Boukhari legt uit: ‘Het gebeurt overal, maar bij Ajax het vaakst’
Het Ajax-publiek heeft er in het verleden geen moeite mee gehad eigen spelers uit te fluiten. Recent nog daalde een fluitconcert neer op Nicolai Boilesen en Ricardo Kishna. Jaren geleden onderging Nourdin Boukhari dat ook en in het Algemeen Dagblad blikt hij erop terug. Volgens hem moeten Boilesen en Kishna proberen zich er zo weinig mogelijk van aan te trekken.
Boukhari speelde van 2002 tot 2006 voor Ajax, met een onderbreking van een jaar bij NAC Breda. Hij zegt dat het uitfluiten van eigen spelers niet puur en alleen voorbehouden is aan de fans in Amsterdam. “Het gebeurt overal, maar bij Ajax het vaakst. Het doet wel wat met je, normaal gesproken fluit je de tegenstander uit. Je moet er tegen kunnen, want stel dat je daarna naar Real Madrid gaat. Daar zitten honderdduizend man.”
De 34-jarige oud-prof zegt dat hij wel altijd een tegenreactie in huis had. Als hij scoorde, legde hij zijn hand achter zijn oor om te kijken of het publiek zich op dat moment ook wilde laten horen. Boukhari hoopt dat Boilesen en Kishna, de meest recente ‘doelwitten’ van de fans, zich er niets van aantrekken. “Je wordt er alleen maar sterker van”, heeft de voormalig aanvaller ervaren.