‘Daar stond ik ineens met grote jongens als Andrea Pirlo en David Villa’
Iedere ploeg in de Keuken Kampioen Divisie heeft zijn eigen routiniers, de ervaren mannen die het gezicht van hun club zijn. In de rubriek Routiniers licht Voetbalzone, de officiële mediapartner van de Keuken Kampioen Divisie, een van deze ervaren spelers uit. Met deze keer aandacht voor Michael de Leeuw, die dit seizoen na dertien jaar terugkeerde bij Willem II. In een uitgebreid interview blikt de 36-jarige spits terug op hoogtepunten uit zijn carrière, zoals zijn bijzondere avontuur in de Amerikaanse Major League Soccer, en bespreekt hij zijn huidige ambities met de Tricolores.
Door Jordi Tomasowa
Als jonge tiener had De Leeuw nooit gedacht voetballer te worden. De Brabander had verschillende baantjes. Zo testte hij suikerwaardes in een laboratorium van de Coca Cola-fabriek, terwijl hij in de weekenden met vrienden op stap ging in Tilburg. Bij het eerste elftal van derdeklasser RKTVV trok hij toch weer de aandacht van Willem II. “Op jonge leeftijd werd ik al eens gescout door de club, maar toen redde ik het niet. Na twee seizoenen bij RKTVV ben ik weer door Willem II opgepikt. Ik zat dicht tegen het eerste elftal aan, alleen heb ik dat toen helaas opnieuw niet gehaald.”
“Marco de Ruiter, die destijds mijn trainer was, adviseerde me om een stap terug te doen zodat ik er daarna weer twee vooruit kon zetten. Vandaar dat ik voor SC Veendam koos, een kleine club in de Eerste Divisie.” De Leeuw wist in zijn eerste seizoen als prof direct te imponeren. Hij werd uitgeroepen tot Talent van het Jaar en kreeg daarnaast een onderscheiding als topscorer van de Jupiler League. “Dat ik direct zoveel scoorde, kwam voor mij niet als een verrassing. Ik heb altijd overal mijn doelpunten gemaakt. Geen extreme cijfers, maar in de amateurs en de beloftencompetitie bij Willem II pikte ik ook altijd mijn goals mee.”
Zijn sterke debuutseizoen bij Veendam zag De Leeuw als een perfecte springplank naar de Eredivisie. Toch bleef concrete interesse opvallend genoeg uit. “Je bent jong, ambitieus en zit pas net in de voetballerij, dus je hoort links en rechts mensen tegen je zeggen: ‘Dat komt wel goed, je bent topscorer geworden van de Eerste Divisie.’ Alleen uiteindelijk kwam er geen club die een serieus bod uitbracht bij Veendam. Daar had ik het eerste halfjaar in mijn tweede seizoen best wel last van. Ik had mijn hoofd wat gek laten maken en wilde heel graag de stap maken. Clubs hadden misschien het gevoel dat ik een eendagsvlieg was.”
De Leeuw switchte vervolgens van zaakwaarnemer. “Ik heb met iets van vier of vijf verschillende zaakwaarnemers gesproken, de ene had nog een mooier praatje dan de ander. Eén zaakwaarnemer was heel realistisch. Die vertelde mij dat je zo goed bent als je laatste wedstrijd. In mijn eerste seizoen bij Veendam presteerde ik top, maar nu zaten we in oktober en had ik pas drie doelpunten gemaakt. Hij beloofde me niks en gaf aan dat ik weer moest gaan scoren. Na de winterstop pakte ik het op en bracht ik mijn seizoenstotaal op dertien goals.
FC Groningen
Met een transfer naar De Graafschap kreeg De Leeuw vervolgens alsnog de kans om in de Eredivisie te acteren. De rechtspoot wist de Superboeren alleen niet te behoeden voor degradatie naar de Jupiler League. “Ik had een clausule in mijn contract staan, waardoor ik bij degradatie voor een bepaald bedrag weg kon en toen kwam FC Groningen. Dat waren vier hele mooie jaren. Groningen is een hele mooie en grote club. Je moet er eigenlijk altijd de play-offs halen, dan heb je gewoon een prima seizoen.”
De Leeuw kende sterke jaren bij Groningen. Zo won de Trots van het Noorden in 2014 de play-offs voor Europees voetbal. Het absolute hoogtepunt volgde een jaar later met winst van de TOTO KNVB Beker. “Hierdoor waren we verzekerd van de groepsfase van de Europa League. Alleen was het wel jammer dat het elftal na dit topjaar uit elkaar viel. Eric Botteghin ging naar Feyenoord, Maikel Kieftenbeld naar Birmingham City, Tjaronn Chery naar Queens Park Rangers. In de Europa League hadden we met hen veel beter kunnen presteren. Nu verloren we gelijk kansloos met 3-0 van Olympique Marseille en kwamen we ook tegen SC Braga en Slovan Liberec niet tot winst. Uiteindelijk haalden we slechts twee punten.”
Avontuur in de MLS
Tijdens zijn vierde seizoen bij Groningen maakte De Leeuw voorzichtig de balans voor zichzelf op. Met zijn 29 jaar achtte hij de tijd rijp voor een buitenlands avontuur. “Dat wilde ik ooit nog een keer aangaan”, verklaart hij. “Tegen het einde van het seizoen raakte ik in gesprek met Chicago Fire en uiteindelijk heb ik drie jaar in de MLS gespeeld. Als je jong bent hoop je op de Bundesliga, Premier League, Serie A etcetera. Op een gegeven moment besef je dat clubs uit de topcompetities niet voor je komen. Dan kijk je verder en moet het plaatje kloppen. De MLS was een heel mooi avontuur, ook op de leeftijd die ik toen had.”
Over deze transfer hoefde De Leeuw dan ook niet lang na te denken. “Chicago is de derde stad van de Verenigde Staten. Je bent eigenlijk een soort van toerist op de fiets in de VS. De ene keer heb je twee uur tijdsverschil, in Orlando is het dertig graden en een week later kun je een uitwedstrijd in de sneeuw spelen.” De Leeuw is ook goed te spreken over het niveau in de MLS. “De competitie is heel sterk gegroeid. Elk team is gelijkwaardig. Je moet als technisch directeur echt een netwerk hebben, want elke club heeft evenveel geld te besteden. Het eerste seizoen bij Chicago eindigden we laatste, maar het jaar erna werden we derde.”
Bij Chicago Fire speelde De Leeuw samen met onder anderen Bastian Schweinsteiger. “Het was heel mooi om met zo’n wereldspeler samen te spelen en om van dichtbij te zien hoe hij zich voorbereidt op wedstrijden. Hij heeft een mooie voetbalvisie en kon zich goed verwoorden.” De Leeuw kon vooral genieten van de nabesprekingen van de Duitse spelmaker. “Onze trainer was niet zo’n hele grote naam. Dan werden er bijvoorbeeld bij een tegentreffer twee fouten aangestipt, maar Schweinsteiger zag dan zes fouten. Dan zie je dat hij zoveel meer voetbalintelligentie heeft. Voor de trainer was dat lastig, maar voor Schweinsteiger net zo. Hij is zo’n grote speler geweest en heeft in de top gespeeld maar wilde ook de trainer niet voor de voeten lopen. Ik vond het juist mooi dat hij af en toe liet blijken hoe hij over voetbal dacht. Schweinsteiger was heel normaal en relaxed, hij voelde zich niet de grote vedette.”
In zijn tijd bij Chicago Fire had De Leeuw ook veel aan zijn Nederlandse ploeggenoten Johan Kappelhof en John Goossens, die hem hielpen met het ontdekken van de stad en de zoektocht naar een appartement. “Hun aanwezigheid was mijn geluk. Je trekt ook automatisch naar elkaar toe, kan Nederlands met elkaar praten. Elk appartementencomplex heeft daar een eigen zwembad, gym en rooftop met barbecues. Met lekker weer hebben we daar vaak genoeg gebruik van gemaakt. Ik heb echt wel genoten van die periode bij Chicago. De gezinnen hebben ook veel aan elkaar gehad. Als je een uitwedstrijd had, vertrokken we op vrijdag en kwamen we op zondag terug. Mijn vriendin zat dan een weekend alleen, dus ze had wel echt veel aan de andere dames.”
De Leeuw vindt het bijzonder dat hij als speler van Chicago heel het land heeft kunnen zien. “Als we uit tegen Washington DC speelden, had je altijd wel een paar uur om even de stad in te gaan. Dan kon je het Witte Huis of Capitol Hill bekijken en in New York even naar Times Square. Je kon heel veel dingen zien, ondanks dat we niet veel tijd hadden. In de VS zijn ze ook heel erg van het promoten van de MLS. Na mijn eerste halfjaar stuurde elke club één of twee spelers naar die promotiedagen. Ik was degene die namens Chicago daarheen werd gestuurd en stond ik daar ineen met grote jongens als David Villa en Andrea Pirlo van andere clubs. Op die promotiedagen deed je tientallen interviews. Ook spelenderwijs, dan ging je bijvoorbeeld tafelvoetballen in plaats van dat je met iemand één-op-één zat.”
Terugkeer in Nederland
Na moeizame onderhandelingen met Chicago over de verlenging van zijn verbintenis hakte De Leeuw na drie jaar zelf de knoop door om terug te keren naar Nederland. “Als je in het buitenland zit mis je Nederland ook weer. Maar als je eenmaal terug bent, denk je: wat mis ik dan? Frikandellen en de simpele dingen uit de supermarkt. In de VS miste ik mijn familie en vrienden wel, maar het mooie was dat zij dan af en toe een hele week overkwamen uit Nederland. Dan had je de tijd om hen de mooie plekjes in de stad te laten zien.”
De Leeuw kwam net terug van een kruisbandblessure en wilde hierdoor vooral voor zichzelf duidelijkheid hebben. Zo belandde hij begin 2019 bij FC Emmen. “De eerste maand was dat wel even schakelen”, geeft de spits aan. “Bij Chicago waren de faciliteiten top en dan kom je in de winter ineens bij Emmen terecht. De club was die zomer ervoor net gepromoveerd naar de Eredivisie en was eigenlijk nog een Keuken Kampioen Divisie-club. Ik kende de trainer Dick Lukkien, met wie ik al bij Groningen en Veendam samen had gewerkt. Bij Emmen heb ik 2,5 mooie jaren gehad. We bleven twee seizoenen op rij in de Eredivisie en het laatste jaar heeft het doelsaldo ons genekt. We kwamen vier doelpunten tekort, waarna we via de nacompetitie degradeerden.”
Nieuw dienstverband bij Groningen
Ook bij Emmen bewees De Leeuw zijn waarde met zijn doelpunten, waardoor een terugkeer bij Groningen medio 2021 niet geheel onverwachts kwam. “Mijn contract werd afgelopen zomer automatisch verlengd, maar ik merkte al snel dat de trainer (Frank Wormuth, red.) het niet helemaal in mij zag zitten. Ik voelde me topfit, alleen kreeg ik geen vertrouwen. Ik kwam veel in discussies terecht met de trainer, eigenlijk om helemaal niks.” De Leeuw heeft nog altijd het gevoel dat hij afgelopen zomer 'een beetje is weggejaagd' bij de club waar hij zijn grootste successen beleefde. “Verder no hard feelings tegenover Groningen hoor. Ik heb er vijf fantastische seizoenen gehad. Hoe het is geëindigd vind ik wel een beetje apart, dat je zo makkelijk naar buiten geduwd wordt. Ik denk dat ze dat wel beter hadden kunnen managen. De nieuwe trainer had een bepaalde visie en zo werkt het ook in de voetballerij. Vandaar dat ik ook wel snel kon schakelen.”
Met open armen ontvangen door Willem II
Door zijn uitzichtloze situatie bij Groningen keerde De Leeuw na dertien jaar terug op het oude nest bij Willem II. “Of het voelde of de cirkel nu rond was? Dat niet per se. Uiteindelijk is dit mijn derde periode bij Willem II. Het is wel mooi dat ik nu eindelijk het eerste elftal heb gehaald. Ik kom hier natuurlijk vandaan en ken heel veel mensen op de tribunes en uit de regio. Ook mooi dat sommige mensen hier na zestien, zeventien jaar nog steeds werken.” De routinier heeft inmiddels meer dan 450 wedstrijden in het betaald voetbal achter zijn naam staan. Met zijn ervaring probeert hij de jonge jongens bij Willem II zo goed mogelijk te helpen. “Soms moet je hen rustig houden. Ik geef ze tips om aan krachttraining te doen of leg ze uit dat ze in bepaalde situaties volwassener moeten worden. Ik probeer wel gewoon te helpen waar dat kan.”
Willem II presteerde de eerste seizoenshelft vrij wisselvallig, hetgeen in december tot het ontslag van Kevin Hofland leidde. “Ik heb bij Groningen en Emmen weleens meegemaakt dat de druk op de trainer hoog was”, legt De Leeuw uit. “Met Willem II willen we natuurlijk promoveren en als je dan op een gegeven moment negende staat, weet je dat de druk toeneemt. De druppel was voor ons de verloren derby tegen NAC (1-2, red.) in eigen huis. De eerste helft speelden we goed en na rust donderde het als een kaartenhuis in elkaar. De club koos er vervolgens voor om Kevin Hofland te ontslaan en met Reinier Robbemond iemand met nieuwe energie voor de groep te zetten.”
Robbemond kiest sinds februari voor Jizz Hornkamp en Elton Kabangu als spitsenkoppel, waardoor De Leeuw zich voorlopig moet schikken in een reserverol. “Ik heb nog steeds wel de drang om te spelen en natuurlijk baal ik van de huidige situatie, maar ik ben nu wel wat jaartjes ouder. Ik denk dat ik er meer moeite mee had gehad als ik wat jonger was geweest. Ik kan het relativeren, want het team staat nu redelijk vast en we winnen veel wedstrijden.” De Leeuw heeft begrip voor de keuze van Robbemond, maar voelt zich nog wel te goed om elke week op de bank te zitten. “Ik ben bovenal blij dat we het op dit moment prima doen. Het is jammer dat we de eerste seizoenshelft zoveel punten hebben laten liggen en dat het gat naar plek twee zo groot is dat directe promotie nagenoeg onhaalbaar is. We moeten ons nu gewoon een zo goed mogelijke uitgangspositie verschaffen voor de play-offs.”
De Leeuw is zich ervan bewust dat hij in de play-offs mogelijk een van zijn oude clubs kan treffen. “Wedstrijden tegen Groningen of Emmen kunnen hele mooie duels opleveren. Beide clubs maken een heel moeizaam seizoen door. Het zal nog heel spannend worden. Groningen krijgt het lastig om directe degradatie te ontlopen, maar in de laatste weken vinden er vaak hele verrassende uitslagen plaats. Dat hadden wij twee jaar geleden ook met die eindsprint met Emmen. Het is afwachten wie wij met Willem II in de play-offs zullen treffen. Dan moeten we de eerste twee rondes zien door te komen. Almere City, MVV Maastricht, VVV-Venlo en Willem II zijn allemaal vrij gelijkwaardig. De vorm van de dag geeft dan de doorslag.”
Ambities na profcarrière
De Leeuw staat nog tot medio 2024 onder contract bij Willem II en viert in oktober zijn 37ste verjaardag. “Het einde van mijn profloopbaan komt steeds dichterbij”, beseft de spits. “Ergens vind ik dat ook wel spannend. Ik heb zestien, zeventien jaar in de voetballerij gezeten en weet precies hoe alles loopt. Dan ga ik straks misschien een hele andere kant op. Mocht ik uit de voetballerij stappen, zou dat aan de ene kant heel jammer zijn. Onbewust heb ik toch een groot netwerk opgebouwd. Ik heb mijn eerste trainerspapieren gehaald, maar ben op dit moment ook bezig met een cursus Sales & Communicatie. Ik ben sowieso niet iemand die graag stilzit en voor nu vind ik het nog hartstikke leuk om te voetballen.”