Cillessen bestormt recordlijstjes met lucratieve transfer naar Valencia

Jasper Cillessen rondde woensdagavond eindelijk zijn langverwachte transfer van Barcelona naar Valencia af. Met de overgang van de dertigjarige doelman is een transfersom van liefst 35 miljoen euro gemoeid en daarmee bestormt Cillessen de diverse recordlijstjes.

Cillessen groeit allereerst uit tot een van de duurste keepers uit de historie. De ex-doelman van NEC en Ajax neemt met zijn transfersom van 35 miljoen euro een gedeelde vijfde plaats in op de lijst van duurste doelmannen aller tijden, samen met Thibaut Courtois, die in 2018 voor een vergelijkbaar bedrag Chelsea verruilde voor Real Madrid.

Verder is in de top vijf plaats voor Kepa Arrizabalaga (80 miljoen euro, in 2018 van Athletic Club naar Chelsea), Alisson Becker (62,5 miljoen euro, in 2018 van AS Roma naar Liverpool), Gianluigi Buffon (52,9 miljoen euro, in 2001 van Parma naar Juventus) en Ederson Moraes (40 miljoen, in 2017 van Benfica naar Manchester City). Vervolgens werd er nooit eerder door de ene Spaanse club zoveel geld betaald aan de andere voor een doelman als bij de overgang van Cillessen.

Daarnaast mag Cillessen zich nu ook de op vier na duurste Nederlandse voetballer ooit noemen. Virgil van Dijk blijft met zijn transfer van 85 miljoen euro van Southampton naar Liverpool de duurste Nederlandse speler; de top vijf wordt gecompleteerd door Frenkie de Jong (minimaal 75 miljoen euro, in 2019 van Ajax naar Barcelona), Marc Overmars (40 miljoen euro, in 2000 van Arsenal naar Barcelona), Arjen Robben (36 miljoen euro, in 2006 van Chelsea naar Real Madrid) en dus Cillessen.

Tot slot is het voor Cillessens nieuwe werkgever Valencia ook niet bepaald gebruikelijk om dergelijke transfersommen te betalen. Gonçalo Guedes, in de zomer van 2018 voor 40 miljoen euro overgenomen van Paris-Saint-Germain, geldt nog altijd als de duurste aankoop uit de clubhistorie; daarna komt Cillessen. De geboren Groesbeker houdt grote namen uit het verleden zoals Álvaro Negredo (28 miljoen euro, in 2015 overgenomen van Manchester City), Joaquín (25 miljoen euro, in 2006 overgenomen van Real Betis) en Pablo Aimar (21,25 miljoen euro, in 2000 overgenomen van River Plate) daarmee bijvoorbeeld onder zich.