door een eventueel dienstverband bij Telstar. “Toen droomde ik er echt nog van. Als er op dat moment nog een club was gekomen, had ik het wel gedaan. Maar die wedstrijd was gewoon honderd keer niks, eerlijk”, vertelt Amarzagouio. Uiteindelijk bood Chabab Al Hoceima hem dus alsnog een kans in het profvoetbal. “Het was een unieke kans, want niet iedereen zou die zomaar krijgen. Vooral met mijn achtergrond: nooit in het profvoetbal gespeeld en altijd bij de amateurs gezeten. Natuurlijk heb ik die kans zelf afgedwongen, door het gewoon te laten zien. Maar het is zeldzaam.”
Heb je erg moeten wennen aan het leven als profvoetballer?
“Bij Sparta Nijkerk trainden we drie keer per week en zaterdag voor de wedstrijd kreeg je een broodje kaas en thee. Ook lekkere dingen, dat was ook goed geregeld. Maar hier heb je na iedere middag- of avondtraining een goede maaltijd. Er is een fitnesshonk op de club, alles is er. Het is een omschakeling geweest. Ik heb een diëtist in de hand genomen toen ik prof werd, om mijn voeding zo goed mogelijk op peil te houden. Dat doet hij met basisproducten die hier makkelijk te verkrijgen zijn. We eten ook veel goede voeding op de club: gekookte groente, vis, dat soort dingen. Dat is echt top geregeld.”
Hoe bevalt het niveau?
“Ik heb in het begin echt aan moeten haken, ook door het klimaat. Conditioneel was ik zeker niet zo ver, ook omdat ik van een amateurniveau kwam met drie keer trainen. Het was echt lastig om die jongens bij te benen, ik kon negentig minuten niet volhouden. In Marokko is het niveau technisch en fysiek top. Als je dat zou vergelijken met Nederland, zijn de Marokkaanse spelers verder. Maar als je op tactisch gebied, looplijnen en dat soort dingen, kijkt, lopen ze weer achter. Ze hebben heel snel de neiging om dingen op eigen initiatief te gaan doen. Dat is wel jammer.”
“Maar zie hier spelers met technische kwaliteiten, dat heb ik in de Eredivisie nog niet gezien. Dat is echt te gek voor woorden. Als ik daar naar zit te kijken, denk ik bij mezelf: waarom halen clubs uit België en Nederland hier geen spelers weg? Het kost je volgens mij niks, want een jongen uit Afrika wil maar al te graag in Europa spelen. Je kan hier zeker één of twee spelers per jaar scouten. Zij kunnen zeker doorbreken in die competities, waar het niveau iets lager ligt. Daarna kan je ze makkelijk nog doorverkopen. Het is jammer dat ze dat niet doen, maar dat heeft ook te maken met het tactische gedeelte. Het is misschien teveel werk om dat erin te krijgen. Ik heb hier jongens gezien die conditioneel en technisch echt super ver zijn.”
Steeds meer spelers uit Nederland wagen de afgelopen jaren de overstap naar Marokko. Amarzagouio kan wel begrijpen dat de Marokkaanse competitie steeds meer in trek raakt, ook omdat de faciliteiten de afgelopen jaren sterk zijn verbeterd. “Die jongens hebben echt wel kansen gekregen in het Nederlandse profvoetbal, ze hadden nog wel in Nederland kunnen spelen. Het is alsof je hier meer gewaardeerd wordt, al kan ik dat niet met honderd procent zekerheid zeggen. Ik heb het profvoetbal nooit mogen proeven in Nederland”, concludeert Amarzagouio, die denkt dat het financiële plaatje ook een rol speelt. “Iedereen weet dat er spelers bewust voor kiezen om in de Tweede of Derde Divisie te gaan spelen in plaats van in de Jupiler League, omdat de salarissen zo belachelijk laag zijn. Het is het eigenlijk niet waard voor iemand die op leeftijd is. Ik weet dat die jongens in Marokko vele malen meer verdienen dan sommige spelers in de Eredivisie.”
“Ik moet ook zeggen dat ik Nederland voor geen meter mis. Als het aan mij ligt, zit ik hier tot mijn dertigste. Het liefst nog langer, maar dat hangt er vanaf of ik kan blijven voetballen”, stelt Amarzagouio. Hij mist voorlopig alleen zijn naaste familie in Nederland en zijn grootste fan: vader Amarzagouio. “Hij heeft er altijd van gedroomd dat een van zijn zoons op televisie voetbalt. Ik heb die droom mogen waarmaken voor hem, en ook voor mezelf. Ik weet dat hij altijd kijkt en dat hij altijd bezig is met mij, dat merk ik op Whatsapp. Ik ben nu geblesseerd en hij belt elke keer om te vragen hoe het gaat. Dat motiveert me ook, dat ik het niet alleen voor het geld doe, maar ook voor iemand waarvan ik houd en die ik hoog heb zitten. Ik baal van de afgelopen zes maanden, waarin ik ze niet trots heb kunnen maken. Nu wil ik laten zien wat ik waard ben, dat ik er sta. Dat ik niet met geluk het profvoetbal heb gehaald. Ik ben nog bezig om mijn naam te vestigen in Marokko en dat kan makkelijk door goede wedstrijden te spelen. Het gaat hier heel snel, een paar goede wedstrijden en je staat op de voorpagina.”